Momenteel is er in de Nederlandse wet niks specifiek geregeld voor franchiseovereenkomsten. Wel bestaat er een nationale en Europese franchisecode die van toepassing verklaard kan worden op een franchiseovereenkomst, maar het is niet verplicht één van deze codes ook daadwerkelijk van toepassing te verklaren. De franchiseovereenkomst is op dit moment dus nog een ‘onbenoemde overeenkomst’.
Hiermee wordt bedoeld dat de franchiseovereenkomst niet specifiek bij wet geregeld is. Het wettelijk kader voor franchise is op dit moment beperkt tot de regels van het algemene overeenkomstenrecht, die worden gekleurd door uitspraken van rechters in specifieke gevallen. Als het Wetsvoorstel daadwerkelijk wet wordt zal dit veranderen. In het Wetsvoorstel wordt er in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek namelijk een nieuwe titel 16 geïntroduceerd die specifiek ziet op de franchiseovereenkomst. In de artikelen 7:911 tot en met 7:921 Burgerlijk Wetboek (nieuw) komen bepalingen die (in veel gevallen) verplicht van toepassing worden op franchiseovereenkomsten.
Franchise wordt daarmee een zogenaamde ‘benoemde overeenkomst’. Deze eventuele nieuwe wet zal de positie van franchisenemers versterken, maar door het opnemen van dwingende regels worden de partijen bij een franchiseovereenkomst aanzienlijk beperkt in hun vrijheid om de franchiseovereenkomst naar eigen inzicht in te richten.
Om ondernemingen die actief zijn in de franchisebranche voor te bereiden op de mogelijk nieuwe wetgeving, zullen wij in een reeks (wekelijkse) artikelen op deze website de belangrijkste ins en outs van het Wetsvoorstel bespreken en onze visie daarop geven.
In dit eerste artikel wordt uiteengezet wat op basis van het Wetsvoorstel onder franchise wordt verstaan. In het tweede artikel wordt ingegaan op de verplichtingen die op basis van het Wetsvoorstel gaan gelden in de periode voorafgaand aan de totstandkoming van de franchiseovereenkomst. In het derde artikel zal vervolgens worden ingegaan op de verplichtingen die volgens het Wetsvoorstel gaan gelden gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst.
Wat is franchise?
Om te verduidelijken wanneer een rechtsverhouding onder de nieuwe titel van boek 7 valt, bevat het Wetsvoorstel enkele begripsomschrijvingen. De belangrijkste begripsomschrijving in het Wetsvoorstel is die van ‘franchiseovereenkomst’. Een franchiseovereenkomst is volgens het Wetsvoorstel (artikel 7:911 onder f BW):
“ Een overeenkomst waarbij de franchisegever aan een franchisenemer tegen vergoeding het recht verleent om een franchiseformule op een aangewezen wijze te exploiteren voor de productie of verkoop van goederen dan wel het verrichten van diensten.”
Een essentieel uitgangspunt van franchise is dus dat één partij, de franchisegever, een franchiseformule heeft en aan een andere partij, de franchisenemer, het recht verleent om deze franchiseformule te exploiteren. Voor een volledig begrip van franchise is, in het verlengde van de definitie van de franchiseovereenkomst, de omschrijving van ‘franchiseformule’ essentieel.
Een franchiseformule is volgens het Wetsvoorstel (artikel 7:911 onder a BW):
“Een eenvormige commerciële formule voor de productie of verkoop van goederen dan wel het verrichten van diensten, die in ieder geval omvat:
- Een handelsmerk, model, gebruiksmodel, of handelsnaam, huisstijl of tekening, en
- Knowhow, zijnde een geheel van niet door een intellectueel of industrieel eigendomsrecht beschermde praktische informatie, voortvloeiend uit de ervaring van de franchisegever en uit de door hem uitgevoerde onderzoeken, welke informatie geheim, wezenlijk en geïdentificeerd is.”
Een franchiseformule bestaat dus in ieder geval uit een combinatie van merken, tekeningen, uitvindingen en knowhow van de franchisegever die de franchisenemer mag gebruiken. Vaak wordt het de franchisenemer bijvoorbeeld toegestaan om de specifieke huisstijl van de franchisegever te gebruiken.
Indien er sprake is van franchise zoals hierboven uiteengezet, zullen (mogelijk binnen afzienbare tijd) de verplichtingen uit het Wetsvoorstel gaan gelden. Dit betekent in eerste instantie dat partijen geconfronteerd worden met verplichtingen in de precontractuele fase. In het tweede deel van deze artikelenreeks zullen wij deze verplichtingen in de precontractuele fase bespreken.
Het Wetsvoorstel is na publicatie van dit artikel enigszins aangepast. De wijzigingen in het Wetsvoorstel worden besproken in het vierde artikel in deze reeks.