De situatie was als volgt. Twee aandeelhouders (voor het gemak aandeelhouder A en aandeelhouder B genoemd) hielden elk via hun eigen holding aandelen in een vennootschap. De statuten van de vennootschap bevatten een aanbiedingsregeling die een aandeelhouder onder andere verplicht zijn aandelen aan de andere aandeelhouder aan te bieden zodra er een wijziging in zeggenschap in de zin van het SER-besluit Fusiegedragsregels (destijds nog 2000, tegenwoordig is er een 2015 versie) plaatsvindt op het niveau van een aandeelhouder. Voorts bepalen de statuten dat voor zover een aandeelhouder zich hier niet aan houdt (i.e. in verzuim is), hij zijn vergader- en stemrechten niet kan uitoefenen en dat hij namens de andere aandeelhouder gevolmachtigd is om mee te werken aan toepassing van de aanbiedingsregeling. Van deze aanbiedingsregeling werden (slechts) twee situaties uitgezonderd, te weten: (i) de overgang door boedelmenging krachtens huwelijksgoederenrecht of partnerschapsgoederenrecht, mits de oorspronkelijke aandeelhouder de rechten verbonden aan de aandelen als enige uitoefent en (ii) de overdracht aan een eerdere aandeelhouder waartoe de aandeelhouder krachtens de wet verplicht is.
In de praktijk zien wij regelmatig dat een statutaire aanbiedingsregeling in een aandeelhoudersovereenkomst nader wordt ingekleed of expliciet hiervan wordt afgeweken. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, maar vaak is het wenselijk om dit in een aandeelhoudersovereenkomst op te nemen aangezien dit - in tegenstelling tot de statuten - geen openbaar document is. Graag verwijzen wij naar Valerie's eerdere artikel over meer uitleg en achtergrondinformatie over de aandeelhoudersovereenkomst. In deze zaak leek dit overigens niet het geval te zijn.
Op een gegeven moment besluit aandeelhouder A zijn aandelen in zijn holding over te dragen aan een STAK in het kader van een juridische herstructurering. Het bestuur van de STAK bestaat uit de aandeelhouder A en zijn vrouw, met wie hij gezamenlijk bevoegd is. Ook worden certificaten van aandelen uitgegeven aan de kinderen van de bestuurders van de STAK. Naar aanleiding van deze herstructurering werd aandeelhouder A gesommeerd door de vennootschap om zijn aandelen in de vennootschap aan te bieden aan de aandeelhouder B, conform de statutaire aanbiedingsregeling.
De rechtbank geeft aandeelhouder B gelijk en kwalificeert de herstructurering op het niveau van A als een overdracht van zeggenschap in de zin van het SER-besluit Fusiegedragsregels, waardoor de statutaire aanbiedingsregeling is getriggerd. De aandeelhoudersrechten worden immers uitgeoefend door een andere rechtspersoon dan voorheen (namelijk de STAK) en de vrouw van de achterliggende aandeelhouder A nu tevens mede-bevoegd is terwijl zij dat voorheen niet was. Uit de toelichting bij het SER-besluit Fusiegedragsregels 2000, waarnaar de statuten van de vennootschap verwijzen, volgt dat verkrijging of overdracht van de meerderheid van de aandelen voor de toepassing van die gedragsregels onweerlegbaar wordt verondersteld de zeggenschap op te leveren en dat zeggenschap ook kan worden verkregen of overgedragen via statutaire bevoegdheden en/of aanvullende contractuele regelingen van structurele aard. De argumentatie van aandeelhouder A dat hij - onder andere - in gemeenschap van goederen is gehuwd, de overdracht van zeggenschap door deze juridische herstructurering niet door hem beoogd was en hij aanbood om de certificering terug te draaien, mocht helaas niet baten. Deze argumenten doen er namelijk niet aan af dat sprake is van overgang van zeggenschap. Daarnaast boden de statuten van de vennootschap niet de mogelijkheid om de aanbiedingsplicht te "deactiveren" door het terugdraaien van de herstructurering die door aandeelhouder A in gang was gezet. Gevolg: de vennootschap is uit hoofde van de aanbiedingsregeling uit de statuten van de vennootschap onherroepelijk gevolmachtigd de verplichting(en) die voortvloeien uit de aanbiedingsregeling namens aandeelhouder A na te komen. Vanaf de aanvang van het verzuim en zolang het verzuim voortduurt, kan aandeelhouder A bovendien het haar toekomende aan de betrokken aandelen verbonden vergader- en stemrecht niet uitoefenen.
Conclusie van het verhaal: een onschuldige - en veelal fiscaal gedreven - juridische herstructurering kan desastreuze en onvoorziene gevolgen hebben. Het pijnlijke is dat er in dit geval wel uitzonderingen waren opgenomen voor de toepasselijkheid van de aanbiedingsregeling, maar dat deze situatie daar niet onder viel. Het een en ander had dus voorkomen kunnen worden door juridisch advies in te winnen, of - nog mooier - door vooraf expliciet in de statuten (en indien nodig ook de aandeelhoudersovereenkomst) een dergelijke situatie als uitzondering op te nemen. De mogelijkheid om de situatie die de aanbiedingsregeling heeft getriggerd terug te draaien, had ook opgenomen kunnen worden in de statuten waardoor deze situatie makkelijker verholpen had kunnen worden.
Onze advocaten en (kandidaat-)notarissen ondersteunen u graag bij het opstellen en/of wijzigen van de statuten en, indien van toepassing, aandeelhoudersovereenkomst van uw vennootschap. Mocht u in dit kader vragen hebben, neem dan gerust contact op met Valerie van Engelenburg-Sijberden, advocaat, via sijberden@dirkzwager.nl en Kübra Memis-Saginci, kandidaat-notaris, via saginci@dirkzwager.nl.
Zie voor de gehele uitspraak: ECLI:NL:RBLIM:2021:7648 - Rechtbank Limburg, 13-10-2021 / C/03/279367 / HA ZA 20-334