Terbeschikkingstelling ruimte voor kinderopvang niet aanbestedingsplichtig

28 maart 2013, laatst geüpdatet 11 september 2024
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg heeft recentelijk geoordeeld dat een uitnodiging van een gemeente aan private partijen voor het verzorgen van kinderopvang in een door de gemeente om niet ter beschikking gestelde locatie géén overheidsopdracht in de zin van het aanbestedingsrecht is. De afgewezen inschrijver kan zich niet beroepen op het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao), het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) en de algemene beginselen van a...
Tony van Wijk 
Tony van Wijk 
Advocaat - Partner
In dit artikel
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg heeft recentelijk geoordeeld dat een uitnodiging van een gemeente aan private partijen voor het verzorgen van kinderopvang in een door de gemeente om niet ter beschikking gestelde locatie géén overheidsopdracht in de zin van het aanbestedingsrecht is. De afgewezen inschrijver kan zich niet beroepen op het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao), het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) en de algemene beginselen van aanbestedingsrecht. De rechter oordeelt wel dat de gemeente in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld door niet vooraf voldoende duidelijk te maken op welke criteria de offertes zouden worden beoordeeld.

Feiten
De gemeente heeft aan twee private partijen, A en B, gevraagd een aanbieding te doen voor een (nood)voorziening voor kinderopvang. De ruimte werd door de gemeente beschikbaar gesteld en de partijen werd gevraagd een exploitatieberekening te maken. Uiteindelijk laat de gemeente aan de partijen weten dat de opdracht gegund wordt aan A. B maakt hiertegen bezwaar en stelt dat de gemeente in strijd heeft gehandeld met het Bao, ARW 2005 en de algemene beginselen van aanbestedingsrecht door de aanbiedingen te beoordelen op criteria die van te voren niet kenbaar waren gemaakt.

Geen overheidsopdracht
De voorzieningen rechter oordeelt dat er geen sprake is van een overheidsopdracht. De gemeente stelt om niet een onbebouwde onroerende zaak ter beschikking en daarmee is niet voldaan aan het element 'onder bezwarende titel' in de definitie van een overheidsopdracht. Het Bao, ARW 2005 en de algemene beginselen van aanbestedingsrecht zijn in deze zaak dus niet (automatisch) van toepassing.

Toetsen aan algemene beginselen behoorlijk bestuur
Het handelen van de gemeente moet wel worden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de gemeente voorafgaande aan het indienen van de offertes geen duidelijk inzicht gegeven in de beoordelingscriteria. Dit is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.

Dagvaarding buiten 15-dagen termijn
Bij brief van 8 november 2012 heeft de gemeente B bericht dat het college op 6 november 2012 heeft besloten de opdracht aan A te gunnen. Nadat op 29 november 2012 een gesprek met de gemeente heeft plaatsgevonden, heeft B de gemeente op 11 december 2012 gedagvaard. De gemeente heeft zich daarom op het standpunt gesteld dat B te laat was met dagvaarden. De rechter overweegt dat de gebruikelijke Alcateltermijn van 15 dagen bij aanbestedingsprocedures hier niet van toepassing is en er geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken op grond waarvan rechtsverwerking zou moeten worden aangenomen. B was dus niet te laat met dagvaarden.

Gunning is geen aanvaarding van overeenkomst
Ondanks dat het geen aanbestedingsprocedure is, legt de voorzieningenrechter de gunning aan partij A wel uit naar analogie van artikel 55 Bao. Aan A zou daarom enkel een intentie tot gunning zijn uitgesproken en is er (nog) geen sprake van een aanvaarding van het aanbod van A. Het verweer dat er reeds een (onherroepelijke) overeenkomst is tussen de gemeente en A gaat dus niet op.

Offerte van A moet terzijde worden gelegd
Slotsom is dat B inhoudelijk gelijk krijgt. De gemeente wordt geboden de offerte van A ter zijde te leggen. Een gebod om de opdracht aan B te gunnen (onder meer omdat A ongeldig zou hebben ingeschreven) acht de rechter in strijd met de contractsvrijheid van de gemeente.

T. van Wijk
Aanbestedingsadvocaat

Gerelateerd

Annotatie in Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN) over wezenlijke wijziging bij verstrijken contractuele termijn

In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN 2024/77, afl. 4) is een noot van Tony van Wijk en Mathijs Jonkers verschenen over de vraag of het...

Gemeenten en zorgaanbieders opgelet: AMvB reële prijzen Jeugdwet per 1 juli in werking getreden

Op 1 juli 2024 is de AMvB reële prijzen Jeugdwet (‘AMvB’) in werking getreden. Met deze AMvB worden voor gemeenten nadere regels gesteld omtrent het...

Boete voor kartelvorming bij aanbestedingen: het belang van onmiddellijk distantiëren van ontvangen concurrentiegevoelige informatie

[authors value=' ' /] De ACM heeft in 2020 een boete opgelegd aan twee dakdekkers in Amsterdam die hun inschrijfprijs in het kader van een aanbesteding...

Verstrijken contractueel overeengekomen termijn levert geen wezenlijke wijziging op

Het verstrijken van een overeengekomen contractuele termijn levert volgens de Utrechtse voorzieningenrechter in beginsel geen materiële wijziging op van de...

ACM mag Marktverkenning naar ICT in de zorg (en de rol van Chipsoft) alsnog publiceren

Op 21 november 2023 heeft de ACM de Marktverkenning ICT in de zorg gepubliceerd die KPMG in 2020 voor haar heeft uitgevoerd. Publicatie heeft even op zich...

Nieuwe (hogere) de-minimisdrempels voor staatssteun per 1 januari 2024

[authors value=' ' /] De nieuwe de minimisverordeningen zijn op 15 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Zij voorzien in...
No posts found