In artikel 10 van de Beleidsregels WNT 2020 is opgenomen dat onvrijwillige non-activiteit, voorafgaand aan einde dienstverband niet geldt als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, maar als bezoldiging. Dit betekent dat de norm van € 75.000,- voor een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband niet van toepassing is. Het salaris gedurende deze vrijstelling wordt wel meegeteld bij het toepasselijke bezoldigingsmaximum. Er is enkel sprake van onvrijwillige non-activiteit indien voldaan is aan de volgende 3 voorwaarden.
1. De non-activiteit is eenzijdig door de werkgever opgelegd;
2. De topfunctionaris heeft uitdrukkelijk en aantoonbaar niet met de non-activiteit ingestemd, enerzijds doordat de topfunctionaris daartegen heeft geprotesteerd en anderzijds doordat de topfunctionaris zich bereid heeft verklaard tot en beschikbaar heeft gesteld voor het verrichten van zijn of haar arbeid, en;
3. De periode van non-activiteit niet langer duurt dan noodzakelijk voor partijen om afspraken te maken en besluiten te nemen over de beëindiging, dan wel voortzetting van het dienstverband, waarbij een periode van drie maanden (die eenmaal, gemotiveerd, met drie maanden kan worden verlengd) in het algemeen als voldoende wordt beschouwd voor partijen om uit een impasse te komen.
In het kader van een vertrekregeling is het dus niet mogelijk om tussen partijen ‘af te spreken’ dat de topfunctionaris wordt vrijgesteld met behoud van zijn bezoldiging, zonder dat dit wordt aangemerkt als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. Er is dan inmiddels geen sprake van onvrijwillige non-activiteit, nu de topfunctionaris in dat geval instemt met de vrijstelling van werk. De WNT-instelling kan wel eenzijdig beslissen de topfunctionaris op non-actief te stellen, waartegen de topfunctionaris dan in bezwaar moet. Dit is echter niet mogelijk als onderdeel van de vertrekregeling.
Zoals ik in dit artikel ook al aangaf, blijkt misbruik van deze bepaling mogelijk. Immers kunnen partijen ensceneren dat sprake is van een eenzijdige non-actiefstelling, waarbij de topfunctionaris (voor de vorm) aangeeft bereid te zijn de werkzaamheden te hervatten. In dat geval zullen alle concrete omstandigheden moeten worden beoordeeld, om alsnog omzeiling en misbruik van de WNT te voorkomen.
Indien een non-actiefstelling niet mogelijk blijkt binnen de grenzen van de WNT, kan altijd tussen de topfunctionaris en WNT-instelling worden besproken of het mogelijk is dat de topfunctionaris de opgebouwde vakantiedagen opneemt tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst. Immers gaf ik eerder aan in dit artikel dat bij einde dienstverband slechts een beperkt aantal vakantiedagen kan worden uitbetaald binnen de grenzen van de WNT. Echter is het opnemen van vakantiedagen voorafgaand aan de einddatum wel toegestaan. Dit zou aldus een oplossing kunnen vormen voor beide partijen.
Mocht u als WNT-instelling of als topfunctionaris te maken hebben met een vertrekregeling, dan denk ik graag met u mee!