Twee schuldeisers
De schuldenaar in kwestie heeft slechts twee schuldeisers: het UWV en de Belastingdienst, die bij elkaar een schuldenlast van ruim EUR 153.000 vertegenwoordigen. Aan hen wordt een akkoord aangeboden waarin zij ieder 51,6% betaling op hun vordering krijgen aangeboden. De betaling hiervan wordt mogelijk gemaakt door het uitwinnen van een vordering in rekening-courant op de bestuurder. De bestuurder zal hiertoe zijn woning verkopen en uit de realiseren overwaarde de schuldeisers voldoen.
Instemming met het akkoord
Beide schuldeisers stemmen met dit voorstel in; het UWV doet dat onder voorwaarde van homologatie van het akkoord door de rechtbank. De schuldenaar legt het akkoord vervolgens ter homologatie voor aan de rechtbank. Op de zitting verklaart het UWV dat zij enkel met het akkoord instemt als het akkoord volgens de WHOA-procedure gaat, maar dat homologatie geen vereiste is voor haar instemming als alle andere schuldeisers ingestemd hebben.
Geen belang, geen homologatie
De rechtbank wijst de homologatie evenwel af en overweegt daartoe dat het akkoord in beginsel een overeenkomst is tussen de schuldenaar en haar schuldeisers en/of aandeelhouders. Homologatie komt aan de orde wanneer een of meer schuldeisers niet instemmen met het door de schuldenaar aangeboden akkoord. Homologatie is een rechterlijk oordeel waarmee een onderhands akkoord aan tegenstemmers en niet-stemmers wordt opgelegd, zodat het een dwangakkoord wordt.
In dit geval hebben echter alle stemgerechtigden vóór gestemd en daarmee zichzelf aan het akkoord gebonden door het voorstel van de schuldenaar te accepteren. Bij homologatie bestaat dan geen belang. Homologatie in deze situatie zou ook niet passen in het systeem van de wet, waarbij het primair aan de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders is om zich een oordeel te vormen over het akkoord; toetsing door de rechter aan artikel 384 Fw zou dan tot het ongerijmde resultaat kunnen leiden dat alle stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders vóór het akkoord hebben gestemd en de rechter het akkoord toch niet homologeert.
Aangezien niet is gebleken dat de schuldenaar desondanks toch een belang heeft bij homologatie, verklaart de rechtbank de schuldenaar niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Concluderend
Een WHOA-akkoord is een zogenaamd dwangakkoord, dat door homologatie dwingend kan worden opgelegd aan tegenstemmers en niet-stemmers. Het is niet bedoeld voor situaties waarin reeds unaniem met het akkoord is ingestemd; er is dan geen belang bij homologatie en de WHOA-procedure mist dan zijn doel.
Meer weten?
Wilt u weten of een WHOA-traject iets is voor uw onderneming, of wordt u als schuldeiser of aandeelhouder geconfronteerd met een WHOA-procedure en wilt u daarover advies? Neem contact op met Maartje ter Horst.