WNT-weetje: Hoe zit het met vrijstelling van werk in het kader van een vertrekregeling van een topfunctionaris?

14 oktober 2020, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
In 2017 berichtte ik u al over de vrijstelling van werk onder de WNT. Uit de jurisprudentie volgde dat vrijstelling van werk mogelijk was, indien dit eenzijdig door de WNT-instelling was opgelegd en de topfunctionaris hiertegen in bezwaar ging. In dit artikel ga ik in op de hiervoor vastgelegde regelgeving.
Annelinde Janssen
Annelinde Janssen
Advocaat - Senior
In dit artikel

In artikel 10 van de Beleidsregels WNT 2020 is opgenomen dat onvrijwillige non-activiteit, voorafgaand aan einde dienstverband niet geldt als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, maar als bezoldiging. Dit betekent dat de norm van € 75.000,- voor een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband niet van toepassing is. Het salaris gedurende deze vrijstelling wordt wel meegeteld bij het toepasselijke bezoldigingsmaximum. Er is enkel sprake van onvrijwillige non-activiteit indien voldaan is aan de volgende 3 voorwaarden.

1. De non-activiteit is eenzijdig door de werkgever opgelegd;
2. De topfunctionaris heeft uitdrukkelijk en aantoonbaar niet met de non-activiteit ingestemd, enerzijds doordat de topfunctionaris daartegen heeft geprotesteerd en anderzijds doordat de topfunctionaris zich bereid heeft verklaard tot en beschikbaar heeft gesteld voor het verrichten van zijn of haar arbeid, en;
3. De periode van non-activiteit niet langer duurt dan noodzakelijk voor partijen om afspraken te maken en besluiten te nemen over de beëindiging, dan wel voortzetting van het dienstverband, waarbij een periode van drie maanden (die eenmaal, gemotiveerd, met drie maanden kan worden verlengd) in het algemeen als voldoende wordt beschouwd voor partijen om uit een impasse te komen.

In het kader van een vertrekregeling is het dus niet mogelijk om tussen partijen ‘af te spreken’ dat de topfunctionaris wordt vrijgesteld met behoud van zijn bezoldiging, zonder dat dit wordt aangemerkt als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. Er is dan inmiddels geen sprake van onvrijwillige non-activiteit, nu de topfunctionaris in dat geval instemt met de vrijstelling van werk. De WNT-instelling kan wel eenzijdig beslissen de topfunctionaris op non-actief te stellen, waartegen de topfunctionaris dan in bezwaar moet. Dit is echter niet mogelijk als onderdeel van de vertrekregeling.

Zoals ik in dit artikel ook al aangaf, blijkt misbruik van deze bepaling mogelijk. Immers kunnen partijen ensceneren dat sprake is van een eenzijdige non-actiefstelling, waarbij de topfunctionaris (voor de vorm) aangeeft bereid te zijn de werkzaamheden te hervatten. In dat geval zullen alle concrete omstandigheden moeten worden beoordeeld, om alsnog omzeiling en misbruik van de WNT te voorkomen.

Indien een non-actiefstelling niet mogelijk blijkt binnen de grenzen van de WNT, kan altijd tussen de topfunctionaris en WNT-instelling worden besproken of het mogelijk is dat de topfunctionaris de opgebouwde vakantiedagen opneemt tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst. Immers gaf ik eerder aan in dit artikel dat bij einde dienstverband slechts een beperkt aantal vakantiedagen kan worden uitbetaald binnen de grenzen van de WNT. Echter is het opnemen van vakantiedagen voorafgaand aan de einddatum wel toegestaan. Dit zou aldus een oplossing kunnen vormen voor beide partijen.

Mocht u als WNT-instelling of als topfunctionaris te maken hebben met een vertrekregeling, dan denk ik graag met u mee!

Gerelateerd

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.

PensioenPost #13 – Vaststellingsovereenkomst en wederzijdse dwaling: het belang van aandacht voor pensioen bij beëindigen arbeidsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst (VSO) is een juridisch instrument waarmee werkgevers en werknemers hun arbeidsovereenkomst in onderling overleg kunnen...

PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en...

PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?

In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
No posts found