Vóór besluitvorming en in bezwaar
Nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend kan een bouwplan nog worden gewijzigd als het een wijziging van ondergeschikte aard betreft. De vraag of de wijziging van ondergeschikte aard is, moet per concreet geval worden beantwoord en worden bezien in relatie tot het totale bouwplan. Wijzigingen die in bouwtechnisch en stedenbouwkundig opzicht zeer beperkt zijn en waarbij de uiterlijke verschijningsvorm nauwelijks wijzigt zullen al snel van ondergeschikte aard zijn. Datzelfde geldt voor wijzigingen die eigenlijk uitsluitend het bouwplan verduidelijken (vgl. ABRvS 8 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:935). Uiteindelijk zal de wijziging in de ruimtelijke uitstraling van het bouwplan doorslaggevend zijn. Het is dus mogelijk om vóór besluitvorming het bouwplan op ondergeschikte punten te wijzigen zonder dat daarvoor een nieuwe aanvraag om een omgevingsvergunning behoeft te worden ingediend. Ook hangende bezwaar is het mogelijk om wijzigingen van ondergeschikte aard in het bouwplan door te voeren.
Vóór besluitvorming: ontwerpbesluit
Indien een aanvraag wordt behandeld via de uitgebreide openbare procedure uit afdeling 3.4 van de Awb wordt eerst een ontwerpbesluit ter inzage gelegd en neemt het bevoegd gezag daarna een definitief besluit (waarna beroep openstaat). Na de terinzagelegging van het ontwerpbesluit is het niet meer geoorloofd om zonder nieuw ontwerpbesluit de aanvraag nog te wijzigen en aan te vullen, tenzij de wijziging van ondergeschikte aard is dan wel aannemelijk is dat derden daardoor niet worden benadeeld. Indien sprake is van een wijziging van ondergeschikte aard, hoeft het college ook geen nieuwe verklaring van geen bedenkingen te vragen, omdat er geen reden is om aan te nemen dat de raad in dat geval tot een andere conclusie of motivering zou komen (zie ABRvS 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2205).
In (hoger) beroep
Nadat de omgevingsvergunning is verleend is het nog maar beperkt mogelijk om wijzigingen door te voeren in het bouwplan. Na het nemen van een besluit op de aanvraag is het namelijk niet meer geoorloofd om de aanvraag nog te wijzigen of aan te vullen. Indien de verleende omgevingsvergunning nog niet onherroepelijk is geworden – omdat er (hoger) beroep is ingesteld tegen het besluit tot vergunningverlening – kan de omgevingsvergunning in beginsel slechts gewijzigd worden met een herstelbesluit/wijzigingsbesluit. Het bevoegd gezag dient dan een nieuw besluit te nemen tot wijziging van de eerder verleende (nog niet onherroepelijke) omgevingsvergunning. Artikel 6:19 Awb bepaalt dat het beroep dan van rechtswege mede betrekking heeft op dit besluit. Hiermee wordt vertraging voorkomen: het nieuwe besluit lift mee op het reeds ingediende beroep. De voorbereidingsprocedure hoeft dus niet meer opnieuw doorlopen te worden.
Het lijkt echter mogelijk om – zonder een artikel 6:19-besluit – in (hoger) beroep nieuwe bouwtekeningen over te leggen (met ondergeschikte wijzigingen). Dit was het geval in een uitspraak van de Afdeling van 7 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2631). De vergunninghouder had in hoger beroep gewijzigde bouwtekeningen overgelegd. Het college van B en W had daarna verklaard dat het met het gewijzigde bouwplan kon instemmen en bereid was de gewijzigde tekeningen aan de vergunning toe te voegen. De Afdeling bestuursrechtspraak vond die wijzigingen niet zodanig groot dat daarvoor een nieuwe aanvraag had moeten worden ingediend. Uit het oogpunt van definitieve geschilbeslechting heeft de Afdeling de omgevingsvergunning herroepen en bepaald dat de omgevingsvergunning is verleend op basis van de in beroep overgelegde nieuwe bouwtekeningen. Deze uitspraak lijkt de mogelijkheden om in een beroepsprocedure nog ondergeschikte wijzigingen door te voeren te verruimen.
Onherroepelijke omgevingsvergunning
Het wijzigen van een onherroepelijk verleende omgevingsvergunning behoort niet tot de mogelijkheden. Daarvoor is een nieuwe omgevingsvergunning nodig. Dat is ook zo, indien de wijziging van het onherroepelijk vergunde bouwplan van ondergeschikte aard is. Het afstempelen van revisietekeningen (wat een praktische oplossing zou kunnen zijn) kan dan ook geen wijziging meer aanbrengen aan de onaantastbare omgevingsvergunning (vgl. ABRvS 7 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3277).
Om een onherroepelijk vergund bouwplan te wijzigen dient er een nieuwe omgevingsvergunningaanvraag te worden ingediend. Deze wijzigingen moeten op zichzelf worden beschouwd. Een eerder verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan kan daarom geen kader bieden voor eventuele toekomstige vergunningsaanvragen voor andere bouwplannen. Dat betekent dat een gewijzigde uitvoering van een bouwplan een nieuwe strijdigheid met het bestemmingsplan oplevert. Dat het gewijzigde bouwplan de strijdigheid met het bestemmingsplan mogelijk niet vergroot, maakt dit niet anders (vgl. ABRvS 12 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2981).
Tips voor de praktijk
Een aantal praktische tips voor de praktijk:
- Anticipeer op eventuele wijzigingen in de aanvraag. Zo krijg je een zo ruim mogelijke vergunning voor een bouwplan. Denk bijvoorbeeld aan bandbreedtes bij windturbines (ABRvS 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616); mogelijk is dit bij meer soorten bouwplannen een optie. Of neem bij zonneparken in de aanvraag op dat het type en de exacte specificaties van de zonnepanelen nog niet bekend zijn.
- Geef ondergeschikte wijzigingen in het bouwplan zo vroeg mogelijk door aan het bevoegd gezag. Upload bijvoorbeeld nieuwe tekeningen in het (nieuwe) Omgevingsloket.
- Zolang de verleende omgevingsvergunning nog niet onherroepelijk is, is er nog ruimte om ondergeschikte aanpassingen te doen in het bouwplan. Bespreek hangende het (hoger) beroep met het bevoegd gezag of nieuwe bouwtekeningen (of andere stukken) aan het dossier kunnen worden toegevoegd, of het bevoegd gezag wil verklaren met het gewijzigde bouwplan in te stemmen, dan wel een artikel 6:19-besluit tot wijziging van het vergunde bouwplan wil nemen.
- Uit de omgevingsvergunningaanvraag tot het wijzigen van het onherroepelijk vergunde bouwplan moet duidelijk blijken dat de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de wijzigingen. Anders bestaat het risico dat het gehele bouwplan in volle omvang opnieuw ter toetsing voorligt (dat was het geval in ABRvS 14 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3697).
Meer weten?
Wilt u meer weten over het wijzigen van bouwplannen?
Neem dan contact op met Joyce de Bruijn of Tessa Hubregtse.