Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): beschikt u al over een Wtza-vergunning?

23 januari 2023, laatst geüpdatet 12 september 2024
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningsprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder).
Marieke van Dongen
Marieke van Dongen
Advocaat - Partner
In dit artikel

WTZi-toelating

De Wtza voorziet onder andere in een vernieuwde vergunningenprocedure die de oude toelatingensystematiek van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) vervangt. Onder de oude WTZi moesten in het Uitvoeringsbesluit WTZi aangewezen categorieën van instellingen[1] die zorg verleenden waarop aanspraak bestond ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg (Wlz) of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet (Zvw), een WTZi-toelating hebben. Een aantal instellingen[2] werd aangemerkt als van rechtswege in het bezit van een WTZi-toelating. Deze categorie instellingen hoefden geen WTZi-toelating aan te vragen bij het CIBG.

Wtza-vergunning

Onder de Wtza geldt er een vergunningplicht voor:

  1. Instellingen die medisch specialistische zorg verlenen of doen verlenen.
  2. Instellingen die met meer dan tien zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Wlz of de Zvw verlenen of doen verlenen.

Het Uitvoeringsbesluit Wtza zondert een aantal categorieën instellingen uit van de vergunningplicht.

Omzetting WTZi-toelating

Voor instellingen die op 31 december 2021 in het bezit waren van een door het CIBG afgegeven WTZi-toelating geldt die toelating per 1 januari 2022 als een vergunning in de zin van de Wtza. Deze instellingen hoefden hier niets voor te doen.

Overgangsregeling

Er zijn ook instellingen die voor of op 31 december 2021 niet in het bezit hoefden te zijn van een WTZi-toelating, maar die per 1 januari 2022 wel Wtza-vergunningplichtig zijn. Voor deze instellingen geldt een overgangstermijn van twee jaar. Zij moeten voor 1 januari 2024 een Wtza-vergunning aanvragen.

Het gaat hier in de eerste plaats om instellingen (i) die door de WTZi werden aangemerkt als van rechtswege in het bezit van een WTZi-toelating en (ii) onder de Wtza vergunningplichtig zijn. Denk daarbij aan bijvoorbeeld instellingen voor huisartsenzorg die zorg doen verlenen door meer dan tien zorgverleners.

In de tweede plaats gaat het om (i) instellingen die niet onder de reikwijdte van de WTZi vielen, maar (ii) onder de Wtza wel vergunningplichtig zijn. Het betreft onder andere zorgaanbieders die uitsluitend zorg in onderaanneming verlenen[3], zorgaanbieders die Wlz of Zvw-zorg leveren die geheel wordt betaald vanuit een persoonsgebonden budget en zorgaanbieders die zorg leveren die valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente (dit is het geval als de zorg valt onder de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015).

Een kleine instelling voor Wlz-zorg of Zvw-zorg die op enig moment de grens van tien zorgverleners passeert en daardoor vergunningplichtig wordt, moet binnen zes maanden nadat deze grens is gepasseerd alsnog een Wtza vergunning aanvragen.

Direct voldoen

Nieuwe vergunningplichtige instellingen die na 1 januari 2022 starten met het verlenen van zorg dienen de Wtza-vergunning aan te vragen vóór aanvang van de zorgverlening.

Aanvragen vergunning

De Wtza-vergunning moet worden aangevraagd bij het CIBG via de website https://www.toetredingzorgaanbieders.nl. Het aanvragen van een Wtza-vergunning kost € 725,-. Voor instellingen die onder de overgangsregeling vallen, geldt dat aan het aanvragen van de Wtza-vergunning gedurende de overgangstermijn geen kosten zijn verbonden.

Wordt door een nieuwe vergunningplichtige instelling gestart met het verlenen van zorg voordat een Wtza-vergunning is afgegeven of vraagt een bestaande vergunningplichtige instelling niet tijdig een Wtza-vergunning aan, dan kan de IGJ een last onder dwangsom opleggen. Daarnaast kan de IGJ een boete opleggen van max € 87.000,-.

Contact

Wilt u weten of uw instelling vergunningplichtig is of heeft u andere vragen over de Wtza? Neemt u dan gerust contact op met Marieke van Dongen of Charlotte Perquin-Deelen. Wij helpen u graag verder.

Blogreeks en o-book

Voor een uitgebreide uiteenzetting over de Wtza, de AWtza, het UbWtza en de UrWtza en de veranderingen die deze nieuwe wet- en regelgeving met zich brengen voor zorgaanbieders, verwijzen wij naar onze blogreeks over de Wtza en de AWtza en het o-book “De Wet toetreding zorgaanbieders: wat gaat er veranderen?”.

Artikelen blogreeks Wtza en AWtza:

Aanleiding en doel (1)

Betrokkenen (2)

Meldplicht (3)

Vergunningplicht (4)

Toezicht en handhaving (5)

Overgangsregeling (6)

AWtza (7)

Bestuursstructuur (8)

Uitvoeringsbesluit Wtza en Uitvoeringsregeling Wtza (9)

Inwerkingtreding Wtza

Bent u klaar voor de Wtza?

Termijn meldplicht verstrijkt bijna!

Zijn uw statuten al Wtza-proof?

Huisartsen, tandartsen en paramedici

Onderaannemers

Apotheken

MSB

Pgb

Abortusklinieken

Justitiële inrichtingen en instellingen voor forensische zorg

Aanpassing statuten

Onderaannemers, pgb-aanbieders, aanbieders van onverzekerde zorg, eerstelijns zorgaanbieders opgelet: vraag tijdig een Wtza-vergunning aan!

Let op: deadline aanvragen Wtza-vergunning verstrijkt bijna!

[1] Instellingen voor medisch-specialistische zorg, audiologische centra, trombosediensten alsmede instellingen voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, mondzorg, paramedische zorg, het verstrekken van hulpmiddelen, het verlenen van farmaceutische zorg, ziekenvervoer, erfelijkheidsadvisering, behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening. persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, ADL-assistentie, behandeling anders dan behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening en de uitleen van verpleegartikelen.

[2] Instellingen voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, mondzorg, paramedische zorg, het verstrekken van hulpmiddelen, het verlenen van farmaceutische zorg, ziekenvervoer, erfelijkheidsadvisering, behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening, ADL-assistentie en de uitleen van verpleegartikelen.

[3] Let op: is de hoofdaannemer een zogenaamde «lege huls» dan is ook de onderaannemer vergunningplichtig. Een «lege huls» is een instelling die zelf geen enkele zorg verleent maar alle zorg heeft uitbesteed.