WAM-verzekeraar verhaalt met succes haar schade op haar verzekerde die met te veel alcohol op een eenzijdig verkeersongeval veroorzaakt

26 juni 2024, laatst geüpdatet 18 september 2024
In de nacht van 23 op 24 november 2018 veroorzaakt de bestuurder van een voertuig onder invloed van alcohol een eenzijdig ongeval waarbij een inzittende overlijdt. De WAM-verzekeraar van het voertuig, de Vereende, heeft de nabestaanden van het slachtoffer schadeloos gesteld en vordert – met succes – deze kosten terug van de bestuurder, tevens haar verzekerde.
In dit artikel

Aansprakelijkheid bestuurder

Ten tijde van het ongeval had de bestuurder van de auto een hoger bloedalcoholpromillage dan wettelijk is toegestaan. Het is op grond van artikel 8 WVW verboden om met te veel alcohol op een voertuig te besturen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 8 april 2005 (ECLI:NL:HR:2005:AR8876) overwogen dat deze wettelijke norm specifiek strekt tot het voorkomen van verkeersongevallen. Immers, door rijden onder invloed wordt het gevaar dat bij een andere weggebruiker schade ontstaat in het algemeen aanmerkelijk vergroot.

Polisvoorwaarden

In de polisvoorwaarden die van toepassing zijn op de autoverzekering heeft de Vereende onder meer bepaald dat zij schade mag verhalen als “het alcoholniveau in de adem en/of het bloed van de bestuurder hoger was dan wettelijke toegestaan”. De Vereende heeft dan het recht om “alle schade die wij hebben moeten vergoeden” en “alle kosten die wij hebben moeten maken” op de bestuurder te verhalen.

Vervolgens overweegt de rechtbank dat: “Voor de verhaalsmogelijkheid van de Vereende is het niet vereist dat het alcoholniveau van [gedaagde] van invloed is geweest op het ontstaan van de schade. Het artikel uit de polisvoorwaarden dat de Vereende het recht geeft om schade en kosten te verhalen vereist geen causaal verband. Dat is ook niet onredelijk, omdat rijden onder invloed van alcohol het gevaar dat bij een andere weggebruiker schade ontstaat in het algemeen aanmerkelijk vergroot.” (rov. 3.5)

De bestuurder wordt veroordeeld om een bedrag van € 107.705,70 aan de Vereende te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten.

Een heldere en terechte uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 5 juni 2024 (gepubliceerd op 24 juni 2024), ECLI:NL:RBMNE:2024:3533. De volledige uitspraak is te lezen via: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2024:3533

Gerelateerd