Voor geliberaliseerde huurovereenkomsten (lees: huurovereenkomsten met een aanvangshuurprijs hoger dan de op dat moment geldende liberalisatiegrens) is er onder het huidige recht nauwelijks huurprijsbescherming. Uitgangspunt is dat verhuurder en huurder vrij zijn om een jaarlijks huurverhogingsbeding op te nemen in de huurovereenkomst. In de praktijk betreft dit veelal een verhoging afgeleid van het inflatiepercentage plus een aantal procenten. De belangrijkste regulering is dat de huurprijs slechts eens per jaar mag worden verhoogd.
Op 23 maart 2021 is het Wetsvoorstel Maximering Huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten aangenomen door de Eerste Kamer. Het voornaamste doel is om huurders van geliberaliseerde woonruimten te beschermen tegen hoge huurprijsstijgingen. De nieuwe wet bepaalt dat gedurende drie jaren na inwerkingtreding van de wet de hoogte van de jaarlijkse huurverhoging wordt gemaximeerd op de inflatie plus 1 procentpunt. In de praktijk betekent dit voor 2021 een toegestane huurverhoging van maximaal 2,4%. De regel geldt zowel voor huurovereenkomsten met een huurprijsverhogingsbeding als voor situaties waarin de verhuurder een voorstel doet met een verhoogde huur.
In de praktijk betekent dit voor 2021 een toegestane huurverhoging van maximaal 2,4%.
De maximering gaat gelden voor nieuwe en bestaande huurovereenkomsten van woonruimte. Een beding in een bestaande huurovereenkomst waar een hoger percentage is afgesproken is nietig. Deze afspraak is ongeldig voor zover deze hoger is dan het maximale percentage. Er wordt een uitzondering gemaakt voor huurverhoging wegens renovatie (waaronder verduurzaming). Een huurverhoging wegens renovatie mag hoger zijn dan het bovengenoemde maximale percentage, maar moet in redelijke verhouding staan tot de door verhuurder gemaakte investeringskosten voor de nieuwe voorzieningen waardoor het wooncomfort geacht wordt te zijn gestegen.
Naast de beperkte huurprijsstijging regelt het wetsvoorstel dat huurders van huurwoningen in de geliberaliseerde sector een proces kunnen starten bij de Huurcommissie in het geval van een geschil over een huurverhoging. Voorheen was dit slechts mogelijk voor huurders van sociale huurwoningen.
Het is de vraag of de wet het beoogde doel gaat bereiken. Allereerst kan de maximale jaarlijkse huurverhoging de verhuurder aanzetten tot het vragen van een hogere huurprijs bij de start van de huurovereenkomst. Daarnaast is het mogelijk dat verhuurders door deze wet gestimuleerd worden om tijdelijke huurovereenkomsten aan te gaan waardoor zij steeds opnieuw een hogere huurprijs kunnen vragen. De tijd zal het leren!
De voorgenomen inwerkingtredingsdatum van de wet is 1 mei 2021.
Let op: deze wet ziet enkel op huurovereenkomsten in de vrije sector. De huurverhoging voor sociale huurwoningen is van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 bevroren en bedraagt dus 0%.