Al een geruime tijd bestaat er discussie over de vraag hoe de arbeidsverhouding van de bezorgers bij platforms zoals Deliveroo gekwalificeerd moeten worden.
Deliveroo besloot in 2018 om medewerkers van wie de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigde, voortaan als zzp’er voor het bedrijf te laten werken via een zogenoemde “partnerovereenkomst”. Volgens Deliveroo kregen bezorgers veel meer vrijheid om zelf invulling te geven aan het werk.
Naar aanleiding van deze ontwikkeling start een van de bezorgers van Deliveroo een kort geding procedure. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelt in 2018 voorlopig dat het zzp-model van Deliveroo geoorloofd was.
Opvallend is dat de rechtbank Amsterdam vandaag een ander standpunt inneemt. De rechtbank Amsterdam oordeelt dat de bezorgers van Deliveroo niet als zzp’er, maar als werknemers moeten worden aangemerkt. Daarnaast bepaalt de kantonrechter dat de bezorgers van de bezorgingsdienst van Deliveroo onder de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: cao Beroepsgoederenvervoer) vallen, waardoor de werknemers met terugwerkende kracht aanspraak kunnen maken op de arbeidsvoorwaarden die in die cao worden toegekend.
Bezorgers Deliveroo zijn niet aan te merken als zzp’er
De kantonrechter heeft vandaag antwoord gegeven op de vraag of de rechtsverhouding tussen de bezorgers van Deliveroo en Deliveroo is aan te merken als een arbeidsovereenkomst (artikel 7:610 BW) of als een overeenkomst van opdracht (7:400 BW). De rechter oordeelt dat het karakter van de rechtsverhouding tussen de bezorgers en Deliveroo sinds invoering van het zzp-model niet zodanig is veranderd, dat er niet meer gesproken kan worden over een arbeidsovereenkomst.
Voor de vraag of iemand als werknemer of ondernemer wordt aangemerkt, kent de kantonrechter doorslaggevend belang toe aan het feit dat Deliveroo (nog steeds) eenzijdig de contractvoorwaarden dicteert in een standaardovereenkomst. Hierdoor is er naar de mening van de kantonrechter sprake van een gezagsverhouding.
Daarnaast is van belang dat de bezorgers vanwege hun ondernemerschap wellicht de vrijheid hebben om minder vaak beschikbaar te zijn voor bestellingen of specifieke opdrachten te weigeren, maar de consequentie daarvan is dat Deliveroo op basis van het gehanteerde systeem de bezorger vervolgens bestraft met minder (gunstige) bestellingen en minder bonussen. De kantonrechter acht het aldus van belang dat de bezorgers van Deliveroo sterk worden geprikkeld om bestellingen te accepteren, vanwege het beoordelingssysteem en het systeem dat bestellingen toewijst. Hoewel de partnerovereenkomst zelfstandigheid en vrijheid voor de bezorger suggereert, lijkt dit in de praktijk toch minder rooskleurig te zijn en oefent Deliveroo een grote invloed uit op de bezorgers.
De kantonrechter benadrukt verder dat de mogelijkheid voor een bezorger om zich te laten vervangen, inhoudsloos is. In de praktijk is er immers geen tijd om ter vervanging een andere bezorger in te zetten. Daarnaast geldt dat - alvorens een vervanger een hele dienst kan overnemen - hij of zij door Deliveroo moet worden gekeurd. Dit zijn indicatoren voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst, vooral omdat Deliveroo tijdens het verrichten van de werkzaamheden ook toezicht uitoefent op de vervanger van de bezorger.
Al deze factoren samengenomen leiden tot het oordeel dat de bezorgers van Deliveroo - in tegenstelling tot het voorlopige oordeel in kort geding – niet als zzp’er moet worden beschouwd, maar als werknemer, met als gevolg dat zij kunnen terugvallen op de geldende wet- en regelgeving binnen het arbeidsrecht. Nu sprake is van een arbeidsovereenkomst, betekent dit dat tevens voldaan is aan de definitiebepaling van “werkgever” en “werknemer” in de zin van artikel 3 van de cao Beroepsgoederenvervoer, waardoor Deliveroo (tijdens perioden waarin deze cao algemeen verbindend is verklaard), ook verplicht is om deze cao toe te passen. De kantonrechter heeft bepaald dat Deliveroo met terugwerkende kracht deze cao moet toepassen, waardoor de werknemers met terugwerkende kracht aanspraak kunnen maken op de diverse arbeidsvoorwaarden uit deze cao.
Wat betekent deze beschikking van de kantonrechter voor de praktijk? Bij gebrek aan duidelijke wet- en regelgeving over de status van zzp’ers, is het aan de rechter om te bepalen of er sprake is van (schijn)zelfstandigheid. Onderhavige uitspraak is niet alleen relevant voor Deliveroo, maar ook van belang voor andere partijen die actief zijn op het gebied van werkplatforms.
Conclusie
Kortom: kopzorgen voor bezorgingsdienst Deliveroo en menig ander werkplatform. Dit oordeel van de kantonrechter zal Deliveroo (en wellicht ook andere werkplatforms) de komende maanden ongetwijfeld zwaar op de maag liggen. Wellicht voer voor hoger beroep? Wij houden u op de hoogte van verdere ontwikkelingen.
Heeft u vragen over (de inzet van) zzp’ers, modelovereenkomsten, Wet DBA of de Wet Drieluik? Bel dan gerust met mr. M.G.N. de Jonge (024-3813123) of stuur een e-mail (m.dejonge@dirkzwager.nl).