De WNT ziet erop om hoge inkomens van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector te normeren. Om die reden is er een absoluut bezoldigingsmaximum opgenomen en is exact ingekaderd welke componenten wel- en niet tot het bezoldigingsmaximum behoren. Bij de inwerkingtreding van de WNT in 2013 is dan ook bepaald dat variabele beloning, zoals bonussen, niet is toegestaan. Zo was in artikel 2.11 opgenomen: “Partijen komen geen winstdelingen, bonusbetalingen of andere vormen van variabele beloning overeen, tenzij die overeenkomst betrekking heeft op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde uitzonderingen.”
Immers paste dit niet in het kader van het beperken van bezoldiging. Sinds 1 juli 2017 is deze wetgeving met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 veranderd. Artikel 2.11 WNT is dan ook geschrapt. Sindsdien is het ook bij de bezoldiging van een topfunctionaris toegestaan om variabele beloningen toe te kennen. Dit betekent dat ook een topfunctionaris een bonus kan ontvangen. Wel blijft het algehele bezoldigingsmaximum gelden, waardoor zowel het vaste als het variabele deel van de bezoldiging tezamen binnen het maximum moet passen.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Voor topfunctionarissen die met hun bezoldiging al tegen het geldende bezoldigingsmaximum aan zitten, zal deze variabele beloning geen verschil maken. Immers wordt deze variabele beloning meegenomen in het algehele bezoldigingsmaximum, waardoor al snel sprake zal zijn van een overschrijding waardoor deze bezoldiging onverschuldigd is betaald (op grond van artikel 1.6 WNT). De WNT-instelling zal de onverschuldigde betaling terug moeten vorderen de topfunctionaris, kwijtschelding of een schenking is niet toegestaan.
Voor topfunctionarissen die nog wel ruimte binnen het geldende bezoldigingsmaximum hebben, kan dit betekenen dat er een mogelijkheid bestaat om een variabele beloning toe te kennen. Bijvoorbeeld indien het bedrijf financieel een goed jaar heeft gehad of indien de topfunctionaris zelf uitzonderlijke prestaties heeft geleverd.
Enkel de bonus die fiscaal gezien onbelast kan worden uitgekeerd, valt niet onder het bezoldigingsbegrip (artikel 2 lid 2 sub f Uitvoeringsregeling WNT). Dit zijn de jubileumgratificaties bij het bereiken van een diensttijd van 25 en 40 jaar (artikel 11 lid 1 sub o Wet op de Loonbelasting 1964). Andere jubileumgratificaties, die bijvoorbeeld op basis van een personeelshandboek worden uitgekeerd, worden wel meegenomen bij de totale bezoldiging.
Het voorgaande leidt ertoe dat er meer flexibiliteit is gekomen in de bezoldigingscomponenten van de topfunctionaris, maar dit leidt niet tot een hoger bezoldigingsmaximum. Voorzichtigheid bij het vaststellen van de bezoldiging is hierbij altijd geboden.