Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz): Raad van State adviseert aanpassing!

3 juli 2024, laatst geüpdatet 12 september 2024
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 26 juni 2024 geadviseerd over de Wibz. De Wibz introduceert onder meer bepalingen om een integere bedrijfsvoering te borgen en voorwaarden te kunnen stellen aan het uitkeren van winst. De Afdeling adviseert het voorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij het is aangepast.
Marieke van Dongen
Marieke van Dongen
Advocaat - Partner
In dit artikel

Doel en inhoud

Het doel van de Wibz is het beter borgen van een integere bedrijfsvoering door zorg- en jeugdhulpaanbieders. Daartoe introduceert de Wibz (i) waarborgen voor een integere bedrijfsvoering, (ii) een winstuitkeringsverbod voor zorgaanbieders (en hoofdaannemers) van intramurale Zvw- en Wlz-zorg en de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het doen van winstuitkeringen door zorg- en jeugdhulpaanbieders voor wie het winstuitkeringsverbod niet geldt, (iii) extra weigerings- en intrekkingsgronden voor een Wtza-vergunning, en (iv) wordt het toezicht op vastgoedtransacties in de zorg gemoderniseerd.

Stand van zaken

Van 31 oktober 2022 tot 1 december 2022 liep de internetconsultatie. Naar aanleiding van de internetconsultatie, de diverse uitvoeringstoetsen en de adviezen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) is de Wibz op het onderdeel tegenstrijdig belang en het onderdeel winstuitkeringen gewijzigd. De aangepaste Wibz is op 12 maart 2024 ter advisering aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Op 26 juni 2024 heeft de Afdeling advisering van de Raad van State het advies vastgesteld.

Advies Afdeling advisering Raad van State

Probleemanalyse ontbreekt

De Afdeling begrijpt de wens van de regering om te voorkomen dat financiële middelen die bedoeld zijn voor het verlenen van goede zorg en jeugdhulp, daar niet voor worden ingezet door niet-integer handelen van zorgaanbieders. De Afdeling mist in de toelichting bij de Wibz echter een duidelijke probleemanalyse. De Afdeling adviseert om (i) in de toelichting uiteen te zetten welke vormen van niet-integere bedrijfsvoering zich voordoen, bij welke categorieën zorgaanbieders dit het geval is en in welke mate dit voorkomt, en (ii) dragend te motiveren waarom de voorgestelde regeling, in aanvulling op de bestaande wettelijke eisen en zelfregulering via governancecodes, nodig is om toezicht te houden op integere bedrijfsvoering door zorg- en jeugdhulpaanbieders.

Alternatief voor de gestelde normering

Als rechtstreeks publiekrechtelijk toezicht op naleving van de governancecodes in de (jeugd)zorg toch noodzakelijk wordt geacht, kan volgens de Afdeling ook worden volstaan met een regeling die voorziet in aanwijzing van de governancecodes die zorg- en jeugdhulpaanbieders moeten naleven.

Voorwaarden aan winstuitkering

De Afdeling adviseert om in de Wibz duidelijk te maken welke keuzes er met betrekking tot het stellen van voorwaarden aan winstuitkeringen worden gemaakt zodat investeerders in de zorg voorafgaand aan het doen van investeringen kunnen beoordelen of hun investeringen rendement kunnen opleveren en een afweging kunnen maken van de risico’s die zij daarbij lopen .

Weren van niet-integere personen in het bestuur of als interne toezichthouder

In de Wibz wordt voorgesteld om aan de weigerings- en intrekkingsgronden voor een Wtza-vergunning een bepaling toe te voegen over disfunctionerende leden van de dagelijkse of algemene leiding, interne toezichthouders of personen met anderszins zeggenschap. De Afdeling is er niet van overtuigd dat weigering van een vergunning of intrekking van een vergunning van een zorgaanbieder in zijn algemeenheid kan worden gezien als een proportionele maatregel om niet-integere personen in het bestuur, interne toezichthouder of anderszins als persoon met zeggenschap bij de zorgaanbieder te weren. Het ligt volgens de Afdeling meer voor de hand een regeling in te voeren die is toegespitst om niet-integere personen in het bestuur of als interne toezichthouder te weren, dan wel te stoppen.

Aanpassen

De Afdeling adviseert het voorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij het is aangepast. De Minister van VWS moet dus terug naar de tekentafel!

Eerder gaf de Minister van VWS aan ernaar te streven om de Wibz op 1 januari 2025 in werking te laten treden. Dit lijkt niet meer haalbaar nu het wetsvoorstel eerst nog moet worden aangepast en daarna in de Tweede Kamer en Eerste Kamer moet worden behandeld.

Contact

Contact

Wilt u meer weten over de Wibz? Neemt u dan gerust contact met mij op.

No posts found