Startups: Fiscale aandachtspunten voor innovatieve startups (8)

16 januari 2019, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
In de praktijk zien we veel startende ondernemingen die zich bezig houden met innovatie. Enerzijds kunnen dit dochterondernemingen van bestaande concerns zijn, anderzijds betreft het vaak geheel nieuwe ondernemingen. De Nederlandse fiscale wetgeving kent verscheidene stimuleringsmaatregelen voor innovatie. In dit artikel gaan we op deze maatregelen en een aantal andere fiscale aandachtspunten voor (innovatieve) startups in.
Mats Emonts
Mats Emonts
Fiscalist - Senior
In dit artikel

De Nederlandse fiscale wetgeving kent een aantal stimuleringsmaatregelen voor innovatie en innovatieve startups. We noemen in dit artikel een drietal faciliteiten in de loonbelasting, de innovatiebox in de vennootschapsbelasting en een aantal overige aandachtspunten voor (innovatieve) startups met de rechtsvorm BV.

Gezien het belang van de S&O-verklaring (Speur- en Ontwikkelingswerk) voor een aantal in dit artikel genoemde faciliteiten (toelichting volgt), trappen we af met de loonbelastingaspecten, meer in het bijzonder de S&O-afdrachtvermindering.

S&O-afdrachtvermindering

De S&O-afdrachtvermindering voorziet in een vermindering van de af te dragen loonbelasting voor ondernemingen die zich bezig houden met de ontwikkeling van een product, een productieproces, programmatuur of met het uitvoeren van technisch-wetenschappelijk onderzoek. Voor deze subsidie moet een aanvraag worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Als de aanvraag wordt toegewezen ontvangt de aanvrager een S&O-verklaring waarin onder andere de hoogte van het beschikbare loonbelastingvoordeel wordt aangegeven.

De S&O-afdrachtvermindering bedraagt normaliter 32% van de loonkosten en de overige kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk tot een bedrag van € 350.000 en 16% van deze kosten en uitgaven voor zover ze dat bedrag overschrijden. Voor starters wordt echter voorzien in een verhoogde afdrachtvermindering van 40% voor S&O-kosten tot € 350.000 en 24% voor het meerdere. Een onderneming die minder dan 5 opeenvolgende jaren werkgever is geweest en in maximaal 2 jaren een S&O-verklaring heeft gekregen wordt als starter aangemerkt..

Versoepeling gebruikelijkloonregeling

Voor starters kan de zogenoemde ‘gebruikelijkloonregeling’ in de loonbelasting een nadeel zijn van de keuze voor een BV ten opzichte van bijvoorbeeld een eenmanszaak of VOF. Onder de gebruikelijkloonregeling zijn aandeelhouders met een belang van 5% of meer die werkzaamheden verrichten voor hun BV namelijk verplicht een ‘gebruikelijk loon’ van de BV te genieten. In dat kader geldt in principe een normbedrag van € 45.000, waarover dus loon- en inkomstenbelasting verschuldigd is.

Met ingang van 2017 geldt in de gebruikelijkloonregeling een versoepeling voor innovatieve startups. In plaats van het hiervoor genoemde normbedrag mogen starters echter uitgaan van het wettelijk minimumloon. Een innovatieve startup is een inhoudingsplichtige die in het kalenderjaar onder de startersregeling valt van de S&O-afdrachtvermindering (zie hiervoor).

Voordeel bij aandelenopties

Sinds 1 januari 2018 bevat de wet op de loonbelasting een tegemoetkoming voor innovatieve startups bij de toekenning van aandelenopties aan werknemers. Tot een bedrag van € 50.000 in een kalenderjaar geldt dat 25% van het genoten voordeel is vrijgesteld van loonbelasting. Dit biedt de mogelijkheid om key employees te binden, zonder dat dit – anders dan bij een bonus – tot enorme uitgaven hoeft te leiden.

Aanvullende voorwaarden voor de vrijstelling zijn dat tussen toekenning en realisatie van het aandelenoptierecht ten minste twaalf maanden verstreken moeten zijn en realisatie plaats moet vinden binnen vijf kalenderjaren na de toekenning van het optierecht.

Onder bepaalde voorwaarden geldt het voornoemde voordeel niet. Het is daarom raadzaam advies in te winnen over de toepassing van de regeling.

Tijdelijke regelingen

De hiervoor genoemde versoepeling van de gebruikelijkloonregeling en aandelenoptieregeling gelden als gezamenlijke tegemoetkoming aan innovatieve startups in de loonbelasting. In 2021 vindt een evaluatie van deze maatregelen plaats, waarbij wordt beoordeeld of deze maatregelen al dan niet per 1 januari 2022 komen te vervallen.

Innovatiebox

De innovatiebox is een innovatie stimulerende faciliteit in de vennootschapsbelasting. Deze faciliteit is dan ook niet beschikbaar voor inkomstenbelastingplichtige ondernemingen. Daarmee is de innovatiebox één van de voordelen voor ondernemers die (bijvoorbeeld) de BV als rechtsvorm kiezen.

Als gevolg van toepassing van de innovatiebox worden inkomsten uit kwalificerende innovatieve activiteiten belast tegen een effectief vennootschapsbelastingtarief van 7% in plaats van de reguliere 19% of 25% (per 1 januari 2019). De voorwaarden voor toepassing van de innovatiebox variëren afhankelijk van de omvang van de belastingplichtige. Voor kleinere belastingplichtigen geldt dat er sprake moet zijn van een immaterieel activum dat de belastingplichtige zelf heeft voortgebracht door middel van werkzaamheden waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven. Ook voor deze faciliteit is de S&O-verklaring dus van groot belang.

Startups zullen doorgaans kwalificeren als kleinere belastingplichtigen. Een belastingplichtige wordt voor de innovatiebox namelijk als kleinere belastingplichtige aangemerkt indien gedurende 5 achtereenvolgende jaren:
a) minder dan € 37,5 miljoen aan voordelen uit immateriële activa wordt gerealiseerd; en
b) minder dan € 250 miljoen netto-omzet wordt behaald.

Toepassing van de innovatiebox wordt in de meeste gevallen (vooraf) afgestemd met de Belastingdienst waarbij de afspraken over de toepassing in een overeenkomst worden vastgelegd. Om de innovatiebox maximaal te benutten raden we ondernemingen aan zich in dit kader bij te laten staan door een fiscaal adviseur.

EIA / MIA

Andere faciliteiten die van belang kunnen zijn voor innovatieve startups – overigens niet alleen voorbehouden aan vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen – zijn de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA). Op grond van deze regelingen wordt een extra aftrek verleend voor (een gedeelte van) investeringen in kwalificerende bedrijfsmiddelen. De EIA bedraagt 45% van de investeringen tot € 122.000.000 en de MIA varieert van 36% tot 13,5%, afhankelijk van de categorie waartoe de milieubedrijfsmiddelen behoren.

Kwalificerende bedrijfsmiddelen zijn de door de overheid aangewezen bedrijfsmiddelen opgenomen op de Energielijst (EIA) en Milieulijst (MIA). De lijsten worden jaarlijks gepubliceerd op https://www.rvo.nl/. Op de Energielijst zijn bedrijfsmiddelen opgenomen die in het belang zijn van doelmatig gebruik van energie. Op de Milieulijst zijn bedrijfsmiddelen opgenomen die in Nederland niet gangbaar zijn, niet eerder zijn gebruikt en kunnen bijdragen aan het voorkomen, beperken of ongedaan maken van nadelige milieugevolgen in Nederland. De bedrijfsmiddelen op de Milieulijst zijn bovendien ook van belang voor de fiscale mogelijkheid tot willekeurig afschrijven voor de BV.

Willekeurige afschrijvingen

Normaal gesproken moet de afschrijving op een bedrijfsmiddel worden verdeeld over de vermoedelijke gebruiksduur van dat bedrijfsmiddel. Voor bepaalde bedrijfsmiddelen mag de belastingplichtige echter zelf kiezen in hoeverre hij jaarlijks op het bedrijfsmiddel afschrijft ten laste van zijn winst, de zogenoemde willekeurige afschrijving.

Willekeurige afschrijvingen voor toekomstige investeringen is voor de BV beperkt tot de afschrijving op milieubedrijfsmiddelen. De willekeurige afschrijvingsmogelijkheid voor starters geldt bijvoorbeeld alleen voor IB-ondernemingen.
De willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen is gemaximeerd, maar het plafond is – zeker voor start-ups – betrekkelijk hoog. Er mag willekeurig worden afschreven over 75% van het investeringsbedrag. De overige 25% volgt het reguliere afschrijvingsregime.

Vaak is het financieel aantrekkelijk om de gehele afschrijving in aanmerking te nemen in het jaar van de investering. Toch kan het soms ook gunstiger zijn om in een later jaar af te schrijven of de afschrijving over meerdere jaren te verdelen. In winstsituaties kunnen afschrijvingen eerder worden genomen, wat gunstig kan zijn gezien de verlaging van de Vpb-tarieven in de komende jaren. In verliessituaties kunnen door later af te schrijven verliezen worden uitgesteld, wat gunstig kan zijn voor verliesverrekeningstermijnen (zeker gezien de verkorting van de voorwaartse verliesverrekeningstermijn per 1 januari 2019).

Afsluiting

In dit artikel hebben we kort een aantal fiscale aspecten aangestipt voor met name innovatieve startups met personeel die kiezen voor de rechtsvorm BV. Uiteraard zijn fiscale mogelijkheden en aandachtspunten legio en niet in een enkel artikel te vangen. Voor verdere informatie en fiscale advisering kunt u dan ook contact opnemen met de fiscalisten van Dirkzwager legal & tax.

In het volgende deel van deze artikelenreeks zal worden ingegaan op de af te sluiten contracten voor startende ondernemingen.

Vastgoed

Belangrijke veranderingen in servicekosten: wijzigingen in de btw-behandeling per 1 januari 2025 en wetsvoorstel met huurrechtelijke aanpassingen

Bij de verhuur van woonruimte en commercieel vastgoed worden vrijwel altijd servicekosten en kosten voor nutsvoorzieningen in rekening gebracht aan de...
Fiscaal - calculator

Rechtbank Noord-Nederland halveert belastingrente voor belastingplichtige vennootschapsbelasting

De rechtbank Noord-Nederland heeft zich uitgelaten over de evenredigheid van de belastingrente voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting.[1] Zij...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

30% regeling: Terugdraaiing van versoberingen in 2024

De 30% regeling is een fiscale faciliteit voor medewerkers met specifieke deskundigheid die uit een ander land naar Nederland zijn uitgezonden of die in dienst...
Fiscaal - earningsstrippingregel - rekenmachine

Aanscherping earningsstrippingregel voor vastgoedlichamen per 01-01-25?

Vanaf 1 januari 2025 zal mogelijk de earningsstrippingregel (renteaftrekbeperking voor de heffing van Vpb) voor vastgoedlichamen worden aangescherpt. In deze...

Aandachtspunten bij Publiek-Private Samenwerkingen gericht op innovatie

Gaat u deelnemen aan een publiek–private samenwerking (PPS)? Hieronder worden enkele juridische en fiscale aandachtspunten genoemd voor PPS-contracten.
No posts found