Van wet consumentenkrediet naar BW

22 februari 2017, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Vrijwel geruisloos zijn per 1 januari 2017 de bepalingen van consumentenkrediet, koop op afbetaling, huurkoop en huurkoop van onroerend zaken, gemoderniseerd in een aanvulling van Boek 7 BW opgenomen. In het bijgaande artikel wordt de overgang van de wet op het consumentenkrediet naar BW. Op 8 september 2016 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel als hamerstuk afgedaan. De Eerste Kamer heeft op 4 oktober 2016 hetzelfde gedaan. Hiermee is een wezenlijke modernisering van aloude regelingen met...
In dit artikel
Vrijwel geruisloos zijn per 1 januari 2017 de bepalingen van consumentenkrediet, koop op afbetaling, huurkoop en huurkoop van onroerend zaken, gemoderniseerd in een aanvulling van Boek 7 BW opgenomen. In het bijgaande artikel wordt de overgang van de wet op het consumentenkrediet naar BW.

Op 8 september 2016 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel als hamerstuk afgedaan. De Eerste Kamer heeft op 4 oktober 2016 hetzelfde gedaan. Hiermee is een wezenlijke modernisering van aloude regelingen met betrekking tot consumentenkrediet, huurkoop, koop op afbetaling en verbruikleen doorgevoerd. Reden genoeg dus om daar wat uitvoeriger bij stil te staan.

De wijzigingen en aanvullingen in Boek 7 BW betreffen in het bijzonder de volgende vier punten [1]:

  1. De privaatrechtelijke bepalingen van de Wet op het consumentenkrediet (de Wck) worden overgebracht naar het Burgerlijk Wetboek;

  2. De bepalingen van koop op afbetaling en huurkoop van roerende zaken (artikelen 1576 – 1576x) worden opnieuw gemoderniseerd en omvatten alle gevallen van goederenkrediet van roerende zaken;

  3. Er is een nieuwe regeling betreffende de huurkoop van onroerende zaken;

  4. De regeling van verbruikleen van geld (artikelen 1791-1810 van titel 7A.14) wordt eveneens gemoderniseerd.


In bijgaand artikel dat gepubliceerd is in het Tijdschrift voor Financieel Recht wordt de geschiedenis van de wetgeving op het gebied van consumentenkrediet beschreven. Tevens wordt ingegaan op een aantal wezenlijke onderdelen van de Wck die in het nieuwe wetsvoorstel opnieuw tegen het licht zijn gehouden. Het betreft:

  • De € 40.000,-- grens

  • De nietigheid van bepaalde bedingen in kredietovereenkomst

  • De beperkingen van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding

  • Het al dan niet mogen bedingen van zekerheidsrechten

  • Een regeling bij een verbetering van de vermogenstoestand


Tot slot zijn er nog punten van aandacht met betrekking tot renteloze kredieten aangegeven.

Het volledige artikel is hier te lezen.

De modernisering van de bepalingen van koop op afbetaling en huurkoop, de huurkoop van onroerende zaken en de regeling van verbruikleen van geld, worden in een volgend artikel besproken.

[1] Memorie van toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 442, nr. 3