Op grond van de wet is voor de verkoop van een woning aan een particulier vereist dat de koopovereenkomst schriftelijk wordt vastgelegd. Deze bepaling is in de wet opgenomen om de koper tegen overhaaste aankoopbeslissingen te beschermen. Niet duidelijk was of deze bescherming ook aan de verkoper toe kwam.
In het geval waarover de Hoge Raad zich bij arrest van 9 december 2011 heeft uitgesproken ( LJN: BU7412), had de verkoper de koopovereenkomst niet ondertekend omdat hij zijn financiering van een andere woning niet rond kreeg. Bij de rechtbank is de vordering van de koop op schadevergoeding afgewezen, omdat de mondelinge koop nietig was. Tegen deze uitspraak is door de procureur-generaal in het belang van de wet cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad stelt dat ook een particuliere verkoper bevoegd is om zich erop te beroepen dat een mondelinge koopovereenkomst er niet toe leidt dat een woning is verkocht. Daarnaast merkt de Hoge Raad op dat slechts onder zeer bijzondere omstandigheden het beroep op het ontbreken van een schriftelijke koopovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is. Dit is echter niet het geval wanneer de verkoper alsnog een hoger bod van een derde krijgt of als de verkoper een voorkeur heeft voor een ander huis. Achtergrond van de bepaling is immers dat partijen de ruimte krijgen om alsnog af te zien van de beoogde koopovereenkomst. Alleen onder zeer bijzondere omstandigheden kan de weigerende partij veroordeeld worden tot vergoeding van schade. In principe is het niet mogelijk om de weigerachtige partij te verplichten om alsnog de koopovereenkomst te tekenen.
Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat dus niet alleen de koper, maar ook de particuliere verkoper de mogelijkheid heeft om een beroep te doen op de nietigheid van de koopovereenkomst van een woning als deze niet schriftelijk is vastgelegd.
In het geval waarover de Hoge Raad zich bij arrest van 9 december 2011 heeft uitgesproken ( LJN: BU7412), had de verkoper de koopovereenkomst niet ondertekend omdat hij zijn financiering van een andere woning niet rond kreeg. Bij de rechtbank is de vordering van de koop op schadevergoeding afgewezen, omdat de mondelinge koop nietig was. Tegen deze uitspraak is door de procureur-generaal in het belang van de wet cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad stelt dat ook een particuliere verkoper bevoegd is om zich erop te beroepen dat een mondelinge koopovereenkomst er niet toe leidt dat een woning is verkocht. Daarnaast merkt de Hoge Raad op dat slechts onder zeer bijzondere omstandigheden het beroep op het ontbreken van een schriftelijke koopovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is. Dit is echter niet het geval wanneer de verkoper alsnog een hoger bod van een derde krijgt of als de verkoper een voorkeur heeft voor een ander huis. Achtergrond van de bepaling is immers dat partijen de ruimte krijgen om alsnog af te zien van de beoogde koopovereenkomst. Alleen onder zeer bijzondere omstandigheden kan de weigerende partij veroordeeld worden tot vergoeding van schade. In principe is het niet mogelijk om de weigerachtige partij te verplichten om alsnog de koopovereenkomst te tekenen.
Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat dus niet alleen de koper, maar ook de particuliere verkoper de mogelijkheid heeft om een beroep te doen op de nietigheid van de koopovereenkomst van een woning als deze niet schriftelijk is vastgelegd.
Gerelateerd
Koop en huur