Variabele rente bij doorlopend krediet

3 september 2021, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
In de JOR 2021/124 is een annotatie verschenen van Chantal van den Borne bij een spraakmakende en verstrekkende uitspraak van de Commissie van Beroep KiFiD over variabele rente bij doorlopend krediet in een ABN AMRO zaak (2021-0015).
In dit artikel

De Commissie van Beroep is van oordeel dat het variabele rente beding in de kredietovereenkomst zo uitgelegd moet worden dat de consument de gerechtvaardigde verwachting mocht hebben dat de rente meebeweegt met de 'relevante marktrente'. Met deze uitspraak (en gelijkluidende latere uitspraken) trekt de Commissie van Beroep de in 2019 ingezette lijn door naar andere kredietverstrekkers die doorlopend krediet verstrekt hebben zoals ABN AMRO, Santander en Hollandsche Disconto Voorschotbank.
In de annotatie gaat Chantal van den Borne in op de achtergronden van uitspraak en in hoeverre deze te plaatsen zijn in de lijn van de jurisprudentie. Ook wordt deze uitspraak bezien in het licht van de richtinggevende uitspraken van 2019 en 2021 van de Commissie van Beroep van KiFiD over variabele rente. De annotator vraagt zich af of er met de uitleg die de Commissie van Beroep geeft van het rentewijzigingsbeding, nog wel sprake is van een normatieve uitleg va de overeenkomst en van de bedoeling van partijen. De uitleg is bovendien moeilijk te volgen in het licht van de 2014-uitspraken van diezelfde Commissie van Beroep. Ook is het de vraag of deze uitleg past in de lijn van jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie, de Hoge Raad én het achterliggende dwingendrechtelijke wettelijke kader. Kortom, het is de vraag of de Commissie van Beroep met haar zienswijze 'de heilige graal' gevonden heeft. Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zouden uitkomst kunnen bieden.

De annotatie is te lezen in de JOR 2021/124, neem contact op met Chantal indien u deze annotatie wil ontvangen,