‘Terpostbezorging’ niet meer alleen bij PostNL: Afdeling gaat om in recente uitspraak over 6:9 Awb

21 juli 2020, laatst geüpdatet 11 september 2024
Aanbieding van een stuk bij andere postbedrijven dan PostNL geldt nu ook als ‘terpostbezorging’ in de zin van artikel 6:9 lid 2 Awb. Dat oordeelt de Afdeling in een uitspraak op 15 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1682), waarmee wordt aangesloten bij de recente jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep.
Joske Hagelaars 
Joske Hagelaars 
Advocaat - Associate Partner
Joske Hagelaars 
Joske Hagelaars 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel

Afdeling gaat ook om, na recente ontwikkelingen vanuit Europa en de Centrale Raad van Beroep

Aanbieding van een stuk bij andere postbedrijven dan PostNL geldt nu ook als ‘terpostbezorging’ in de zin van artikel 6:9 lid 2 Awb. Dat oordeelt de Afdeling in een uitspraak op 15 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1682), waarmee wordt aangesloten bij de recente jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep.

Een bezwaar-, beroep- of hoger beroepschrift is tijdig ingediend als het binnen de termijn ter post is bezorgd – dat wil zeggen: aangeboden aan het postbedrijf, of in een brievenbus gedeponeerd – en binnen een week na afloop van de termijn is ontvangen (artikelen 6:9 lid 2 jo. 6:24 Algemene wet bestuursrecht, hierna: Awb). Het was vaste jurisprudentie van zowel de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) als de Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) dat enkel aanbieding bij PostNL als ‘terpostbezorging’ in de zin van artikel 6:9 lid 2 Awb gold. Oftewel: als een stuk voorheen binnen een week na afloop van de termijn was ontvangen, maar binnen de termijn was aangeboden aan een ander postbedrijf dan PostNL, gold dat de termijn was overschreden.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie overwoog op 27 maart 2019 in de Pawlak/KRUS-zaak echter dat een soortgelijke nationale regeling in strijd is met unierechtelijke regels:

Gelet op het voorgaande dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 7, lid 1, eerste volzin, van de gewijzigde richtlijn [betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6/EG], gelezen in samenhang met artikel 8 ervan, aldus moet worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling die, zonder dat daarvoor een objectieve rechtvaardiging wegens redenen van openbare orde of openbare veiligheid bestaat, alleen de afgifte van een processtuk in een postkantoor van de enige voor de universele postdienst aangewezen aanbieder erkent als gelijkwaardig aan de indiening van het processtuk bij de betrokken rechterlijke instantie (par. 79).

Naar aanleiding van deze uitspraak ging de CRvB in een uitspraak op 16 juni 2020 om. De CRvB oordeelde dat bij toepassing van artikel 6:9 lid 2 jo. 6:24 Awb ook aanbieding van stukken bij andere bedrijven dan PostNL als terpostbezorging geldt, mits dat bedrijf als postvervoersbedrijf is ingeschreven bij de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM).

De Afdeling sluit zich in een uitspraak op 15 juli 2020 aan bij deze ontwikkeling en overweegt:

Het was vaste rechtspraak dat onder terpostbezorging in de zin van artikel 6:9, tweede lid, van de Awb, uitsluitend wordt verstaan terpostbezorging bij PostNL. De Afdeling ziet echter, in navolging van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 16 juni 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1207, aanleiding om artikel 6:9 van de Awb ruimer uit te leggen. […] Dit brengt mee dat een bezwaar-, beroep- of hogerberoepschrift ook tijdig is ingediend als het voor het einde van de termijn bij een andere postaanbieder dan PostNL ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. (r.o. 4.2).

De postaanbieder dient ook volgens de Afdeling geregistreerd te zijn bij de ACM. Na registratie, die gelet op artikel 41 van de Postwet 2009 verplicht is, ziet de ACM toe op naleving van de regels die gelden voor postvervoersbedrijven. De Afdeling stelt dat er daarom “volgt dat sprake is van enige waarborg en controle van de kwaliteit van postbezorging”.

De nieuwe lijn gaat onmiddellijk in; er is dus geen sprake van een overgangsperiode. Deze uitspraak heeft dan ook direct gevolgen in de praktijk wanneer er sprake is van terpostbezorging bij andere bedrijven dan PostNL.

Heeft u vragen over deze uitspraak of de gevolgen daarvan? Neem dan contact op met Joske Hagelaars of Ilona Termaat, specialisten bestuursrecht.

Gerelateerd

Verkoper aansprakelijk door mededelingen over bodemverontreiniging?

Indien de koper van onroerend goed na aankoop ontdekt dat er bodemverontreiniging aanwezig is, zal hij vaak proberen zijn schade te verhalen op de verkoper....

De Afdeling bevestigt: stikstofruimte van de 100 km-maatregel mag niet worden gebruikt

Sinds 24 maart 2020 kunnen natuurvergunningen worden aangevraagd op basis van het stikstofregistratiesysteem (SSRS). Een van de eerste maatregelen die door het...
Zonsondergang horizon - natura 2000 gebied

Het additionaliteitsvereiste bij stikstof: wanneer is extern salderen bij een project nu mogelijk?

Een project mag niet leiden tot aantasting van een Natura 2000-gebied. Een van de manieren om dit te bereiken is door middel van externe saldering. Deze manier...

Spelregels voor het omzetten van woonruimten

Het opnemen van een vergunningplicht voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordening is...

Het gevolg van een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

Sinds mei 2019 vaart de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een soepelere koers als het gaat om de toepassing van het...

‘Extended stay’ studentenhotel: een geluidgevoelig gebouw bij duurzaam verblijf

Voor de realisatie van een studentenhotel in Amstelveen is een omgevingsvergunning verleend. Omdat het studentenhotel in de buurt van luchthaven Schiphol ligt,...
No posts found