De Wibz bevat voorschriften over de volgende onderwerpen:
- Winstuitkeringen: het verbod op winstuitkering in de zorg blijft in stand en wordt aangescherpt. Op wetsniveau komen nieuwe voorwaarden voor het doen van winstuitkeringen door zorg- en jeugdhulpaanbieders die winst mogen uitkeren.
- Aantrekken of terugbetalen van eigen of vreemd vermogen: op wetsniveau wordt vastgelegd dat zorg- en jeugdhulpaanbieders geen onverantwoorde risico’s mogen nemen bij het aantrekken of terugbetalen van eigen of vreemd vermogen.
- Marktconformiteit belangrijke transacties: een norm die ziet op het hanteren van normale marktvoorwaarden door zorg- en jeugdhulpaanbieders bij van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen.
- Modernisering van het toezicht op vastgoedtransacties in de zorg.
- Uitbreiding weigerings- en intrekkingsgronden Wtza-vergunning: het verbinden van extra weigerings- en intrekkingsgronden aan een vergunning op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
In dit blog gaan wij in op de uitbreiding van de weigerings- en intrekkingsgronden.
Huidige situatie
Sinds de invoering van de Wtza op 1 januari 2022 geldt voor bepaalde zorgaanbieders een vergunningplicht. Het CIBG beoordeelt vergunningaanvragen en kan deze weigeren als de zorgaanbieder niet voldoet aan de voorwaarden, zoals het hebben van een interne toezichthouder indien dit op grond van toepasselijkheid van de bestuursstructuurvereisten wel verplicht is. Intrekking van een vergunning is mogelijk bij ernstige overtredingen van zorgwetten, zoals het niet naleven van kwaliteitseisen of financiële misstanden. De mogelijkheden om in te grijpen voordat het misgaat, zijn beperkt.
De Wibz beoogt de toetsing aan de voorkant te versterken en biedt extra mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken.
Uitbreiding van de gronden voor weigering en intrekking
Met de Wibz worden aanvullende toetsingscriteria geïntroduceerd, die zowel bij de vergunningverlening als bij het intrekken van een reeds verleende vergunning een rol kunnen spelen. De belangrijkste wijzigingen zijn:
- Overtreding van de norm voor ‘van betekenis zijnde transacties’
Zorgaanbieders moeten bij belangrijke transacties met verbonden partijen normale marktvoorwaarden hanteren. Overtreding hiervan kan leiden tot sancties en mogelijk tot weigering of intrekking van de vergunning. Zie over deze norm ook ons andere blog.
- Het niet verlenen van goede zorg
Indien een zorgaanbieder niet voldoet aan de kwaliteitseisen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), kan dit reden zijn voor intrekking of weigering van de vergunning.
- Disfunctionerende bestuurders of toezichthouders of personen met anderszins zeggenschap
Is sprake van disfunctioneren van bestuurders, toezichthouders of personen met anderszins zeggenschap in de zorginstelling, dan kan de Wtza-vergunning worden ingetrokken. Er hoeft daarbij geen verband te bestaan tussen het disfunctioneren en de kwaliteit, toegankelijkheid of de betaalbaarheid van de te verlenen of reeds verleende zorg.
- Ontbreken van een deugdelijke administratie
De vergunning kan worden ingetrokken of geweigerd als een zorgaanbieder niet voldoet aan de administratieplicht uit de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).
- Onvoldoende borging van een goed en rechtmatig functioneren
Als sprake is van zodanige omstandigheden dat een goed en rechtmatig functioneren van de zorgaanbieder redelijkerwijs onvoldoende is geborgd, kan de vergunning worden ingetrokken resp. geweigerd. Dit betreft een vangnetbepaling.
Strengere toetsing door het CIBG
Het CIBG, dat namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vergunningen verleent en intrekt, krijgt een uitgebreidere rol bij de handhaving. Het CIBG kan na invoering van de Wibz meer informatie ontvangen van de IGJ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om beter te beoordelen of een zorgaanbieder aan de voorwaarden voldoet. In bepaalde gevallen kan ook een integriteitsonderzoek plaatsvinden, zoals een beoordeling van de antecedenten van bestuurders of een Bibob-onderzoek. De uitkomsten hiervan kunnen meewegen bij de besluitvorming over een vergunning, maar vormen op zichzelf geen zelfstandige weigerings- of intrekkingsgrond.
Proportionaliteit en belangenafweging
Bij elke beslissing over weigering of intrekking van een vergunning moet een belangenafweging worden gemaakt. De ernst, aard en frequentie van de overtredingen worden meegewogen, evenals het belang van de zorgaanbieder om de vergunning te behouden.
Hoe nu verder?
De Wibz is nog niet aangenomen en bevindt zich in de parlementaire behandeling. Het is daarmee onzeker of en in welke vorm de voorgestelde wijzigingen worden doorgevoerd. De strengere toetsing bij de aanvraag en het behoud van een Wtza-vergunning past echter in een bredere ontwikkeling waarin transparantie en integere bedrijfsvoering steeds belangrijker worden in de zorgsector.