WMO-aanbesteding: keuzevrijheid ZIN of PGB

10 november 2015, laatst geüpdatet 11 september 2024
De Groningse kort gedingrechter heeft onlangs overwogen dat gemeenten de burger niet mogen beperken in hun keuze voor zorg in natura (ZIN) of persoonsgebonden budget (PGB). De rechter oordeelde daarom dat een gemeentelijke aanbesteding van ZIN onrechtmatig was. De gemeenten hadden namelijk zodanige PGB-voorwaarden gesteld, waardoor eerder ZIN in plaats van PGB zou moeten worden geleverd.Een twaalftal gemeenten is in juni 2015 een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure gestart ten behoe...
Tony van Wijk 
Tony van Wijk 
Advocaat - Partner
In dit artikel
De Groningse kort gedingrechter heeft onlangs overwogen dat gemeenten de burger niet mogen beperken in hun keuze voor zorg in natura (ZIN) of persoonsgebonden budget (PGB). De rechter oordeelde daarom dat een gemeentelijke aanbesteding van ZIN onrechtmatig was. De gemeenten hadden namelijk zodanige PGB-voorwaarden gesteld, waardoor eerder ZIN in plaats van PGB zou moeten worden geleverd.

Een twaalftal gemeenten is in juni 2015 een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure gestart ten behoeve van de inkoop van maatwerkvoorzieningen als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het doel van deze aanbesteding was het contracteren van zorgaanbieders voor het verstrekken van zorg in natura aan cliënten op grond van de Wmo 2015.

In de aanbestedingsdocumenten was opgenomen dat het een gecontracteerde aanbieder niet is toegestaan om, binnen het cluster van gemeenten waarin hij gecontracteerd is, de betreffende diensten middels PGB te leveren, maar slechts middels ZIN. Daarnaast zou de gecontracteerde aanbieder zich verplichten om in gesprek te gaan met bestaande cliënten die zorg ontvangen op grond van PGB, met als doel – waar mogelijk en wenselijk – ze in plaats daarvan te laten kiezen voor ZIN.

Een van de inschrijvers, De Noorderbrug, maakt bezwaar tegen deze PGB-voorwaarden. De Noorderbrug voert met name aan dat de PGB-voorwaarden onrechtmatig zijn omdat de gemeenten hiermee hun bevoegdheid en taak tot het inkopen van goede ZIN misbruiken, door ze te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid en taak in de Wmo 2015 zijn verleend. De Noorderbrug stelt dat burgers een keuzevrijheid hebben tussen ZIN of PGB, en dat de gemeenten die keuzevrijheid niet mag beperken. De gemeenten menen echter dat het hen vrijstaat om door middel van deze PGB-voorwaarden op indirecte wijze te realiseren dat zorgvragers zoveel mogelijk ZIN ontvangen en zo weinig mogelijk PGB-zorg.

De rechter stelt De Noorderbrug in het gelijk, en oordeelt daarbij dat uit de wetsgeschiedenis van de Wmo 2015 blijkt dat de wetgever een volledige vrijheid aan burgers heeft willen bieden als het gaat om de keuze tussen ZIN en PGB-zorg. In de wetsgeschiedenis staat bijvoorbeeld:

“Uitgangspunt is dat de cliënt een maatwerkvoorziening «in natura» krijgt .De mogelijkheid van het toekennen van een persoonsgebonden budget bestaat echter, indien de aanvrager dit wenst.”( Kamerstukken II 2013-2014, 33 841, nr. 3, p. 152).

“Wie zorg nodig heeft, hoort zoveel mogelijk ruimte te krijgen om die zorg naar eigen wens in te vullen. Om die keuzevrijheid te borgen is een gelijkwaardige toegang tot het persoonsgebonden budget en zorg in natura belangrijk.” (Kamerstukken II 2013-2014, 33 841, nr. 103).

Met het oog hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat het onrechtmatig is om deze PGB-voorwaarden te stellen. Als het de gecontracteerde zorgaanbieder verboden wordt om nieuwe PGB-overeenkomsten te sluiten, wordt er door de gemeenten een inrichting van de zorg opgelegd die onverenigbaar zou zijn met de keuzevrijheid die de wetgever heeft bedoeld. Door deze voorwaarden te stellen gebruiken de gemeenten hun bevoegdheid tot het inkopen van ZIN-zorg voor een ander doel dan waarvoor deze bevoegdheid is verleend, aldus de rechter.

De voorzieningenrechter heeft de gemeente dan ook bevolen deze aanbesteding te staken en verboden om een heraanbesteding te houden met toepassing van de PGB-voorwaarden.

Gerelateerd

Annotatie in Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN) over wezenlijke wijziging bij verstrijken contractuele termijn

In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN 2024/77, afl. 4) is een noot van Tony van Wijk en Mathijs Jonkers verschenen over de vraag of het...

Gemeenten en zorgaanbieders opgelet: AMvB reële prijzen Jeugdwet per 1 juli in werking getreden

Op 1 juli 2024 is de AMvB reële prijzen Jeugdwet (‘AMvB’) in werking getreden. Met deze AMvB worden voor gemeenten nadere regels gesteld omtrent het...

Boete voor kartelvorming bij aanbestedingen: het belang van onmiddellijk distantiëren van ontvangen concurrentiegevoelige informatie

[authors value=' ' /] De ACM heeft in 2020 een boete opgelegd aan twee dakdekkers in Amsterdam die hun inschrijfprijs in het kader van een aanbesteding...

Verstrijken contractueel overeengekomen termijn levert geen wezenlijke wijziging op

Het verstrijken van een overeengekomen contractuele termijn levert volgens de Utrechtse voorzieningenrechter in beginsel geen materiële wijziging op van de...

ACM mag Marktverkenning naar ICT in de zorg (en de rol van Chipsoft) alsnog publiceren

Op 21 november 2023 heeft de ACM de Marktverkenning ICT in de zorg gepubliceerd die KPMG in 2020 voor haar heeft uitgevoerd. Publicatie heeft even op zich...

Nieuwe (hogere) de-minimisdrempels voor staatssteun per 1 januari 2024

[authors value=' ' /] De nieuwe de minimisverordeningen zijn op 15 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Zij voorzien in...
No posts found