Loonsanctie WIA
Wanneer uw werknemer uitvalt wegens ziekte, bent u gedurende de eerste twee jaren van ziekte in beginsel verplicht het loon door te betalen. Na afloop van deze periode, komt uw werknemer mogelijk in aanmerking voor een WIA-uitkering. Op het moment dat uw werknemer, kort voor het aflopen van de geldende wachttijd van twee jaar, een WIA-aanvraag indient bij het UWV, toetst het UWV of u als werkgever voldoende re-integratie -inspanningen heeft verricht. Is de uitkomst dat u onvoldoende inspanningen heeft verricht, dan heeft het UWV de bevoegdheid een zo genoemde loonsanctie op te leggen voor de maximale duur van 52 weken. Met deze loonsanctie, zijn de meeste werkgevers inmiddels wel bekend.
Verhaalsanctie Ziektewet
Veel minder bekendheid is er rondom de verhaalsanctie ziektewetuitkering die is geregeld in artikel 39a van de Ziektewet. Op het moment dat u de arbeidsovereenkomst met uw zieke werknemer gedurende de eerste twee jaar van zijn ziekte beëindigt, komt uw werknemer mogelijk in aanmerking voor een ziektewetuitkering. Dit is bijvoorbeeld het geval op het moment dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, van rechtswege afloopt op het moment dat hij nog ziek is. Dit kan ook aan de orde zijn op het moment dat de arbeidsovereenkomst door de rechter wordt ontbonden gedurende de eerste twee ziektejaren, bijvoorbeeld op basis van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie.
In de Ziektewet is geregeld dat de zieke werknemer die na afloop van zijn dienstverband in aanmerking wil komen voor een ziektewetuitkering, op verzoek van het UWV een afschrift van het door de werkgever opgestelde re-integratieverslag overlegt. Dit re-integratieverslag wordt vervolgens door het UWV beoordeeld om vast te stellen of de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Indien het UWV in het kader van die beoordeling tot de conclusie komt dat de re-integratie-inspanningen onvoldoende zijn geweest, heeft zij op grond van artikel 39a Ziektewet de mogelijkheid om een gedeelte van de ziektewetuitkering bij wege van sanctie te verhalen op de werkgever voor de maximale duur van 52 weken. Deze verhaalsanctie is als het ware de tegenhanger van de zojuist besproken loonsanctie die door het UWV kan worden opgelegd bij de beoordeling van de WIA-aanvraag.
Uitspraak Centrale Raad van Beroep
In een zaak die zich recentelijk voordeed bij de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2019:4) had de bedrijfsarts op 14 november 2014 aan de werkgever geadviseerd om te komen tot een oplossing van het bestaande conflict met de zieke werknemer, door de inschakeling van een mediator. Aan dit advies had de werkgever geen gevolg gegeven. Bij beschikking van 5 februari 2015 is de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer vervolgens met ingang van 15 februari 2015 ontbonden.
Met ingang van 16 februari 2015 heeft het UWV de werknemer een ziektewetuitkering toegekend (de werknemer was sinds 25 augustus 2014 arbeidsongeschikt). Tegelijkertijd heeft het UWV de werkgever een verhaalsanctie voor de duur van 11 weken opgelegd inclusief de verschuldigde werkgeverspremies voor de duur van 11 weken. Dit komt neer op een totaalbedrag van € 7.107,21. Het UWV verwijt de werkgever dat hij geen uitvoering heeft gegeven aan het advies van de bedrijfsarts als gevolg waarvan de werkgever naar het oordeel van het UWV onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De werkgever is het met deze beslissing oneens en wendt zich tot de rechter. De Centrale Raad van Beroep stelt (evenals de rechtbank) het UWV in het gelijk. Volgens de Centrale Raad van Beroep mag in geval van een arbeidsconflict van een werkgever worden verwacht dat daarvoor een oplossing wordt gevonden. Het beroep van de werkgever op de nog resterende korte duur van de arbeidsovereenkomst in relatie tot de hoge kosten van een mediationtraject, wordt door de Centrale Raad van Beroep verworpen. Dit met name omdat de werkgever zelf om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gevraagd, waardoor de nog resterende korte duur van de arbeidsovereenkomst naar het oordeel van de Centrale Raad van Beroep het gevolg is van de keuze van de werkgever zelf. Conclusie: het UWV heeft de werkgever terecht een verhaalsanctie opgelegd.
Advies voor de praktijk
Denk niet te lichtvaardig over uw re-integratieverplichtingen. Ook al heeft uw zieke werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, dan ontslaat dat u niet van uw re-integratieverplichtingen. In beginsel heeft u dezelfde re-integratieverplichtingen als voor uw zieke werknemers met aan arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het UWV toetst deze re-integratieverplichtingen op het moment dat uw werknemer na afloop van zijn arbeidsovereenkomst een ziektewetuitkering aanvraagt.
Voor wat betreft het kostenaspect geldt dat alleen financiële inspanningen worden gevergd, die redelijk zijn ook met het oog op de resterende duur van de arbeidsovereenkomst. Het UWV hanteert hiervoor als praktische lijn dat de kosten niet meer bedragen dan 70% van het nog te betalen loon over de resterende duur van het dienstverband. Financiële belemmeringen leveren echter geen geldig argument op om van re-integratie-inspanningen af te zien. U kunt namelijk een participatieverzoek indienen bij het UWV, wat inhoudt dat het UWV bijdraagt in de kosten van het re-integratietraject en/of een reeds ingezet traject na het einde van de arbeidsovereenkomst continueert.
Dirkzwager heeft een speciaal team Ziekte en Arbeidsongeschiktheid. Mocht u vragen hebben op het terrein van ziekte of arbeidsongeschiktheid, dan kunt u contact opnemen met Anique Sauvé.