Een handelsnaam is de naam waaronder men zijn of haar ondernemingsactiviteiten uitvoert. Doorgaans gaat het om de bedrijfsnaam die bij de
Kamer van Koophandel in het handelsregister is geregistreerd, echter feitelijk gebruik van de handelsnaam door de onderneming bepaalt of sprake is van een geldige handelsnaam. Er zijn gevallen denkbaar waarin u uw handelsnaam wil overdragen aan een derde of intra-concern, of ingeval van koop van de handelsnaam uit faillissement. Dat roept de vraag op: welke vereisten gelden er voor een dergelijke overdracht?
Doel van de Handelsnaamwet
De Handelsnaamwet biedt bescherming tegen het gebruik door anderen van uw handelsnaam. Op grond van deze wet kunt u optreden tegen een ander die dezelfde of een sterk gelijkende handelsnaam voert voor een onderneming die actief is in dezelfde markt als waarin u actief bent. Zodoende kunt u voorkomen dat bij het publiek de indruk ontstaat dat men met uw onderneming van doen heeft, terwijl men in werkelijkheid bijvoorbeeld zaken doet met uw concurrent. Dat is ook de reden dat de handelsnaam van een gerenommeerde onderneming een waardevol element van die onderneming kan zijn: klanten zullen de handelsnaam associëren met de kwaliteit die zij van de bijbehorende onderneming gewend zijn. Op die manier kan de handelsnaam ook als een soort ‘keurmerk’ voor de consument fungeren.
Wettelijk vereiste voor overdracht van de handelsnaam
Artikel 2 van de Handelsnaamwet geeft de wettelijke eis voor overdracht, en luidt als volgt:
'De handelsnaam gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor overdracht, doch een en ander slechts in verbinding met de onderneming, die onder die naam wordt gedreven.'
Volgens de wet is de handelsnaam dus gekoppeld aan de onderneming. De wetgever heeft begin 20 ste eeuw - met het oog op voorkoming van ‘misleiding van het publiek’ - bepaald dat de handelsnaam uitsluitend in verbinding met de onderneming mag worden overgedragen.
Vereiste achterhaald?
De beperking die eerder door de wetgever is gesteld, leidt tegenwoordig tot de nodige onduidelijkheid over de mogelijkheden voor overdracht van de handelsnaam. Immers, de Handelsnaamwet bepaalt expliciet dat overdracht van de handelsnaam uitsluitend in verbinding met de onderneming kan plaatsvinden. De zogenaamde ‘vrije overdracht’ van de handelsnaam - dat wil zeggen: de overdacht geheel los van overdracht van (andere) bedrijfsonderdelen - lijkt daarmee uitgesloten.
Is het dan überhaupt niet mogelijk een handelsnaam over te kopen en de bedrijfsactiviteiten daaronder voort te zetten? De duiding van artikel 2 van de Handelsnaamwet loopt uiteen: in de juridische literatuur menen diverse auteurs dat het vereiste ‘in verbinding met de onderneming’ is verouderd. Ook uit de rechtspraak blijkt dat er meer mogelijk is dan de wettekst op het eerste gezicht doet vermoeden (zie hierna).
Mogelijkheden tot overdracht van de handelsnaam
Wat zijn nu de contouren van de mogelijkheden voor overdracht van de handelsnaam?
Volledige overdracht (inclusief bedrijfsactiviteiten)
Ten eerste is het vanzelfsprekend mogelijk, conform de wettelijke eis, de handelsnaam in verbinding met de gehele onderneming over te dragen. Denk daarbij aan het overdragen van de gevoerde bedrijfsactiviteiten, door de 'ontvanger' in de gelegenheid te stellen om deze activiteiten op dezelfde voet voort te zetten door de middelen daartoe over te dragen (boeken, bescheiden, (digitale) bestanden enz). Vaak wordt hierbij ook bepaald dat degene die de handelsnaam en activiteiten overdraagt, het voortaan nalaat die activiteiten te verrichten.
Gedeeltelijke overdracht van de onderneming
Waar de Handelsnaamwet vereist dat de handelsnaam in verbinding met de onderneming moet worden overgedragen, hoeft dit niet per se de algehele onderneming te zijn. Niet nodig is het bijvoorbeeld dat alle kantoorgebouwen mede worden overgedragen (indien die niet de kern van de bedrijfsactiviteiten vormen). Aan de vereiste verbinding is voldaan wanneer tezamen met de handelsnaam die vermogensbestanddelen worden overgedragen waarop de goodwill van de onderneming is gebaseerd. In de rechtspraak is dit vereiste gemarginaliseerd: de rechtbank Middelburg oordeelt dat een overdracht van de handelsnaam in combinatie met de domeinnaam en het telefoonnummer van de onderneming aan het ‘verbindingsvereiste’ voldoet. Overdracht van de handelsnaam enkel tezamen met het klantenbestand is geldig bevonden door de Haagse rechtbank. Hierbij verdient wel opmerking dat de rechtspraak casuistisch is; per geval zal moeten worden beoordeeld of de overdracht van de handelsnaam (met andere activa) mogelijk is.
Vrije overdracht?
Het gerechtshof in Den Haag heeft in 2010 geoordeeld dat naar de huidige maatschappelijke opvatting de handelsnaam ook geheel los van de onderneming kan worden overgedragen. Dit lijkt de meest consequente leer: dezelfde ‘verbindings-eis’ is in het (diensten)merkenrecht al decennia geleden geschrapt. Bovendien biedt de overdracht van de handelsnaam inclusief (relevante delen van de) onderneming geenszins de garantie dat de kwaliteit waarmee de handelsnaam in de markt wordt geassocieerd, behouden zou blijven.
Echter, ook in dit geval ging het om een specifiek feitencomplex; de handelsnaam werd - kort gezegd - uit een faillissement gekocht. Bovendien maakt het hof het voorbehoud dat voor zover de handelsnaam niet zonder de daaraan verbonden onderneming kan worden overgedragen, er in inder geval geen 'al te grote eisen' gesteld mogen worden aan de verbinding. Wanneer ondernemingen in groepsverband aan het handelsverkeer deelnemen, zal het de deelnemers geoorloofd zijn elkaars handelsnamen te gebruiken. De tekst van de uitspraak rept in dit geval niet over verkoop buiten de groep van ondernemingen. Ook laat het hof open dat een en ander mogelijk anders ligt als sprake is van ongeoorloofd of onrechtmatig gebruik door de groep van ondernemingen jegens derden. Wanneer daarvan sprake is, licht het hof niet toe.
Kortom, hoewel deze uitspraak meer aanknopingspunten geeft voor de mogelijkheid tot vrije overdracht van een handelsnaam, is niet 100% duidelijkheid of het wettelijk vereiste daadwerkelijk is achterhaald. Dit brengt rechtsonzekerheid met zich mee die niet gewenst is.
Andere aspecten in verband met de overdracht
Los van de (on)mogelijkheid tot vrije overdracht van uw handelsnaam, dient u zich ten slotte te realiseren dat onder omstandigheden de overdracht van een handelsnaam (althans de gevolgen daarvan) mogelijk onrechtmatig is (zijn) jegens derden. Ook kan deze overdracht in strijd komen met de regels uit de Faillissementswet. Zo kan de overdracht van de handelsnaam, al dan niet in verbinding met de rest van de onderneming, onder bepaalde omstandigheden paulianeus zijn. Kijk voor meer informatie over insolventie ook op Dirkzwagerondernemingsrecht.nl.
Doel van de Handelsnaamwet
De Handelsnaamwet biedt bescherming tegen het gebruik door anderen van uw handelsnaam. Op grond van deze wet kunt u optreden tegen een ander die dezelfde of een sterk gelijkende handelsnaam voert voor een onderneming die actief is in dezelfde markt als waarin u actief bent. Zodoende kunt u voorkomen dat bij het publiek de indruk ontstaat dat men met uw onderneming van doen heeft, terwijl men in werkelijkheid bijvoorbeeld zaken doet met uw concurrent. Dat is ook de reden dat de handelsnaam van een gerenommeerde onderneming een waardevol element van die onderneming kan zijn: klanten zullen de handelsnaam associëren met de kwaliteit die zij van de bijbehorende onderneming gewend zijn. Op die manier kan de handelsnaam ook als een soort ‘keurmerk’ voor de consument fungeren.
Wettelijk vereiste voor overdracht van de handelsnaam
Artikel 2 van de Handelsnaamwet geeft de wettelijke eis voor overdracht, en luidt als volgt:
'De handelsnaam gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor overdracht, doch een en ander slechts in verbinding met de onderneming, die onder die naam wordt gedreven.'
Volgens de wet is de handelsnaam dus gekoppeld aan de onderneming. De wetgever heeft begin 20 ste eeuw - met het oog op voorkoming van ‘misleiding van het publiek’ - bepaald dat de handelsnaam uitsluitend in verbinding met de onderneming mag worden overgedragen.
Vereiste achterhaald?
De beperking die eerder door de wetgever is gesteld, leidt tegenwoordig tot de nodige onduidelijkheid over de mogelijkheden voor overdracht van de handelsnaam. Immers, de Handelsnaamwet bepaalt expliciet dat overdracht van de handelsnaam uitsluitend in verbinding met de onderneming kan plaatsvinden. De zogenaamde ‘vrije overdracht’ van de handelsnaam - dat wil zeggen: de overdacht geheel los van overdracht van (andere) bedrijfsonderdelen - lijkt daarmee uitgesloten.
Is het dan überhaupt niet mogelijk een handelsnaam over te kopen en de bedrijfsactiviteiten daaronder voort te zetten? De duiding van artikel 2 van de Handelsnaamwet loopt uiteen: in de juridische literatuur menen diverse auteurs dat het vereiste ‘in verbinding met de onderneming’ is verouderd. Ook uit de rechtspraak blijkt dat er meer mogelijk is dan de wettekst op het eerste gezicht doet vermoeden (zie hierna).
Mogelijkheden tot overdracht van de handelsnaam
Wat zijn nu de contouren van de mogelijkheden voor overdracht van de handelsnaam?
Volledige overdracht (inclusief bedrijfsactiviteiten)
Ten eerste is het vanzelfsprekend mogelijk, conform de wettelijke eis, de handelsnaam in verbinding met de gehele onderneming over te dragen. Denk daarbij aan het overdragen van de gevoerde bedrijfsactiviteiten, door de 'ontvanger' in de gelegenheid te stellen om deze activiteiten op dezelfde voet voort te zetten door de middelen daartoe over te dragen (boeken, bescheiden, (digitale) bestanden enz). Vaak wordt hierbij ook bepaald dat degene die de handelsnaam en activiteiten overdraagt, het voortaan nalaat die activiteiten te verrichten.
Gedeeltelijke overdracht van de onderneming
Waar de Handelsnaamwet vereist dat de handelsnaam in verbinding met de onderneming moet worden overgedragen, hoeft dit niet per se de algehele onderneming te zijn. Niet nodig is het bijvoorbeeld dat alle kantoorgebouwen mede worden overgedragen (indien die niet de kern van de bedrijfsactiviteiten vormen). Aan de vereiste verbinding is voldaan wanneer tezamen met de handelsnaam die vermogensbestanddelen worden overgedragen waarop de goodwill van de onderneming is gebaseerd. In de rechtspraak is dit vereiste gemarginaliseerd: de rechtbank Middelburg oordeelt dat een overdracht van de handelsnaam in combinatie met de domeinnaam en het telefoonnummer van de onderneming aan het ‘verbindingsvereiste’ voldoet. Overdracht van de handelsnaam enkel tezamen met het klantenbestand is geldig bevonden door de Haagse rechtbank. Hierbij verdient wel opmerking dat de rechtspraak casuistisch is; per geval zal moeten worden beoordeeld of de overdracht van de handelsnaam (met andere activa) mogelijk is.
Vrije overdracht?
Het gerechtshof in Den Haag heeft in 2010 geoordeeld dat naar de huidige maatschappelijke opvatting de handelsnaam ook geheel los van de onderneming kan worden overgedragen. Dit lijkt de meest consequente leer: dezelfde ‘verbindings-eis’ is in het (diensten)merkenrecht al decennia geleden geschrapt. Bovendien biedt de overdracht van de handelsnaam inclusief (relevante delen van de) onderneming geenszins de garantie dat de kwaliteit waarmee de handelsnaam in de markt wordt geassocieerd, behouden zou blijven.
Echter, ook in dit geval ging het om een specifiek feitencomplex; de handelsnaam werd - kort gezegd - uit een faillissement gekocht. Bovendien maakt het hof het voorbehoud dat voor zover de handelsnaam niet zonder de daaraan verbonden onderneming kan worden overgedragen, er in inder geval geen 'al te grote eisen' gesteld mogen worden aan de verbinding. Wanneer ondernemingen in groepsverband aan het handelsverkeer deelnemen, zal het de deelnemers geoorloofd zijn elkaars handelsnamen te gebruiken. De tekst van de uitspraak rept in dit geval niet over verkoop buiten de groep van ondernemingen. Ook laat het hof open dat een en ander mogelijk anders ligt als sprake is van ongeoorloofd of onrechtmatig gebruik door de groep van ondernemingen jegens derden. Wanneer daarvan sprake is, licht het hof niet toe.
Kortom, hoewel deze uitspraak meer aanknopingspunten geeft voor de mogelijkheid tot vrije overdracht van een handelsnaam, is niet 100% duidelijkheid of het wettelijk vereiste daadwerkelijk is achterhaald. Dit brengt rechtsonzekerheid met zich mee die niet gewenst is.
Andere aspecten in verband met de overdracht
Los van de (on)mogelijkheid tot vrije overdracht van uw handelsnaam, dient u zich ten slotte te realiseren dat onder omstandigheden de overdracht van een handelsnaam (althans de gevolgen daarvan) mogelijk onrechtmatig is (zijn) jegens derden. Ook kan deze overdracht in strijd komen met de regels uit de Faillissementswet. Zo kan de overdracht van de handelsnaam, al dan niet in verbinding met de rest van de onderneming, onder bepaalde omstandigheden paulianeus zijn. Kijk voor meer informatie over insolventie ook op Dirkzwagerondernemingsrecht.nl.
Gerelateerd
Intellectueel Eigendom