WNT-weetje: Wat is de maximale beëindigingsvergoeding bij ontslag van een topfunctionaris?

4 juli 2019, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
In eerdere artikelen hebben mijn collega Henk Hoving en ik u al bericht over de beëindigingsvergoeding op grond van de WNT en de cumulatie met de transitievergoeding, naar aanleiding van recente rechtspraak. In dit artikel zal ik huidige stand van zaken naar aanleiding van het juridisch kader en de rechtspraak uiteenzetten.
Annelinde Janssen
Annelinde Janssen
Advocaat - Senior
In dit artikel

Juridisch kader

Op grond van artikel 2.10 WNT is de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband maximaal € 75.000,-. In geval van een parttime dienstverband word dit bedrag naar rato vastgesteld. Uit artikel 1.1 sub i WNT volgt dat buiten de reikwijdte van artikel 2.10 WNT de uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde cao of een wettelijk voorschrift vallen. Dit is verder uitgewerkt in artikel 4 lid 2 Uitvoeringsregeling WNT. De aanspraak op de transitievergoeding volgt uit een wettelijk voorschrift, namelijk artikel 7:673 BW. Dit is ook expliciet opgenomen in artikel 10b Beleidsregels WNT 2019. Dit betekent dat in beginsel cumulatie van de transitievergoeding en de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband van maximaal € 75.000,- mogelijk is.

Een uitzondering hierop is het Besluit overgangsrecht transitievergoeding. In artikel 3 van dit besluit is geformuleerd dat individuele afspraken gemaakt vóór 1 juli 2015 ertoe leiden dat de betreffende topfunctionaris moet kiezen tussen de transitievergoeding en de contractuele afspraak (de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband op grond van de WNT). Cumulatie is in dat geval dus niet toegestaan. Indien de contractuele beëindigingsvergoeding wordt overeengekomen na 1 juli 2015 of de huidige afspraak (of onderdelen daarvan) wordt gewijzigd of verlengd, dan is dit besluit niet van toepassing en kan er wel sprake zijn van cumulatie.

Cumulatie van de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband en de transitievergoeding is enkel mogelijk indien de transitievergoeding is verschuldigd op grond van het wettelijk voorschrift. Bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst is dit niet geval, waardoor de maximale beëindigingsvergoeding (inclusief transitievergoeding) € 75.000,- mag bedragen. Indien er wordt opgezegd met instemming van de topfunctionaris, is de transitievergoeding wél verschuldigd op grond van de wet. Indien de WNT-instelling met de topfunctionaris een vertrekregeling wil treffen, zal deze hiermee rekening dienen te houden.

Jurisprudentie

De rechtbank Amsterdam heeft in 2016 geoordeeld dat cumulatie van de transitievergoeding en de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband niet mogelijk is, gelet op de bedoeling van de WNT (ECLI:NL:RBAMS:2016:3672). Beide vergoedingen zijn immers bedoeld als compensatie van het ontslag. Cumulatie is enkel mogelijk, indien beide bedragen tezamen onder het wettelijk maximum van de WNT blijven.

Eerdere uitspraken van zowel de Rechtbank Amsterdam, als de CRvB gaven echter aan dat cumulatie wel mogelijk is (ECLI:NL:RBAMS:2015:5481 en CRvB 30 november 2015, NJB 2015, 1436). Gelet op de wettekst, lijkt mij dit de juiste toepassing van de wet.

Conclusie

Gelet op het juridisch kader is cumulatie van de transitievergoeding en de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband in bepaalde gevallen mogelijk. Enkel bij de toepasselijkheid van het Besluit overgangsrecht transitievergoeding is dit anders. Ondanks de verschillende jurisprudentie, bieden de Beleidsregels WNT 2019 hierover duidelijkheid. Een WNT-instelling dient wel bedacht te zijn op de situatie dat de transitievergoeding voortvloeit uit de wet. Dit betekent dat bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst geen cumulatie mogelijk is. Opzegging met instemming door de topfunctionaris biedt voor beide partijen een uitkomst om alsnog te kunnen cumuleren.

Gerelateerd

Raad van State niet overtuigd van Wet VBAR: ‘fundamentele hervormingen ontbreken’

De afdeling Advisering van de Raad van State (hierna: “de Raad”) heeft stevige kritiek geuit op het wetsvoorstel Wet Verduidelijking Beoordeling...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

Klokkenluider of schender van bedrijfsgeheimen en privacyrechten? Wat werkgevers moeten weten en doen

Goed omgaan met meldingen en acties van werknemers die (mogelijk) klokkenluider zijn, is complex. Dit illustreert een recente uitspraak van gerechtshof Den...

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.
No posts found