In de jeugdzorg spelen zoveel complexe issues dat een juridische partner onontbeerlijk is. Pluryn vond die in Dirkzwager.
Jeugdzorg was altijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het rijk, provincies en gemeenten, maar in 2015 ging die volledig over naar de gemeente; de veelbesproken decentralisatie van de jeugdzorg. ‘Ik zal niet zeggen dat alle problemen waar we nu mee kampen daarmee te maken hebben, maar veel wel’, zegt Mirjam van den Nieuwenhuijzen. Ze is bestuurder bij Pluryn, een van de grootste aanbieders van jeugdzorg in Nederland. ‘Gemeenten moesten de regie gaan voeren over jeugdzorg, maar waren daar nog nauwelijks klaar voor. Tegelijkertijd moest er bezuinigd worden, en nam de vraag naar vooral lichtere jeugdhulp enorm toe.’
Op meer dan 400 locaties biedt Pluryn therapie en verzorging aan kinderen en jongeren met een beperking, gedragsstoornissen of ernstige problemen in de thuissituatie. Eén van de hardnekkige problemen waar ze tegenaan loopt, is een ongekende administratieve druk. ‘Omdat we landelijk opereren, hebben we met talloze gemeenten en jeugdhulpregio’s contact over het aannemen van kinderen en de vergoeding voor onze zorg. Maar elke inkoopregio hanteert zijn eigen contracten, declaratieregels, verantwoordingseisen en aanbestedingstrajecten. Dat was voor ons geen doen meer. We hebben lang gedacht dat we er op basis van onze goede relatie wel zouden uitkomen, maar uiteindelijk hadden we toch een juridische medestander nodig.’
Contracten
Die werd gevonden in Dirkzwager, de laatste jaren vooral in de persoon van Ralph Tak, advocaat gezondheidszorg. ‘De ene gemeente vraagt een toekomstplan van de zorgaanbieder, de ander een perspectiefplan, of een klantplan, of een zorgplan. Telkens in een andere format of via een andere procedure. Dan is er weer een gemeente die ineens de verplichting oplegt dat de zorgaanbieder zes keer per jaar moet evalueren. En als je daar niet in meegaat, loop je het risico dat de gemeente de kosten die je maakt om kinderen te hulp te schieten, niet vergoedt.’
Tak adviseert over de contracten die Pluryn afsluit met gemeenten. Indien nodig procedeert hij ook tegen gemeenten en andere overheden. ‘Het komt voor dat een gemeente niet alle zorgkosten wil vergoeden, omdat ze het zorgproduct niet goed begrijpen. Daarover gaan we ook in overleg. Als zorgaanbieders niet zeker weten of bepaalde behandelingen en therapieën volledig vergoed gaan worden, verdwijnen die uit het pakket. Dat raakt niet alleen jongeren in die gemeente, maar soms ook in andere, omdat zorgaanbieders een specialistisch product niet rendabel in de lucht kunnen houden als niet alle gemeenten meedoen.’
Daarnaast zijn de vergoedingen niet altijd reëel, vult Van den Nieuwenhuijzen aan. ‘We moeten toch minstens onze kostprijs vragen. Dat werkt in de jeugdzorg niet anders dan bij de bakker.’
Brandweer
Ook de complexe inrichting van de jeugdzorg geeft aanleiding tot veel juridische vragen. Tak: ‘Bij sommige zorgverlening heeft de zorgaanbieder één op één een contract met de gemeente, bij andere zorgproducten trekken gemeenten gezamenlijk op, dan weer financiert de gemeente een product via een subsidierelatie en soms is de uitvoering weer bij andere organisaties neergelegd, die met een mandaat of volmacht werken namens verschillende gemeenten. Juridisch gezien interessant, maar er zijn gezinnen die meerdere zorgproducten afnemen en daarvoor telkens andere trajecten moeten volgen.’
De kern van de zaak is, hoe kan het ook anders, geld. ‘De bekostiging van de zorg is een ingewikkeld vraagstuk, dat we als samenleving moeten oplossen’, zegt Van den Nieuwenhuijzen. ‘Want die kosten lopen inderdaad op. Maar specialistische jeugdhulp is als de brandweer: je hoopt die nooit nodig te hebben, maar je moet die wel financieel in de lucht houden.’
Zorgen om de kosten voeden ook een zeker wantrouwen bij gemeenten, meent Tak. ‘Ik snap dat ze op hun budgetten moeten letten. Maar ze moeten ook vertrouwen op het oordeel van de zorgaanbieder. Ambtenaren moeten zich niet gaan afvragen of een gekozen behandeling wel echt nodig is, daar zijn de professionals voor. Ook al hebben ze natuurlijk wel die regierol gekregen van de wetgever. Het is zoeken naar balans.’
Kind in crisis
Zulke thema’s spelen niet alleen bij Pluryn, maar ook bij andere cliënten van Dirkzwager uit de jeugdzorg. Inmiddels erkennen steeds meer partijen dat het huidige stelsel van jeugdzorg niet langer houdbaar is. Er wordt al lange tijd gesproken over de Hervormingsagenda Jeugd, opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het doel van de Hervormingsagenda is betere zorg, een financieel beheersbaar stelsel, kortere wachtlijsten, minder marktwerking en meer samenwerking.
‘In die Hervormingsagenda zit ook een voorstel voor standaardisatie van contracten en inkoopregels, zodat straks alle gemeenten op dezelfde manier werken’, zegt Van den Nieuwenhuijzen. ‘Daar pleit onze branche al een tijdje voor.’ Tak is voorzichtig hoopvol, maar verwacht niet dat de noodzaak van juridische dienstverlening aan de jeugdzorgsector met de Hervormingsagenda snel zal afnemen. ‘Het blijft een complex domein, met altijd druk op de kosten en regels die telkens veranderen.’
‘Het belangrijkst is dat er weer voor een deel landelijke regie genomen wordt op de jeugdzorg’, zegt Van den Nieuwenhuijzen, die nog één kanttekening wil maken. ‘We hebben het de hele tijd over kosten, declaraties en procedures, maar we mogen nooit vergeten dat daar groot leed achter schuil gaat. Ik ben zelf behandelaar geweest in de kinder- en jeugdpsychiatrie, en ik ben vreselijk geschrokken van hoe sommige kinderen die wij nu behandelen eraan toe zijn. Het is voorgekomen dat we zitten te steggelen of een bepaalde behandeling wel of niet vergoed gaat worden, terwijl we eigenlijk zo snel mogelijk met de behandeling van een kind in crisis moeten starten. Dat kan echt niet.’
Ook kennismaken met Dirkzwager?
Door de focus op multidisciplinaire teams houden de specialisten van Dirkzwager een actuele totaalvisie op hun vak. Zo verzekeren wij onze cliënten van doeltreffende en efficiënte dienstverlening.