Volgens de Italiaanse wet mag een overheid pas kiezen voor (quasi)inhouse als er aantoonbare voordelen zijn voor de samenleving en het extern laten uitvoeren onmogelijk is. Ook is in Italië verboden deel te nemen in een instantie samen met andere overheden met als oogmerk opdrachten te plaatsen zonder aanbesteding (‘quasi-inbesteden met gezamenlijk toezicht’), tenzij de deelnemende instantie zelf doorslaggevend toezicht kan uitoefenen dan wel een blokkerende macht heeft.
Het Europese Hof
Het Europese Hof heeft op 6 februari 2020 voor recht verklaard dat een lidstaat deze beperkingen mág opleggen. De mogelijkheid om te kiezen voor (quasi-)inhouse opdrachtverlening is in de Nederlandse aanbestedingsregelgeving niet op een dergelijke wijze aan banden gelegd. In Nederland staat het een aanbestedende dienst vrij te kiezen voor een (quasi-)inhouseopdrachtverlening (dus zonder aanbesteding) in plaats van het extern laten uitvoeren (dus in principe met aanbesteding).