Over precies één jaar (9 juni 2018) moet de Nederlandse overheid Richtlijn Bescherming Bedrijfsgeheimen (nr. 2016/943) hebben geïmplementeerd in de Nederlandse wet. Wij houden de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten (zie ook
hier
). Omdat de wet Bescherming Bedrijfsgeheimen over 1 jaar in werking moet treden, is het tijd voor een korte update.
Bedrijven worden regelmatig geconfronteerd met lekkende bedrijfsgeheimen. Aangezien deze informatie vaak van grote waarde is, lijden bedrijven hierdoor schade. Voor effectieve bescherming is er een Europese Richtlijn gekomen. In die Richtlijn is een definitie van het wettelijke begrip 'bedrijfsgeheim' opgenomen.
Rechthebbenden krijgen op grond van de aanstaande wet- en regelgeving bovendien een aantal mogelijkheden om bedrijfsgeheimen te beschermen. Daarnaast krijgen zij ook meer middelen om inbreuken op (lees: lekken van) bedrijfsgeheimen te bestrijden. Zo hebben wij eerder geschreven dat het mogelijk wordt een verbod en schadevergoeding te vorderen. Een en ander was al mogelijk op grond van Nederlandse rechtspraak, maar de mogelijkheden worden nu dus uitgebreid en definitief verankerd in de wet.
Ook pakt de Richtlijn een hardnekkig bewijsprobleem aan. Rechthebbenden die zich beroepen op bedrijfsgeheimen moeten bewijzen dat die geheime informatie bestaat. De rechthebbende zal zijn geheime informatie dan al snel moeten prijsgeven. Dat is voor de rechthebbende natuurlijk onwenselijk. De huidige wetgeving schiet hierin duidelijk tekort. De Richtlijn verplicht lidstaten om voldoende waarborgen te introduceren om het bestaan van bedrijfsgeheimen te bewijzen, zonder de inhoud daarvan bekend te maken.
Het implementatietraject voor de Richtlijn Bedrijfsgeheimen is nog steeds in volle gang. Volgens de planning in de kwartaalrapportage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zou het wetsvoorstel Bescherming Bedrijfsgeheimen inmiddels bij de Raad van State moeten liggen. Een snelle zoekopdracht bij de Raad van State leert echter dat het dossier nog niet zichtbaar is. Het lijkt er zelfs op dat het voorstel nog bij de ministerraad ligt. De wetgever heeft nog een jaar de tijd om het wetsvoorstel door de Eerste- en Tweede Kamer te loodsen, maar het is de vraag of het lukt om de omzettingstermijn te halen.
Wordt vervolgd...
Jeroen Lubbers, advocaat IE-recht
Bescherming Bedrijfsgeheimen: waar ging het ook alweer over?
Bedrijven worden regelmatig geconfronteerd met lekkende bedrijfsgeheimen. Aangezien deze informatie vaak van grote waarde is, lijden bedrijven hierdoor schade. Voor effectieve bescherming is er een Europese Richtlijn gekomen. In die Richtlijn is een definitie van het wettelijke begrip 'bedrijfsgeheim' opgenomen.
Rechthebbenden krijgen op grond van de aanstaande wet- en regelgeving bovendien een aantal mogelijkheden om bedrijfsgeheimen te beschermen. Daarnaast krijgen zij ook meer middelen om inbreuken op (lees: lekken van) bedrijfsgeheimen te bestrijden. Zo hebben wij eerder geschreven dat het mogelijk wordt een verbod en schadevergoeding te vorderen. Een en ander was al mogelijk op grond van Nederlandse rechtspraak, maar de mogelijkheden worden nu dus uitgebreid en definitief verankerd in de wet.
Ook pakt de Richtlijn een hardnekkig bewijsprobleem aan. Rechthebbenden die zich beroepen op bedrijfsgeheimen moeten bewijzen dat die geheime informatie bestaat. De rechthebbende zal zijn geheime informatie dan al snel moeten prijsgeven. Dat is voor de rechthebbende natuurlijk onwenselijk. De huidige wetgeving schiet hierin duidelijk tekort. De Richtlijn verplicht lidstaten om voldoende waarborgen te introduceren om het bestaan van bedrijfsgeheimen te bewijzen, zonder de inhoud daarvan bekend te maken.
Recente ontwikkelingen
Het implementatietraject voor de Richtlijn Bedrijfsgeheimen is nog steeds in volle gang. Volgens de planning in de kwartaalrapportage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zou het wetsvoorstel Bescherming Bedrijfsgeheimen inmiddels bij de Raad van State moeten liggen. Een snelle zoekopdracht bij de Raad van State leert echter dat het dossier nog niet zichtbaar is. Het lijkt er zelfs op dat het voorstel nog bij de ministerraad ligt. De wetgever heeft nog een jaar de tijd om het wetsvoorstel door de Eerste- en Tweede Kamer te loodsen, maar het is de vraag of het lukt om de omzettingstermijn te halen.
Wordt vervolgd...
Jeroen Lubbers, advocaat IE-recht
Gerelateerd
Intellectueel Eigendom