Verplichte wijziging beoordelingscommissie bij herbeoordeling inschrijving

10 mei 2022, laatst geüpdatet 11 september 2024
In een recent vonnis oordeelt de rechtbank Amsterdam dat twee leden van de beoordelingscommissie moeten worden vervangen, om zo de onafhankelijkheid en objectiviteit bij een herbeoordeling te kunnen waarborgen. De rechtbank voegt hiermee een smaak toe aan de opties waar voorzieningenrechters in geval van een gebod tot herbeoordeling tot nu toe vaak voor kozen, namelijk het ongewijzigd laten van de beoordelingscommissie of het laten instellen van een geheel nieuwe beoordelingscommissie.
In dit artikel

De zaak

De gemeente Amsterdam gunde de opdracht voor de restauratie van de toren van de Westerkerk in Amsterdam aan de inschrijver met de beste prijs-kwaliteitverhouding. Eiseres is in de meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure als derde geëindigd. Eiseres betoogt dat de beoordeling op diverse onderdelen tekortschiet en vordert een herbeoordeling door een nieuwe beoordelingscommissie. De rechtbank oordeelt dat de beoordeling ten aanzien van Kwaliteitsonderdeel A op sommige punten inderdaad de toets der kritiek niet kan doorstaan. De vraag die vervolgens voorligt, is of de herbeoordeling door de bestaande beoordelingscommissie kan worden uitgevoerd.

Herbeoordeling door beoordelingscommissie in nieuwe samenstelling

In haar uitspraak stelt de rechtbank voorop dat “de enkele omstandigheid dat de beoordelingscommissie de eerste beoordeling heeft gedaan, [...] niet altijd [maakt] dat zij geen herbeoordeling kan uitvoeren”. Toch komt de rechtbank tot de conclusie dat twee leden van de commissie moeten worden vervangen. Omdat niet goed valt in te zien hoe de beoordelingscommissie in dezelfde samenstelling ten aanzien van het opnieuw te beoordeling kwaliteitsonderdeel tot een objectief nieuw oordeel kan komen, kan de beoordelingscommissie niet ongewijzigd blijven. Door twee leden van de commissie te vervangen, wordt enerzijds de onafhankelijkheid en objectiviteit van de beoordelingscommissie gewaarborgd en anderzijds voorkomen dat de deskundigheid van de commissie op dit project verloren gaat, aldus de rechtbank. De beoordelingscommissie moet met het oog op het gelijkheidsbeginsel in de nieuwe samenstelling alle inschrijvingen op Kwaliteitsonderdeel A herbeoordelen.

Wisselende lijn in jurisprudentie

Wanneer wordt geoordeeld dat er aan de beoordeling van een inschrijving iets mankeert - buiten de gevallen dat een beoordelingscommissie niet de nodige deskundigheid blijkt te hebben -, verschilt het per geval welke consequenties dit voor de betrokken beoordelingscommissie heeft. In diverse gevallen moest de gehele beoordelingscommissie worden vervangen. Zo oordeelde de rechtbank Den Haag dat ter uitsluiting van het risico van favoritisme het instellen van een nieuwe beoordelingscommissie noodzakelijk was. Ook de rechtbank Amsterdam kwam eerder tot eenzelfde conclusie en oordeelde dat er een herbeoordeling gedaan diende te worden door een nieuw samen te stellen onbevooroordeeld beoordelingsteam.

In een ander geval oordeelde de rechtbank Amsterdam juist dat “de enkele omstandigheid dat de beoordelingscommissie de initiële beoordeling heeft uitgevoerd [niet] maakt […] dat zij geen herbeoordeling kan uitvoeren”. Er waren voor de rechtbank geen aanwijzingen waaruit kon worden afgeleid dat de beoordelingscommissie, die de herbeoordeling al voor de kort gedingprocedure uitvoerde, bevooroordeeld was. De herbeoordeling kon daarom door dezelfde beoordelingscommissie worden uitgevoerd. Ook de rechtbank Gelderland oordeelde eerder dat de herbeoordeling door dezelfde beoordelingscommissie kon worden uitgevoerd.

Praktische insteek

In de besproken uitspraak komt de rechtbank niet tot de conclusie dat de beoordelingscommissie niet onpartijdig of onafhankelijk was. Daarom is het opmerkelijk dat de bestaande beoordelingscommissie de herbeoordeling niet in ongewijzigde samenstelling mag uitvoeren.

Tegelijkertijd heeft de rechtbank met het gebod tot het vervangen van twee beoordelaars terecht rekening gehouden met de vergaande consequenties die een gebod tot instellen van een geheel nieuwe beoordelingscommissie heeft. De nodige deskundigheid en ervaring gaat daarmee immers verloren. Wel is de vraag of in dit geval het vervangen van twee leden van de beoordelingscommissie een effectieve oplossing is om de objectiviteit en onafhankelijkheid van de beoordelingscommissie te waarborgen, zeker nu de beoordelingscommissie uit zes personen bestaat. De aanpassing van het beoordelingsteam kan wel effect hebben als het gewijzigde team in consensus tot het nieuwe beoordelingsresultaat moet komen, omdat de frisse blik van de twee nieuwe beoordelaars verandering kan brengen in de visie van de leden die ook de eerste beoordeling hebben uitgevoerd. De rechtbank Amsterdam had ook ervoor kunnen kiezen om de aanbestedende dienst te gebieden de meerderheid van de zittende beoordelaars te vervangen, zoals zij eerder in een vergelijkbare zaak deed. Wordt aangenomen dat wijziging van het beoordelingsteam nodig is, dan zou die keuze meer recht doen aan de gewenste objectiviteit en onafhankelijkheid.

Hebt u vragen over de beoordeling van uw inschrijving en de kansen van een bezwaar tegen de beoordeling of heeft u hulp nodig bij het behandelen van bezwaren van een inschrijver? Neem dan contact op met Iris Neddaoui-Docter of Mathijs Jonkers.