Merkbescherming
De houder van een ouder merk kan bij het bestaan van verwarringsgevaar actie ondernemen tegen een jonger merk. Dat is onder meer het geval als het jongere merk gelijk is aan of overeenstemt met het oudere merk, betrekking heeft op gelijke of overeenstemmende waren of diensten, waardoor bij het publiek gevaar voor verwarring ontstaat.
Actie is ook mogelijk als het betwiste merk ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of doet afbreuk aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere merk.
Merkinbreuk?
Gesteld wordt dat de inschrijving voor ’S SUPERMAX’ als merk op visueel, auditief en begripsmatig vlak overeenstemt met de merken die Max Verstappen (via zijn onderneming) reeds houdt en met het ‘algemeen bekende merk’ MAX VERSTAPPEN. Het element MAX zou het onderscheidende element zijn, waarop de nadruk ligt. Het element MAX zou evident naar Max Verstappen verwijzen, zo wordt gesteld.
Ook zou met het merk ’S SUPERMAX’ ongerechtvaardigd voordeel worden getrokken uit of afbreuk worden gedaan aan de reputatie en/of het onderscheidend vermogen van de merken van Max Verstappen (z’n onderneming) doordat met het bestreden merk in het kielzog wordt gevaren van zijn bekende merken. Er zou misbruik worden gemaakt van de verzilverbare reputatie van MAX en MAX VERSTAPPEN en ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit die reputatie.
Verwarringsgevaar?
Het Bureau voor de Intellectuele Eigendom waar deze zaak voorligt, oordeelt als volgt:
‘Het ingeroepen merk bestaat uit de naam Max Verstappen. Een naam heeft in beginsel geen specifieke betekenis. Dit is slechts anders wanneer de naam in kwestie een conceptueel symbool is geworden, bijvoorbeeld door de bekendheid van het personage dat die naam draagt, of wanneer de desbetreffende naam een duidelijke en terstond herkenbare semantische inhoud heeft. Nu Max Verstappen een wereldbekende autocoureur is, is het voor het publiek direct duidelijk dat het ingeroepen merk verwijst naar deze autocoureur.
In het betwiste merk zal het woordelement SUPERMAX door het publiek worden opgevat als combinatie van de woorden ‘super’ en ‘max’. Het woord ‘max’ kan hierbij worden opgevat als afkorting van ‘maximaal’ of ‘maximum’. De woorden ‘super’ en ‘max’ kunnen worden opgevat als aanprijzende hoedanigheid en het onderscheidend vermogen van deze woorden is derhalve beperkt. Een deel van het publiek kan het woord MAX ook opvatten als jongensnaam. De combinatie ‘supermax’ heeft echter geen duidelijke betekenis’
He Bureau is er echter niet van overtuigd, zonder nadere onderbouwing, dat het publiek MAX in het betwiste merk zal opvatten als een verwijzing naar Max Verstappen.
Naar het oordeel van het Bureau zal het publiek in dit geval ook een groter onderscheidend vermogen toekennen aan de niet veel voorkomende familienaam VERSTAPPEN dan aan de veel voorkomende voornaam MAX. Tevens oordeelt het Bureau dat in het betwiste merk S SUPERMAX het element MAX niet dominant is, nu dit het laatste deel van het merk betreft, en zelfs zwak onderscheidend is (ook omdat het betwiste merk ook opvallend figuratief element S aan het begin bevat). Visueel en auditief is er slechts een geringe mate van overeenstemming.
Voor de betrokken waren wordt geoordeeld dat deze wel (grotendeels) identiek zijn, namelijk veelal waren die voor merchandising worden ingezet, vlaggen en kleding.
Max Verstappen bekend?
Het Bureau oordeelt verder dat ‘[h]oewel de persoon Max Verstappen zeer bekend is als autocoureur, hetgeen door de ingediende bewijzen wordt bevestigd, naar het oordeel van het Bureau niet [is] aangetoond dat MAX of MAX VERSTAPPEN een bekend merk is voor de onder deze merken geregistreerde waren zoals kleding e.d.’
Gelet op de voorgaande factoren, is het Bureau van oordeel dat het relevante publiek meer aandacht zal hebben voor de verschillen tussen de tekens, dan voor de overeenkomsten zodat er geen sprake zal zijn van verwarringsgevaar.
Ongerechtvaardigd voordeel trekken?
De stelling dat MAX VERSTAPPEN een algemeen bekend merk is, haalt het ook niet. Het Bureau oordeelt op basis van de ingediende stukken dat alleen kan worden vastgesteld dat Max Verstappen een bekend persoon is. Dat MAX VERSTAPPEN ook een bekend merk is (voor kleding e.d.), is naar het oordeel van het Bureau niet aangetoond.
De stelling dat sprake zou zijn van een poging mee te liften op het succes en de verzilverbare reputatie van Max Verstappen kan volgens het Bureau in deze procedure niet aan de orde komen, maar mogelijk wel in een procedure voor de rechter.
De vordering van Max Verstappen (zijn onderneming) is in deze zaak daarom afgewezen
GO TO THE MAX?
In een ander vergelijkbaar een merkengeschil, over GO TO THE MAX, won de meervoudig wereldkampioen Formule 1 overigens ook niet. Daarin is een vergelijkbare redenering gevolgd door het Bureau, waarbij aanvullend is geoordeeld dat GO TO THE MAX door in ieder geval een deel van het publiek kan worden opgevat als een verwijzing naar ‘maximaal’ of ‘maximum’. Ook is GO TO THE MAX een bekende uitdrukking/slogan, waarin MAX geen zelfstandige en onderscheidende plaats heeft.
Conclusie
Deze merkengeschillen laten zien dat overeenstemming van slechts één merkelement niet per se voldoende is om merkrechtelijk verwarringsgevaar aan te nemen, omdat steeds globaal gekeken moet worden naar de beoordeling van de beweerdelijk conflicterende merken.
Ook wordt in deze merkenzaken niet aangenomen dat omdat Max Verstappen een bekend persoon is, MAX VERSTAPPEN als merk (dus) ook bekend is.