Wij schreven het al
eerder: de belastingdienst is alert op de vraag of een instelling terecht als ANBI (algemeen nut beogende instelling) is aangemerkt.
Dat is onlangs weer gebleken uit een arrest van 4 maart 2016 van de Hoge Raad.
In dat arrest kwam met name aan de orde of de ANBI-status met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken. De Hoge Raad is van mening dat dit kan.
Wat was de gang van zaken in het berechte geval? In 2005 is een stichting opgericht. De stichting heeft volgens haar statuten als doel de exploitatie van een museum en expositieruimte met name dienende tot het voor het algemeen publiek toegankelijk exposeren van oldtimers en andere oude en antieke auto’s.
Begin 2006 heeft de belastingdienst de stichting per brief aangemerkt als een ANBI. In overeenstemming met de in die brief gestelde voorwaarden heeft de stichting in 2006, 2007 en 2008 de financiële jaarstukken voor de jaren 2005, 2006 en 2007 aan de belastingdienst overgelegd.
In 2007 heeft de stichting opnieuw verzocht te worden aangemerkt als ANBI. Daarbij heeft de stichting gemeld dat “ de werkzaamheden feitelijk en volgens de regelgeving van de instelling voor meer dan de helft het algemeen belang dienen”. Opgemerkt wordt dat in die tijd 50% algemeen nut voldoende was voor de ANBI-status, tegenwoordig is dat 90%.
Vervolgens heeft de belastingdienst de stichting met ingang van 1 januari 2008 als ANBI aangemerkt.
In 2011 is een boekenonderzoek ingesteld. De belastingdienst komt tot de conclusie dat de activiteiten van de stichting voor minder dan 50% het algemeen nut dienen. Daarop trekt de inspecteur de ANBI-status in, met ingang van 1 januari 2008. Dat was dus met terugwerkende kracht. De stichting was het daar niet mee eens en stapt naar de rechter.
Het Hof in Den Haag oordeelt dat de belastingdienst aan de intrekkingsbeschikking geen terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 heeft mogen verlenen. De stichting mocht erop mocht vertrouwen dat de belastingdienst met het verlenen van de ANBI-status een weloverwogen standpunt heeft ingenomen. Aangezien de stichting volgens het hof geen kwade trouw kan worden verweten, verdient het bescherming en kan de ANBI-beschikking niet eerder dan per 1 januari 2010 worden ingetrokken, aldus het Hof.
De Hoge Raad is het daarmee niet eens. Volgens de Hoge Raad is het intrekken van de ANBI-status met terugwerkende kracht wel degelijk mogelijk. Dat is alleen anders als in een specifiek geval algemene beginselen van behoorlijk bestuur hieraan in de weg staan. Eén van die beginselen is het vertrouwensbeginsel. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn al een inspecteur welbewust een standpunt heeft ingenomen. Dat was volgens de Hoge Raad hier niet het geval. Doordat de stichting zelf had aangegeven voor meer dan 50% met algemeen nut bezig te zijn, kon deze er niet op vertrouwen dat sprake was van een bewuste standpunt bepaling door de inspecteur. Er volgt een verwijzing voor nader onderzoek.
Gevolgen voor de praktijk
Het intrekken van de ANBI-status met terugwerkende kracht kan forse gevolgen hebben. Giften in de vorm van een lijfrente zijn onbeperkt aftrekbaar. Maar wat als de ANBI-status er niet (meer) blijkt te zijn? Dat kan ook gevolgen hebben bij de schenker. Het is aan te raden daarmee bij de formulering van de schenkingsakte rekening te houden. Een ANBI die zijn status verliest, raakt zijn fiscale vrijstellingen kwijt. Dat kan forse financiële gevolgen hebben. Als dat met terugwerkende kracht gebeurt, kan dat ook consequenties hebben voor het verleden. Het is dus van groot belang om de eisen goed na te leven. Bij twijfel verdient het aanbeveling om bij de belastingdienst een bewuste standpuntbepaling te vragen.
Ton Lekkerkerker
Dat is onlangs weer gebleken uit een arrest van 4 maart 2016 van de Hoge Raad.
In dat arrest kwam met name aan de orde of de ANBI-status met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken. De Hoge Raad is van mening dat dit kan.
Wat was de gang van zaken in het berechte geval? In 2005 is een stichting opgericht. De stichting heeft volgens haar statuten als doel de exploitatie van een museum en expositieruimte met name dienende tot het voor het algemeen publiek toegankelijk exposeren van oldtimers en andere oude en antieke auto’s.
Begin 2006 heeft de belastingdienst de stichting per brief aangemerkt als een ANBI. In overeenstemming met de in die brief gestelde voorwaarden heeft de stichting in 2006, 2007 en 2008 de financiële jaarstukken voor de jaren 2005, 2006 en 2007 aan de belastingdienst overgelegd.
In 2007 heeft de stichting opnieuw verzocht te worden aangemerkt als ANBI. Daarbij heeft de stichting gemeld dat “ de werkzaamheden feitelijk en volgens de regelgeving van de instelling voor meer dan de helft het algemeen belang dienen”. Opgemerkt wordt dat in die tijd 50% algemeen nut voldoende was voor de ANBI-status, tegenwoordig is dat 90%.
Vervolgens heeft de belastingdienst de stichting met ingang van 1 januari 2008 als ANBI aangemerkt.
In 2011 is een boekenonderzoek ingesteld. De belastingdienst komt tot de conclusie dat de activiteiten van de stichting voor minder dan 50% het algemeen nut dienen. Daarop trekt de inspecteur de ANBI-status in, met ingang van 1 januari 2008. Dat was dus met terugwerkende kracht. De stichting was het daar niet mee eens en stapt naar de rechter.
Het Hof in Den Haag oordeelt dat de belastingdienst aan de intrekkingsbeschikking geen terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 heeft mogen verlenen. De stichting mocht erop mocht vertrouwen dat de belastingdienst met het verlenen van de ANBI-status een weloverwogen standpunt heeft ingenomen. Aangezien de stichting volgens het hof geen kwade trouw kan worden verweten, verdient het bescherming en kan de ANBI-beschikking niet eerder dan per 1 januari 2010 worden ingetrokken, aldus het Hof.
De Hoge Raad is het daarmee niet eens. Volgens de Hoge Raad is het intrekken van de ANBI-status met terugwerkende kracht wel degelijk mogelijk. Dat is alleen anders als in een specifiek geval algemene beginselen van behoorlijk bestuur hieraan in de weg staan. Eén van die beginselen is het vertrouwensbeginsel. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn al een inspecteur welbewust een standpunt heeft ingenomen. Dat was volgens de Hoge Raad hier niet het geval. Doordat de stichting zelf had aangegeven voor meer dan 50% met algemeen nut bezig te zijn, kon deze er niet op vertrouwen dat sprake was van een bewuste standpunt bepaling door de inspecteur. Er volgt een verwijzing voor nader onderzoek.
Gevolgen voor de praktijk
Het intrekken van de ANBI-status met terugwerkende kracht kan forse gevolgen hebben. Giften in de vorm van een lijfrente zijn onbeperkt aftrekbaar. Maar wat als de ANBI-status er niet (meer) blijkt te zijn? Dat kan ook gevolgen hebben bij de schenker. Het is aan te raden daarmee bij de formulering van de schenkingsakte rekening te houden. Een ANBI die zijn status verliest, raakt zijn fiscale vrijstellingen kwijt. Dat kan forse financiële gevolgen hebben. Als dat met terugwerkende kracht gebeurt, kan dat ook consequenties hebben voor het verleden. Het is dus van groot belang om de eisen goed na te leven. Bij twijfel verdient het aanbeveling om bij de belastingdienst een bewuste standpuntbepaling te vragen.
Ton Lekkerkerker
Gerelateerd
Corporate