De Wibz bevat voorschriften over de volgende onderwerpen:
- Winstuitkeringen: het verbod op winstuitkering in de zorg blijft in stand en wordt aangescherpt. Op wetsniveau komen nieuwe voorwaarden voor het doen van winstuitkeringen door zorg- en jeugdhulpaanbieders die winst mogen uitkeren.
- Aantrekken of terugbetalen van eigen of vreemd vermogen: op wetsniveau wordt vastgelegd dat zorg- en jeugdhulpaanbieders geen onverantwoorde risico’s mogen nemen bij het aantrekken of terugbetalen van eigen of vreemd vermogen.
- Marktconformiteit belangrijke transacties: een norm die ziet op het hanteren van normale marktvoorwaarden door zorg- en jeugdhulpaanbieders bij van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen.
- Modernisering van het toezicht op vastgoedtransacties in de zorg.
- Uitbreiding weigerings- en intrekkingsgronden Wtza-vergunning: het verbinden van extra weigerings- en intrekkingsgronden aan een vergunning op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
In dit blog worden de normen voor winstuitkeringen nader toegelicht.
Handhaving winstuitkeringsverbod
Voor instellingen2 die onder het toepassingsbereik van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) vallen geldt een winstuitkeringsverbod. Dergelijke instellingen mogen wel winst maken maar geen winst uitkeren aan hun aandeelhouders. Een aantal instellingen wordt door het Uitvoeringsbesluit WTZi uitgezonderd van het winstuitkeringsverbod, zoals huisartsen, fysiotherapeuten en tandartsen. Deze instellingen kunnen op dit moment zonder restrictie winst uitkeren. Hetzelfde geldt voor instellingen die niet onder de reikwijdte van de WTZi vallen, zoals instellingen die uitsluitend zorg in onderaanneming verlenen, aanbieders van pgb-zorg of aanbieders van onverzekerde (Wlz of Zvw) zorg.
Voor de categorieën zorgaanbieders die onder de WTZi geen winst mogen uitkeren blijft het winstuitkeringsverbod gehandhaafd. Wel stelt de Wibz voor om het winstuitkeringsverbod te verplaatsen naar de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).
De regering ziet vooralsnog af van een algeheel verbod op het hanteren van winstoogmerk voor alle zorgaanbieders. De mogelijkheid van winstuitkering brengt ook met zich dat zorgaanbieders risicodragend kapitaal van particuliere investeerders kunnen aantrekken, wat kan bijdragen aan bevordering van de continuïteit, doelmatigheid, toegankelijkheid en innovatie in de zorg en de jeugdhulp.
Handhaving uitzonderingen op het winstuitkeringsverbod
Bij algemene maatregel van bestuur (amvb) zullen, net zoals nu het geval is, categorieën zorgaanbieders worden aangewezen die niet onder verbod op winstuitkering vallen. De regering is voornemens om in deze amvb zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de reikwijdte van het huidige winstuitkeringsverbod.
Nieuwe voorwaarden winstuitkering voor zorgaanbieders die niet onder het verbod vallen
Wel ziet de regering aanleiding om de bepalingen rondom winstuitkering voor zorgaanbieders die niet onder het verbod op winstuitkering vallen aan te scherpen. Onder de Wibz mag winst alleen worden uitgekeerd als:
- de IGJ de aanbieder geen maatregel heeft opgelegd inzake verbetering voor (onderdelen van) de kwaliteit van zorg of jeugdhulp;
- ten hoogste twee jaar geleden de resultaten openbaar zijn gemaakt van een onafhankelijk onderzoek naar de mening van cliënten over de door de aanbieder recent verleende zorg of jeugdhulp met daarbij de gebruikte onderzoeksmethodiek;
- de NZa de zorg- of jeugdhulpaanbieder geen maatregel heeft opgelegd vanwege tariefdelicten of overtreden van transparantiebepalingen;
- de interne toezichthouder de winstuitkering expliciet heeft goedgekeurd;
- redelijkerwijs is te voorzien dat de winstuitkering niet ten koste gaat van de kwaliteit en de continuïteit van de te verlenen zorg of jeugdhulp;
- de financiële gezondheid van de aanbieder op orde is in de zin dat na het doen van winstuitkering de aanbieder zal kunnen blijven voortgaan met het voldoen van de opeisbare schulden en met het leveren van goede zorg c.q. jeugdhulp. Hiervoor worden concrete eisen gesteld in de vorm van vier financiële ratio’s/percentages: EBITDA(R)-marge, rentabiliteit, current ratio en weerstandsvermogen.
Geen maximumbedrag
Er is vooralsnog niet voor gekozen om een maximum aan uitkeerbare winst op te leggen voor aanbieders van zorg en jeugdhulp die niet onder het winstuitkeringsverbod vallen.
Reikwijdte
Om te zorgen dat alle verschillende vormen van winstuitkeringen die een risico vormen voor de kwaliteit of toegankelijkheid van de zorg onder de reikwijdte van het winstuitkeringsverbod vallen, hanteert de Wibz een ruimer begrip van winstuitkeringen. Onder winstuitkeringen vallen onder andere dividenduitkeringen, excessieve vergoedingen voor geleverde goederen of diensten, goodwill of de overwaarde bij de inkoop van eigen aandelen door de aanbieder.
Jeugdhulpaanbieders
Voor jeugdhulpaanbieders geldt op dit moment geen winstuitkeringsverbod. De regering acht invoering van een winstuitkeringsverbod voor jeugdhulpaanbieders niet proportioneel. Wel gaan ook voor jeugdhulpaanbieders voornoemde voorwaarden voor het doen van winstuitkeringen gelden.
Onderaannemers
Voor onderaannemers geldt op dit moment geen winstuitkeringsverbod. De regering vindt het introduceren van een winstuitkeringsverbod voor onderaannemers op dit moment een (te) ingrijpende maatregel zijn, omdat (1) onduidelijk is of een volledig winstuitkeringsverbod voor onderaannemers noodzakelijk en proportioneel is, en (2) een winstuitkeringsverbod voor
onderaannemers mogelijk ook gevolgen heeft voor de toegankelijkheid van het zorgaanbod. Wel moeten onderaannemers bij het uitkeren van winst voldoen aan de in de Wibz opgenomen voorwaarden.
Handhaving
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) krijgt de bevoegdheid om op de normen voor winstuitkeringen toe te zien en waar nodig te handhaven.
Contact
Wilt u weten welke gevolgen de Wibz heeft voor uw instelling? Neem dan gerust contact met ons op.
voetnoot 1: Niet-integere aanbieders worden in de Memorie van Toelichting (Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 686, nr. 3, pag. 1) omschreven als aanbieders die enkel eropuit zijn om de personen achter de organisatie te verrijken ten koste van de kwaliteit van de zorg en jeugdhulp, aanbieders die onverantwoorde winsten uitkeren of aanbieders wier belangen verstrengeld zijn via ondoorzichtige bedrijfsconstructies en die vervolgens tegen te hoge vergoedingen grote transacties met verbonden partijen aangaan.
voetnoot 2: Een «instelling» wordt in artikel 1.1 onder f WTZi omschreven als ‘een organisatorisch verband dat zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet.’