De maatregelen
Belangrijk om te benadrukken is dat het hier nog slechts een voorstel voor een richtlijn betreft. Over de definitieve inhoud zal nog worden onderhandeld.
De richtlijn (COM(2023)416) bevat verplichtingen t.a.v. drie punten:
- Monitoring en beoordeling van de bodemgezondheid: het opzetten en uitvoeren van een stelsel voor monitoring en beoordeling van de bodemgezondheid.
- Duurzaam bodembeheer: om de gezondheid van de bodem in stand te houden en waar nodig te verbeteren moeten de bodems duurzaam beheerd worden.
- Het identificeren, onderzoeken en nemen van maatregelen: de lidstaat is hiertoe verplicht t.a.v. verontreinigde locaties op basis van een risico gebaseerde aanpak.
Een belangrijke pijler in het voorstel is het beoordelen van de ‘bodemgezondheid’. Lidstaten moeten om de vijf jaar de bodemgezondheid meten en moeten jaarlijks de indicator voor ruimtebeslag en bodemafdekking actualiseren. De Commissie heeft gekozen voor een beoordeling van een gezonde bodem op basis van het ‘one out all out’-principe. Een bodem is op basis van de richtlijn pas ‘gezond’ als de meting op alle indicatoren positief scoort. Dit lijkt enigszins te wringen met de Nederlandse bandering van verschillende functies waarvoor een bodem geschikt kan zijn. Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem mogen in Nederland op dit moment bepaalde activiteiten wel of niet plaatsvinden. Zo mag alleen op de schoonste bodem landbouw worden gepleegd en is de meest vuile toegestane categorie louter geschikt voor industrie. Zo wordt op effectieve wijze duurzaam gebruik gemaakt van de bodem.
Nederlandse reactie
Zoals gezegd kan het Europese voorstel vooralsnog op weinig enthousiasme van de Nederlandse overheid rekenen. Nederland kent veel bodemverontreiniging en heeft ook veel ervaring met de beheersing en aanpak daarvan. Het kabinet stelt voorop dat het doel van de richtlijn wordt onderschreven. Het kabinet is echter van mening dat de richtlijn te weinig flexibiliteit biedt aan lidstaten voor bestaande geïsoleerde en gesaneerde locaties, het gebruik van bouwstoffen en oude verontreiniging van binnensteden. Daarnaast houdt de richtlijn onvoldoende rekening met de diversiteit van de lidstaten, het is namelijk van belang dat de lidstaten gelijkwaardig monitoren.
‘One out all out’
Daarnaast gaan het ‘one out all out’-principe en het voorgestelde streven naar compensatie bij bodembedekking (mitigatieprincipe) verder dan nodig is omdat deze maatregelen te weinig ruimte overlaten voor de lidstaten om rekening te houden met de specifieke situatie in een lidstaat.
Vrijwillig bodemgezondheidscertificaat
De richtlijn voorziet in een mechanisme voor vrijwillige certificaten voor bodemgezondheid voor grondeigenaren. Het kabinet is van mening dat het opzetten van een dergelijk systeem leidt tot hoge kosten, terwijl onduidelijk is wat het moet opleveren.
Haalbaarheid
Ook bestaat grote twijfel bij gemeenten over de haalbaarheid van het voorstel omdat de Nederlandse bodem te maken heeft met grote ruimtelijke en kwalitatieve druk vanuit onder meer verstedelijking en de landbouw. Door de provincies wordt daaraan nog toegevoegd dat een te weinig specifiek kader kan leiden tot toekomstige problemen zoals bij de stikstofwetgeving en de Kaderrichtlijn Water.
Meerdere lidstaten delen de mening van het kabinet en vragen zich af of een bodemrichtlijn daadwerkelijk nodig is naast het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de Kaderrichtlijn Water. Andere lidstaten vinden weer dat de richtlijn ambitieuzer moet. Zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer hebben ingestemd met het kenbaar maken van het subsidiariteitsbezwaar aan de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad.
Afsluitend
Gelet op het commentaar vanuit Nederland en andere lidstaten mag worden verwacht dat nog flink onderhandeld moet worden over de tekst van de richtlijn. Nederland zet onder andere in op schrappen van het ‘one out all out’ principe. Daarbij zal het kabinet willen voorkomen dat zij na de wetgeving over stikstof en water een nieuwe milieurechtelijke bottleneck voor haar kiezen krijgt.
Meer informatie? Neem contact op met Bart de Haan of Teun van der Weijden.