Verjaring bij opvolgend eigendom, optellen mag

4 september 2012, laatst geüpdatet 11 september 2024
De Hoge Raad heeft op 10 augustus 2012 (LJN: BW5324) geoordeeld dat bij bevrijdende verjaring een bezitter van een stuk grond waarvan hij niet de eigendom heeft, de jaren die zijn rechtsvoorganger de grond bezat bij zijn eigen bezit mag optellen.
Robert Rijpstra 
Robert Rijpstra 
Advocaat - Partner
In dit artikel

De Hoge Raad heeft op 10 augustus 2012 (LJN: BW5324) geoordeeld dat bij bevrijdende verjaring een bezitter van een stuk grond waarvan hij niet de eigendom heeft, de jaren die zijn rechtsvoorganger de grond bezat bij zijn eigen bezit mag optellen. Een bezitter kan derhalve eigenaar worden, doordat hij tezamen met zijn rechtsvoorganger(s) de grond twintig jaar in zijn bezit heeft.

De zaak
In 1979 heeft X een gedeelte van de tuin van zijn buurman in bezit genomen. In 1999 verkoopt Z zijn woning met tuin aan Y. Ook Y blijft gebruik maken van het stuk tuin van de buurman. In 2007 stelt Y dat hij door verjaring eigenaar is geworden van de grond. Het perceel zou al meer dan twintig jaar in gebruik zijn van X en hemzelf.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat Y ten onrechte het gebruik van X optelde bij zijn eigen gebruik. Volgens het hof kan een verkrijger onder bijzondere titel op grond van artikel 3:102 lid 2 BW alleen dan de tijd van zijn rechtsvoorganger bij zijn eigen bezit optellen indien hij te goeder trouw is. Y was echter niet te goeder trouw omdat hij bij de aankoop in 1999 de openbare registers had kunnen raadplegen. Hierdoor had Y kunnen weten dat het perceel eigendom was de buurman. Volgens het hof was Y niet door bevrijdende verjaring eigenaar geworden.

De Hoge Raad was het hiermee niet eens. Bij bevrijdende verjaring, ook wel genaamd verjaring te kwader trouw, is het volgens de Hoge Raad niet van belang of er bezitsopvolging heeft plaatsgevonden. Ook is niet van belang of de opvolgende bezitters te goeder trouw zijn in de zin van artikel 3:102 lid 2 BW. Bij verjaring te kwader trouw gaat het er slechts om dat gedurende twintig jaar de grond door een ander dan de eigenaar in bezit is geweest.

Gerelateerd

Geen strengere maatstaf voor inbezitneming publieke grond

In de rechtspraak wordt zo nu en dan geoordeeld dat voor publieke gronden een strengere maatstaf voor inbezitneming zou moeten gelden dan voor niet publieke...

Verkoper aansprakelijk door mededelingen over bodemverontreiniging?

Indien de koper van onroerend goed na aankoop ontdekt dat er bodemverontreiniging aanwezig is, zal hij vaak proberen zijn schade te verhalen op de verkoper....

Voornemen tot prejudiciële vragen: het spanningsveld tussen eigendom van de woning vs. belangen van het kind bij ontruiming

Dinsdag 8 oktober jl. heeft de rechtbank Noord-Holland een opmerkelijk tussenvonnis gewezen in een ontruimingskort geding. Voor wat betreft de situatie dat er...
Rechterhamer bouwhelm

Geen waarschuwing door de aannemer, toch prijsverhoging bij meerwerk

Indien een opdrachtgever veranderingen of toevoegingen in het met een aannemer overeengekomen werk wenst, moet de aannemer de opdrachtgever wijzen op de...

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...
No posts found