WNT-weetje: Hoe zit het met vakantiegeld onder de WNT?

11 november 2020, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Een topfunctionaris van een WNT-instelling heeft op grond van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag (“WML”) recht op 8% vakantiegeld. In de praktijk wordt deze vakantietoeslag, net als bij andere ‘reguliere’ werknemers maandelijks gereserveerd en éénmaal per jaar in de maand juni uitgekeerd. Bij een topfunctionaris zou dit (bij een einde van het dienstverband) kunnen leiden tot problemen. Dit artikel gaat hierop nader in.
Annelinde Janssen
Annelinde Janssen
Advocaat - Senior
In dit artikel

Wat zegt de wet?

Een werknemer heeft (in principe) recht op 8% vakantiegeld op grond van artikel 15 WML. Deze vakantietoeslag wordt normaliter eenmaal per jaar uitbetaald in de maand juni (artikel 17 lid 1 WML). De werknemer bouwt aldus vakantietoeslag op van 1 juni tot en met 31 mei van het jaar daaropvolgend. Het is mogelijk om bij schriftelijke overeenkomst af te wijken van de eenmalige betaling, waardoor het ook mogelijk is om maandelijks de vakantietoeslag uit te betalen (artikel 17 lid 2 WML). Tevens geldt dat bij het einde van de dienstbetrekking de werknemer recht heeft op de tot dat moment opgebouwde vakantietoeslag (artikel 17 lid 3 WML).

Een topfunctionaris is tevens werknemer, indien deze op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is. Dit betekent dat ook de topfunctionaris veelal eenmaal per jaar zijn opgebouwde vakantiegeld van 8% krijgt uitbetaald. Bij het einde van het dienstverband heeft de topfunctionaris tevens recht op uitbetaling van het opgebouwde vakantiegeld.

Hoe verhoudt zich dit tot de WNT?

Bij een uitbetaling van het opgebouwde vakantiegeld bij einde dienstverband van een topfunctionaris kan er een probleem ontstaan op grond van de WNT. Dit komt omdat op de topfunctionaris een bezoldigingsmaximum van toepassing is. Dit betekent dat de betalingen die de topfunctionaris ontvangt worden genormeerd. Ook de uitbetaling van deze vakantietoeslag wordt gezien als bezoldiging in het kader van de WNT (artikel 2 lid 1 onder b Uitvoeringsregeling WNT) en daarom meegenomen in de toets van het bezoldigingsmaximum.

Indien de topfunctionaris bijvoorbeeld 1 februari 2021 uit dienst gaat, verkrijgt de topfunctionaris ook vakantietoeslag uitgekeerd welke de topfunctionaris heeft opgebouwd vanaf 1 juni 2020. Dit kan ertoe leiden dat deze uitbetaling het geldende bezoldigingsmaximum uit de WNT overschrijdt. Dit geldt temeer nu het bezoldigingsmaximum bij een einde dienstverband naar rato wordt vastgesteld gelet op de duur van het dienstverband. In het voorgenoemde voorbeeld betekent dit dat het bezoldigingsmaximum enkel wordt vastgesteld over de maand januari, terwijl de topfunctionaris wel vakantietoeslag krijgt uitbetaald over 8 maanden.

Omdat de vakantietoeslag voor het grootste gedeelte ziet op 2020, is hier in de WNT een regeling voor opgenomen. In artikel 3 Uitvoeringsregeling WNT is opgenomen dat een component van de bezoldiging wordt toegerekend aan de bezoldiging van het kalenderjaar waarin deze component in de salarisadministratie wordt verwerkt óf aan het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft indien dit een eerder kalenderjaar is dan waarin deze in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Kortgezegd betekent het voorgaande dat het deel van de vakantietoeslag dat ziet op 2020 en is opgebouwd in 2020, kan worden toegerekend aan het bezoldigingsmaximum over 2020. Voor de bezoldiging over 2021 geldt dan enkel de vakantietoeslag die is opgebouwd in 2021. Indien hiervoor ruimte is binnen het geldende bezoldigingsmaximum over het jaar 2020, is dit geen probleem. De eindafrekening zal dan niet tot problemen leiden. Echter, uit de praktijk blijkt dat topfunctionarissen per kalenderjaar veelal aan het maximumbedrag zitten van de bezoldiging. Dit komt ook omdat binnen de ruimte die er is bijvoorbeeld nog een variabele beloning wordt uitgekeerd (zie hierover ook dit artikel). Immers is de WNT-instelling wellicht in 2020 nog niet bekend met het mogelijke einde van het dienstverband in 2021. Bij het bereiken van de maximale bezoldigingsnorm is toerekening aan enig kalenderjaar niet meer mogelijk en zal dit tot onverschuldigde betalingen leiden. De topfunctionaris verkrijgt dan niet de opgebouwde vakantietoeslag, terwijl zowel de WNT-instelling als de topfunctionaris er vanuit gingen dat deze 8% gewoon werd uitgekeerd.

Hoe op te lossen?

Voor nieuwe arbeidsovereenkomsten met topfunctionarissen adviseer ik om schriftelijk in de arbeidsovereenkomst op te nemen dat de vakantietoeslag maandelijks wordt uitbetaald met het reguliere salaris. In dat geval vindt de uitbetaling plaats op het moment dat het is opgebouwd. Voor bestaande arbeidsovereenkomsten is het mogelijk om hierover een wijziging af te spreken. Wel is daarbij van belang dat in het wijzigingsjaar goed moet worden gekeken of het bezoldigingsmaximum dan niet alsnog wordt overschreden. Immers wordt dan opnieuw meer vakantietoeslag uitbetaald. Uiteraard denk ik graag mee om, in overleg met de accountant van de WNT-instelling, tot een oplossing te komen. Tot slot is het goed om te weten dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich bewust is van deze problematiek. Het is dus afwachten of hierover iets wordt gewijzigd in de bestaande wet- en regelgeving. Ik houd u hiervan op de hoogte!

Raad van State niet overtuigd van Wet VBAR: ‘fundamentele hervormingen ontbreken’

De afdeling Advisering van de Raad van State (hierna: “de Raad”) heeft stevige kritiek geuit op het wetsvoorstel Wet Verduidelijking Beoordeling...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

Klokkenluider of schender van bedrijfsgeheimen en privacyrechten? Wat werkgevers moeten weten en doen

Goed omgaan met meldingen en acties van werknemers die (mogelijk) klokkenluider zijn, is complex. Dit illustreert een recente uitspraak van gerechtshof Den...

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.
No posts found