Merkinbreuk?
De organisatie van de Tour de France beroept zicht erop dat de merkaanvraag voor ‘TOUR DE X’ verwarring wekt en inbreuk maakt op (bekende) merken van Tour de France.
Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 bepaalt dat na oppositie door de houder van een ouder merk de inschrijving van het aangevraagde merk moet worden geweigerd wanneer het gelijk is aan of overeenstemt met een ouder merk en betrekking heeft op dezelfde of soortgelijke waren of diensten, en daardoor verwarring bij het publiek kan ontstaan. In dit geval wordt de gestelde merkinbreuk beoordeeld voor het grote publiek, wielerliefhebbers en beroepsrenners, wier aandachtsniveau gemiddeld is.
Het Gerecht oordeelt dat weliswaar sprake is van een bepaalde mate van overeenstemming van de merken, maar die zien op zwakke onderscheidende bestanddelen: ‘As regards the earlier word marks and the earlier international registration, the Board of Appeal took the view that those rights did not contain any dominant element. In addition, it examined the elements ‘tour de’, ‘tour’, ‘de France’ and ‘le’ contained in the earlier rights and concluded, in essence, that each of those elements had very little, if any, distinctive character or was descriptive of the goods and services in question’
De woord-elementen ‘tour de’ worden ook niet zozeer dominant geacht in de totale indruk van de merken en spelen in het geheel dus niet een belangrijker rol.
‘First, as regards the visual comparison, it should be noted that the word element ‘tour de’ is common to the rights at issue. However, as is apparent from paragraphs 34 to 37 above, that element is not dominant within those rights and has very little, if any, distinctive character. Next, the rights at issue should be regarded as different in that, on the one hand, the mark applied for contains a different font, the letter ‘x’, which is dominant for the reasons set out in paragraph 35 above, and the letter ‘o’, which contains the stylised representation of a stopwatch. On the other hand, the earlier rights include the word elements ‘France’ and, as the case may be, ‘le’, which are not present in the mark applied for. Furthermore, the differences between the mark applied for and the earlier figurative mark are even more obvious. The font is clearly different, the earlier figurative mark has a different overall shape, its letter ‘o’ is reminiscent of a wheel of a bicycle and its letter ‘r’ takes the stylised form of a cyclist. Thus, all those differences and the average distinctive character of the letter ‘x’ in the mark applied for considerably lessen the similarity arising from the common expression ‘tour de’ and its position within the rights at issue.’
en
‘By contrast, the letter ‘x’, which is the dominant element of the mark applied for, produces a distinct sound that would not pass the ears of the relevant public unnoticed, and would rather tend to be stressed. Thus, the differences between the rights at issue, which are essentially based on the letter ‘x’, on the one hand, and the word element ‘France’, on the other, which is also not negligible in the light of its pronunciation, largely offset the similarities resulting from the common element ‘tour de’.’
Hoewel het Gerecht aanneemt dat er een groter onderscheidend vermogen is verworven door het ingediende bewijs daarvan, gaat het alleen over het merk in z’n totaal (dus inclusief le en met name France en de O-vorm) en niet zozeer om het deel ‘tour de’, en een hoog onderscheidend vermogen voor de organisatie van wielrenwedstrijden in klasse 41.
Verwarringsgevaar tussen merken?
Het onderzoek naar verwarringsgevaar tussen de merken moet globaal plaatsvinden. Het Gerecht oordeelt dat als gevolg van het geringe onderscheidend vermogen van het enige gemeenschappelijke element "tour de" en de geringe mate van overeenstemming tussen de merken, het relevante publiek deze rechten niet zal verwarren, ondanks de soortgelijkheid van de betrokken waren en diensten en het grotere onderscheidend vermogen dat is verkregen door het gebruik van de oudere rechten voor de diensten betreffende de organisatie van wielerwedstrijden van klasse 41.
Bescherming van bekende merken?
Ook het beroep op bekendheid van de Tour de France-merken verandert de beoordeling niet.
De Tour de France-organisatie had zich er alleen maar op beroepen dat zij ene bekend merk was voor de organisatie van sportwedstrijden. Echter het Gerecht oordeelt dat nergens uit blijkt dat er een merkrechtelijk relevant verband wordt gelet tussen de beide merken, namelijk: ‘the relevant public would not make a mental connection between the rights at issue within the meaning of Article 8(5) of Regulation No 207/2009. The Board of Appeal based its conclusion in that regard on all the relevant factors, taking into account the degree of distinctiveness of the earlier rights, the degree of closeness between the goods and services covered by the mark applied for and the services in respect of the organisation of cycling competitions covered by the earlier rights and the degree of similarity between the rights at issue.’
Dat is ook niet het geval voor het TOUR DE onderdeel, omdat dat op zichzelf niet hoog onderscheidend of bekend is.
Conclusie
De Tour de France is mogelijk wel bekend voor sportwedstrijden of wielrenwedstrijden, maar het onderdeel 'TOUR DE’ niet voor zichzelf claimen.
Joost Becker, advocaat merkenrecht