Wie heeft de auteursrechten: de opdrachtgever die betaald heeft of de maker?

1 april 2008, laatst geüpdatet 11 september 2024
Stel, u geeft aan een webdesigner de opdracht om een website te bouwen. De websitedesigner ontwerpt en ontwikkelt een kant en klare website inclusief teksten en afbeeldingen en levert deze binnen de afgesproken tijd op. U bent heel erg tevreden en betaalt het afgesproken bedrag. Na een paar maanden wijzigt u zelf de vormgeving van de website. De webdesigner stuurt hierop een sommatiebrief aan u waarin hij claimt dat u inbreuk maakt op zijn auteursrechten. U reageert en stelt dat niet de webde...
Ernst-Jan van de Pas 
Ernst-Jan van de Pas 
Advocaat - Managing Partner
In dit artikel
Stel, u geeft aan een webdesigner de opdracht om een website te bouwen. De websitedesigner ontwerpt en ontwikkelt een kant en klare website inclusief teksten en afbeeldingen en levert deze binnen de afgesproken tijd op. U bent heel erg tevreden en betaalt het afgesproken bedrag. Na een paar maanden wijzigt u zelf de vormgeving van de website. De webdesigner stuurt hierop een sommatiebrief aan u waarin hij claimt dat u inbreuk maakt op zijn auteursrechten. U reageert en stelt dat niet de webdesigner maar uzelf rechthebbende bent, omdat u immers voor de website hebt betaald. U heeft de website toch “gekocht”? Wie heeft gelijk?

Misvatting

De hierboven weergegeven situatie komt in de praktijk regelmatig voor. Ze geldt niet alleen voor websites, maar voor alle auteursrechtelijk beschermde werken (zoals teksten, foto’s, afbeeldingen, software, e.d.) die in opdracht door een ander worden gemaakt. In de praktijk wordt veelvuldig gedacht dat de opdrachtgever gelijk heeft, omdat hij immers heeft betaald voor de opdracht. Dit is echter een misvatting.

Hoofdregel: Auteursrechten komen toe aan de maker

Als tussen partijen niet duidelijk is afgesproken dat de (auteurs)rechten moeten worden overgedragen aan de opdrachtgever geldt dat de auteursrechten in beginsel toekomen aan de maker van het werk. Artikel 1 van de Auteurswet (“Aw”) bepaalt namelijk dat het auteursrecht: het uitsluitend recht is van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.



In dit geval is de webdesigner in beginsel dus aan te merken als auteursrechthebbende. De opdrachtgever krijgt alleen een (impliciete) licentie om de website te mogen gebruiken. Zonder toestemming van de webdesigner mag de opdrachtgever in beginsel geen wijzigingen aanbrengen aan de website.

Dit is slechts anders als partijen schriftelijk hebben afgesproken dat de auteursrechten op de website worden overgedragen aan de opdrachtgever. De betaling van het afgesproken bedrag doet daarbij niet terzake. De betaling wordt enkel gezien als een vergoeding voor de door B ten behoeve van A verrichte werkzaamheden en dus niet als “koopprijs”.

Overdracht bij akte

Auteursrechten moeten door middel van een akte worden overgedragen. Dit hoeft overigens geen notariële akte te zijn. Een gewoon schriftelijk contract volstaat. De akte moet verder door de overdragende partij te worden ondertekend en door de ontvanger worden aanvaard. Een praktische oplossing voor de opdrachtgever is om de overdracht van de auteursrechten in de overeenkomst van opdracht kunnen te regelen.

Het belang van het bezitten van de auteursrechten is dat de opdrachtgever zelf kan bepalen wat hij met het betreffende werk doet, zonder dat hij telkens toestemming moet vragen (en extra moet betalen) aan de webdesigner.

Let bij overdracht op de persoonlijkheidsrechten

Bij een rechtsgeldige overdracht van auteursrechten moet men erop bedacht zijn dat niet alle rechten die zijn verbonden aan het werk, overgaan op de verkrijger. De maker van het werk heeft, zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen, nog altijd de zogenoemde persoonlijkheidsrechten uit artikel 25 Aw. Op grond van dit artikel behoudt de maker van het werk het recht om zich te verzetten tegen kort gezegd:

  1. openbaarmaking van zijn werk zonder vermelding van zijn naam (lid 1 sub a);

  2. openbaarmaking van zijn werk onder een andere naam dan de zijne (sub b);

  3. wijzigingen door onderen in het werk (sub c);

  4. elke misvorming, verminking of andere aantasting van zijn werk (sub d).




Van een deel van deze persoonlijkheidsrechten kan afstand worden gedaan. Zo kan de maker afstand doen van het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van zijn werk zonder vermelding van zijn naam (sub a). Hetzelfde geldt ook voor de rechten onder sub b en c. Van het recht onder sub d kan geen afstand worden gedaan. Bij een overdracht van auteursrechten doet de verkrijgende partij er goed aan om in de overeenkomst op te nemen dat de maker – voorzover de wet dit toelaat – afstand doet van zijn persoonlijkheidsrechten.



Conclusie: maak goede afspraken

Als een opdrachtgever onafhankelijk van zijn opdrachtnemer gebruik wil kunnen maken van een in zijn opdracht ontwikkelde website of een ander auteursrechtelijk beschermd werk, zal de opdrachtgever schriftelijk moeten regelen dat de auteursrechten daarop aan hem worden overgedragen. Daarbij zal de opdrachtgever er ook voor moeten zorgen dat de opdrachtnemer/maker – voor zover mogelijk – afstand doet van zijn persoonlijkheidsrechten. Doet de opdrachtgever dat niet dan kan hij wel eens voor onaangename verrassingen komen te staan.