In de meeste belastingverdragen is bepaald dat een bestuurder of commissaris van een bedrijf belastingplichtig is in het land waar de vennootschap is gevestigd. Is het bedrijf gevestigd in een ander land dan het woonland, dan kan het probleem van dubbele belastingheffing ontstaan: het loon is belast in zowel het land waar de vennootschap gevestigd is, als in het woonland (als onderdeel van het wereldinkomen). Om deze dubbele belastingheffing te voorkomen is in belastingverdragen vastgelegd welk land het heffingsrecht heeft (het woonland of het werkland) en hoe het woonland voorkoming van dubbele belastingheffing verleent. Er bestaan in principe twee methoden op basis waarvan een woonland voorkoming van dubbele belasting kan verlenen: de verrekeningsmethode en de vrijstellingsmethode.
Bij besluit van 18 juli 2008 heeft de Staatssecretaris goedgekeurd dat aan bestuurders en commissarissen onder bepaalde voorwaarden voorkoming van dubbele belasting mag worden verleend op basis van de vrijstellingsmethode (hierna: het goedkeurende beleid). Dit goedkeurende beleid zal per 1 januari 2023 komen te vervallen. Voor bestuurders of commissarissen die op dit moment gebruik maken van het goedkeurende beleid kan dit vergaande gevolgen hebben. In onderstaande blog bespreken wij de verschillen tussen de vrijstellings- en de verrekeningsmethode en zetten wij de mogelijke gevolgen van het vervallen van het goedkeurende beleid voor u uiteen.
Verschillende voorkomingsmethoden
-
Verrekeningsmethode
Indien het land waar de vennootschap is gevestigd (het werkland) belasting mag heffen over bestuurders- of commissarisbeloningen die een in Nederland wonende bestuurder of commissaris geniet, dan zal Nederland (als woonland) aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verlenen. Hierbij geldt onder vrijwel alle belastingverdragen dat Nederland een aftrek verleent ter grootte van de in het andere land daadwerkelijk betaalde belasting (de verrekeningsmethode of tax credit methode). Hieronder een voorbeeld ter illustratie.
Voorbeeld toepassing verrekeningsmethode
U woont in Nederland en verricht bestuurderswerkzaamheden voor een in Duitsland gevestigde onderneming. Uw belastbare inkomen uit werk en woning (box 1) is € 50.000. Uw inkomen bestaat uit € 10.000 loon uit Nederland en € 40.000 loon uit Duitsland. Stel dat uw berekende Nederlandse inkomstenbelasting € 9.000 bedraagt. Over de Duitse inkomsten bent u in Duitsland € 6.000 verschuldigd. Op grond van het belastingverdrag moet Nederland voorkoming van dubbele belastingheffing geven op basis van de verrekeningsmethode.
Op basis van Nederlandse maatstaven bedraagt de maximale verrekening (€ 40.000 / € 50.000) * € 9.000= € 7.200. In dit geval is de in Duitsland betaalde belasting lager dan het bedrag dat naar Nederlandse maatstaven maximaal verrekend mag worden. Bij toepassing van de verrekeningsmethode mag alleen het lagere bedrag van de op basis van Duitse wetgeving verschuldigde € 6.000 verrekend worden met uw inkomstenbelasting in Nederland. In feite betaalt u in Nederland nog € 1.200 belasting over het Duitse inkomen.
-
Vrijstellingsmethode
Als dat voor de bestuurder of commissaris gunstiger is, dan kan op dit moment op basis van het besluit van 18 juli 2008 ook worden gekozen voor toepassing van de vrijstellingsmethode (de methode die doorgaans geldt voor werknemersbeloningen). Hiervoor is echter wel vereist dat aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
- De bestuurders- of commissarisbeloning mag in het andere land niet op een gunstigere wijze worden belast dan de wijze waarop het loon van (in het buitenland wonende) werknemers wordt belast. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer er in het buitenland een lager belastingtarief geldt voor bestuurders of commissarisbeloningen dan voor werknemersbeloningen.
En
- Er mag geen sprake zijn van het ontgaan van belasting.
Bij de berekening van de vrijstellingsmethode gaan we uit van de verhouding tussen het inkomen waarover Nederland volgens het belastingverdrag voorkoming moet geven en het totale (wereld)inkomen. De feitelijk in het andere land betaalde belasting is dan niet relevant voor de berekening. Hieronder een voorbeeld ter illustratie.
Voorbeeld toepassing vrijstellingsmethode
U woont in Nederland en verricht bestuurderswerkzaamheden voor een in Duitsland gevestigde onderneming. Uw belastbare inkomen uit werk en woning (box 1) is € 50.000. Stel dat uw berekende Nederlandse inkomstenbelasting € 9.000 bedraagt. Uw inkomen bestaat uit € 10.000 loon uit Nederland en € 40.000 loon uit Duitsland. Over de Duitse inkomsten bent u in Duitsland € 6.000 belasting verschuldigd. Op grond van het belastingverdrag moet Nederland voorkoming van dubbele belastingheffing geven.
Op basis van de vrijstellingsmethode bedraagt de verrekening ( € 40.000 / € 50.000) * € 9.000= € 7.200. Bij toepassing van deze methode vermindert Nederland de in Nederland te betalen belasting met € 7.200. Naar de in Duitsland verschuldigde belasting wordt in zijn geheel niet gekeken.
Vergelijking voorkomingsmethoden
Op basis van bovenstaande voorbeelden valt in te zien waarom het voor bestuurders of commissarissen vaak gunstiger is om voorkoming van dubbele belasting te krijgen op basis van de vrijstellingsmethode.
In Duitsland wordt € 6.000 betaald en Nederland verlaagt haar belasting met € 7.200. Er wordt een voordeel van € 1.200 behaald. Met het vervallen van het goedkeurende beleid uit het besluit van 18 juli 2008 komt dit voordeel in de meeste gevallen te vervallen.
Gevolgen intrekking goedkeurend beleid
In het besluit van 8 juli 2022 (nr. 2022-178650) heeft de Staatssecretaris van Financiën bepaald dat het goedkeurende beleid zoals hierboven omschreven per 1 januari 2023 komt te vervallen.
Dit heeft tot gevolg dat voor bestuurders- en commissarissenbeloningen vanaf 1 januari 2023 niet langer de mogelijkheid bestaat om op basis van goedkeurend beleid de (gunstigere) vrijstellingsmethode toe te passen als het van toepassing zijnde belastingverdrag de verrekeningsmethode voorschrijft.
Op grond van de meeste verdragen is de verrekeningsmethode van toepassing op de inkomsten die als directeur of commissaris van een buitenlandse vennootschap worden genoten. Er zijn echter ook belastingverdragen, bijvoorbeeld het belastingverdrag tussen Nederland en Hongarije, waarin is overeengekomen dat op directeurs- en commissarisbeloningen de vrijstellingsmethode van toepassing is. In die gevallen heeft het vervallen van het goedkeurende beleid per 1 januari 2023 geen invloed op de manier waarop voorkoming wordt gegeven. Immers, het belastingverdrag schreef altijd al voorkoming van dubbele belasting op grond van de vrijstellingsmethode voor.
Advies
Mocht u op dit moment gebruik maken van het goedkeurende beleid en op uw bestuurders- of commissarisbeloning de vrijstellingsmethode toepassen, dan zal het vervallen van het goedkeurende beleid per 1 januari 2023 naar alle waarschijnlijkheid gevolgen voor u hebben.
Indien wij u van dienst kunnen zijn bij het in kaart brengen van de met ingang van 1 januari 2023 te verwachten gevolgen of u op andere wijze van nadere informatie kunnen voorzien, neem dan gerust contact met ons op.