Vernietiging algemene voorwaarden ondanks tekenen voor ontvangst en akkoord

13 september 2012, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Op 31 januari 2012 heeft het Hof Amsterdam arrest gewezen als vervolg op het arrest van de Hoge Raad d.d. 11 juli 2008 (NJ 2008, 416). In deze kwestie gaat het om de terhandstelling van algemene voorwaarden.De partij die algemene voorwaarden hanteert (de ‘gebruiker’), dient zijn wederpartij in de gelegenheid te stellen van de voorwaarden kennis te nemen (6:233 BW). Dit kan door middel van terhandstelling (6:234 lid 1 sub a BW). Heeft de gebruiker de voorwaarden niet of niet correct ter hand g...
In dit artikel
Op 31 januari 2012 heeft het Hof Amsterdam arrest gewezen als vervolg op het arrest van de Hoge Raad d.d. 11 juli 2008 (NJ 2008, 416). In deze kwestie gaat het om de terhandstelling van algemene voorwaarden. De partij die algemene voorwaarden hanteert (de ‘gebruiker’), dient zijn wederpartij in de gelegenheid te stellen van de voorwaarden kennis te nemen ( 6:233 BW). Dit kan door middel van terhandstelling ( 6:234 lid 1 sub a BW). Heeft de gebruiker de voorwaarden niet of niet correct ter hand gesteld, dan zijn de voorwaarden vernietigbaar.

In de zaak van het Hof Amsterdam ging het om een koper die stelde dat de door hem gekochte machine ondeugdelijk was. De verkoper beriep zich echter op een exoneratieclausule in de algemene voorwaarden. De koper betwistte vervolgens dat de algemene voorwaarden aan hem ter hand waren gesteld.

Degene die zich op algemene voorwaarden beroept, dient, indien dit wordt betwist, te bewijzen dat de voorwaarden ter hand gesteld zijn. In het onderhavige geval beriep de verkoper zich op de opdrachtbevestiging waarop de volgende passage was opgenomen: “ bij ondertekening verklaart ondergetekende de algemene voorwaarden te hebben gelezen en akkoord te hebben bevonden.” De koper had de opdrachtbevestiging ondertekend en zich dus met de algemene voorwaarden bekend en akkoord verklaard.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 juli 2008 (NJ 2008, 416), alsmede in zijn arrest van 21 september 2007 (NJ 2009, 50) geoordeeld dat een dergelijke ondertekende verklaring dwingend bewijs oplevert in de zin van artikel 157 lid 2 Rv. De verkoper had dus bewezen dat hij de algemene voorwaarden ter hand gesteld had.

De termijn ‘dwingend bewijs’ is echter enigszins misleidend, omdat ook tegen dwingend bewijs tegenbewijs kan worden geleverd. In de onderhavige zaak had het Hof Arnhem in hoger beroep de koper ten onrechte niet de gelegenheid gegeven om dit tegenbewijs te leveren, aldus de Hoge Raad. De Hoge Raad verwees de zaak vervolgens naar het Hof Amsterdam.

Het Hof Amsterdam heeft in navolging van het arrest van de Hoge Raad de koper de gelegenheid gegeven tegenbewijs te leveren. De koper heeft dit tegenbewijs vervolgens aangeboden door middel van het horen van 5 getuigen. De koper zelf verklaarde dat de algemene voorwaarden niet waren bijgevoegd en dat hij geen aandacht had besteed aan de voorgedrukte, door hem ondertekende verklaring. Eén getuige bevestigde dat de algemene voorwaarden niet waren meegezonden, de andere drie konden zich het niet herinneren.

Het Hof Amsterdam vond deze getuigenverklaringen voldoende tegenbewijs. De koper heeft dus bewezen dat de algemene voordwaarden niet waren meegezonden en dus niet ter hand zijn gesteld. Het beroep op vernietiging slaagt.

Deze zaak is een goed voorbeeld van het belang van het correct ter hand stellen van algemene voorwaarden. Het is voor een gebruiker van algemene voorwaarden zeer moeilijk om te bewijzen dat de voorwaarden met de overeenkomst zijn meegestuurd. De Hoge Raad leek de gebruiker daarin wat tegemoet te komen door te oordelen dat een ondertekening van ontvangst en akkoord dwingend bewijs oplevert. De manier waarop het Hof Amsterdam het tegenbewijs in deze zaak heeft gewaardeerd, lijkt hieraan enerzijds echter weer paal en perk te stellen. Anderzijds heeft het Hof de regels van bewijslastverdeling correct toegepast en kan men zich afvragen hoe de wederpartij, anders dan het horen van getuigen, tegenbewijs kan leveren zonder dat de mogelijkheid daartoe illusoir wordt.

Een bewijsprobleem kan worden voorkomen door de algemene voorwaarden op de achterzijde van het briefpapier te drukken. De gebruiker voldoet dan in beginsel aan de eis van terhandstelling. Daarnaast kan een discussie over de terhandstelling worden voorkomen door de wederpartij te vragen een per pagina ondertekende versie van de voorwaarden terug te sturen.

Gerelateerd

Rechterhamer

Verjaring in het verzekeringsrecht: de aansprakelijkheidsverzekering

Op 9 juli 2024 heeft het Hof Amsterdam arrest (ECLI:NL:GHAMS:2024:1896) gewezen in een zaak waarin het aanvangsmoment van verjaring bij een...

Proportionele regulering voor verzekeraars

Het verzekeringsbedrijf is in Nederland (en Europa) sterk gereguleerd, met name door de richtlijn Solvency II (Richtlijn 2009/138/EG) en de implementatie...

WAM-verzekeraar verhaalt met succes haar schade op haar verzekerde die met te veel alcohol op een eenzijdig verkeersongeval veroorzaakt

In de nacht van 23 op 24 november 2018 veroorzaakt de bestuurder van een voertuig onder invloed van alcohol een eenzijdig ongeval waarbij een inzittende...

Opzettelijke brandstichting door een drugsgebruikende verzekerde met een geestelijke stoornis

Brandverzekeringen bieden meestal geen dekking voor schade die een verzekerde zelf opzettelijk veroorzaakt. Maar wat geldt als de verzekerde handelde vanuit...

Verrekening arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met letselschadevergoeding

Op 3 juni 2024 is een beschikking van de rechtbank Limburg gepubliceerd (ECLI:NL:RBLIM:2024:1878), waarin de rechtbank oordeelt dat uitkeringen onder een door...

Tellen inkomsten uit zwart werk mee bij begroten verlies aan verdienvermogen?

De Hoge Raad heeft in het arrest van 12 april 2024 geoordeeld over de vraag of bij de begroting van schade wegens verlies aan verdienvermogen rekening gehouden...
No posts found