Voorlopige hechtenis in afwachting van een zorgmachtiging: hoe oordeelt de Hoge Raad?

15 april 2025, laatst geüpdatet 15 april 2025

Zoals besproken in Deel I en Deel II van deze blogreeks, kan de strafrechter op basis van artikel 2.3, eerste lid, Wfz een zorgmachtiging of een RM verlenen. In dit artikel bespreek ik de vraag of een dergelijke zorgmachtiging of RM kan worden beschouwd als een ‘vrijheidsbenemende maatregel’. Dit is met name relevant in situaties waarin de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, aangezien dit invloed heeft op de vraag of de voorlopige hechtenis moet worden beëindigd. 

Luuk Arends
Luuk Arends
Advocaat - Partner
In dit artikel

Is een zorgmachtiging een vrijheidsbenemende maatregel? 

Een verdachte mag alleen in voorlopige hechtenis worden genomen als er een serieuze kans bestaat dat hij bij een veroordeling een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of een andere vrijheidsbenemende maatregel opgelegd krijgt. Daarnaast moeten rechters ook rekening houden met de mogelijkheid dat de voorlopige hechtenis langer zal duren dan de straf of maatregel die uiteindelijk wordt opgelegd. Dit volgt uit artikel 67a van het Wetboek van Strafvordering (‘Sv’). 

De Wet forensische zorg (‘Wfz’) slaat een brug tussen het strafrecht en de (reguliere) verplichte geestelijke gezondheidszorg. De strafrechter kan - volgens artikel 2.3 Wfz - een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging (‘RM’) verlenen. Op basis hiervan kan iemand verplicht worden opgenomen in een zorginstelling.  

Dit roept een belangrijke juridische vraag op: geldt zo’n machtiging als een ‘vrijheidsbenemende maatregel’ in de zin van artikel 67a Sv? Het antwoord op deze vraag heeft grote invloed op de afweging of een verdachte, die in aanmerking komt voor verplichte zorg, wel of niet in voorlopige hechtenis moet worden genomen. De Hoge Raad heeft zich hierover al eerder uitgesproken. 

Hoge Raad: een zorgmachtiging kán een vrijheidsbenemende maatregel zijn 

De Hoge Raad benadrukt dat de wetgever met de introductie van artikel 2.3 Wfz heeft beoogd de afstemming van de zorg binnen een strafrechtelijk kader op de reguliere verplichte geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Het doel is om te voorkomen dat er een ‘hiaat’ ontstaat in de zorgverlening, zodat de continuïteit van zorg aan de verdachte gewaarborgd blijft. Daarom moet worden aangenomen dat een zorgmachtiging of RM, in bepaalde gevallen, een vrijheidsbenemende maatregel voor de verdachte is. Dit is het geval wanneer de machtiging (mede) wordt verleend in het kader van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. 

Een andere interpretatie zou tot ongewenste situaties kunnen leiden. Denk bijvoorbeeld aan het (onterecht) opheffen van de voorlopige hechtenis van een verdachte met een ernstige psychische stoornis, terwijl het zeer waarschijnlijk is dat op een later moment een zorgmachtiging zal worden afgegeven. In zo'n situatie zouden de noodzakelijke zorg en het toezicht mogelijk niet kunnen worden geboden; iets dat de wetgever juist heeft willen voorkomen. 

Vroegtijdige afgifte van een zorgmachtiging of RM: alternatief voor voorlopige hechtenis 

Wanneer er een aanzienlijke kans bestaat dat op een later moment een zorgmachtiging of RM wordt afgegeven, zou het verstandig zijn om al in een vroeg stadium van de strafprocedure voorbereidingen te treffen voor de afgifte van een dergelijke machtiging. Het is zelfs mogelijk om vóór de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting al een zorgmachtiging of RM af te gegeven, zodat de voorlopige hechtenis kan worden vermeden.  

In gevallen waarin de verdachte zonder een machtiging langer van zijn vrijheid zou worden beroofd dan de verwachte duur van de op te leggen straf of maatregel, zou de rechter verder kunnen overwegen om de voorlopige hechtenis in een speciaal detentieregime uit te voeren, bijvoorbeeld in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum. De rechter die oordeelt over het verzoek tot opheffing of verlenging van de voorlopige hechtenis kan deze aspecten meenemen in zijn overwegingen. 

Tot slot

De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat een zorgmachtiging of RM in sommige gevallen als een vrijheidsbenemende maatregel kan worden aangemerkt. Dit waarborgt de continuïteit van de zorg aan de verdachte. Door vroegtijdig een zorgmachtiging voor te bereiden, kan dit zelfs dienen als alternatief voor de voortzetting van de voorlopige hechtenis. Hierdoor ontvangt de verdachte de juiste zorg op de juiste plek, zonder onterecht langere tijd van zijn vrijheid beroofd te worden. 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact met ons op. 

Andere verhalen

No posts found