De route naar het LKS
Aan de invoering van het LKS ging een lang traject vooraf. Al jarenlang wordt er in de GGZ gediscussieerd over kwaliteitseisen. De rol van de regiebehandelaar (voorheen hoofdbehandelaar) is een van de grootste discussiepunten. Met de invoering van het Model Kwaliteitsstatuut GGZ in 2017 hebben partijen uit het zorgveld getracht deze discussie te beëindigen en meer duidelijkheid te scheppen over de rol van de regiebehandelaar en medebehandelaars. Ook met het Model Kwaliteitsstatuut bleven discussies bestaan over de vraag wie regiebehandelaar kon zijn Het Zorginstituut Nederland (hierna: ZIN) gebruikte daarom haar zogeheten ‘doorzettingsmacht’ om zelf een nieuw kwaliteitsstatuut op te stellen. Dit nieuwe LKS werd eind 2020 ingeschreven in de openbare registers. Het is vanaf 1 juli 2022 voor elke zorgaanbieder verplicht om een eigen kwaliteitsstatuut op te stellen dat gebaseerd is op het LKS.
Inhoud van het LKS
Eind 2020 beschreven wij in een eerder blog de ins- and outs van het nieuwe LKS. Zo maakt het LKS een onderscheid tussen laagcomplexe en hoogcomplexe problematiek van een patiënt en het laag- of hoogcomplexe zorgaanbod van een zorgaanbieder. Het gaat vervolgens uit van vier categorieën van complexiteit (A t/m D) die zijn gebaseerd op een combinatie van deze factoren. Afhankelijk van de ingeschatte categorie moet vervolgens worden bepaald hoe en door wie het regiebehandelaarschap wordt ingevuld. Ook introduceert het LKS twee types regiebehandelaren, met elk eigen taken en verantwoordelijkheden: de indicerend regiebehandelaar en de coördinerend regiebehandelaar.
Het LKS bevat op al deze punten minimumvoorschriften, maar geeft zorgaanbieders ook de nodige ruimte. Zoals bij alle richtlijnen en zorgstandaarden geldt ook bij het LKS het principe van ‘comply or explain’. Dat wil zeggen dat elke zorgaanbieder zich dient te houden aan hetgeen beschreven staat in het LKS, maar zij wel incidenteel – mits gemotiveerd – daarvan kan afwijken. Zorgverzekeraars, de IGJ en de NZa zijn partijen die hier een toezichthoudende rol in kunnen vervullen.
Kritiek op het LKS
Met het publiceren van het nieuwe LKS was de inhoudelijke discussie tussen partijen echter nog steeds niet beslecht. Vanuit het zorgveld rezen bezwaren tegen de uitvoerbaarheid van specifieke onderdelen van het LKS, zoals de harde scheiding tussen de indicerend en coördinerend regiebehandelaar en de verschillende categorieën van complexiteit. Medio 2021 is er daarom een stuurgroep LKS opgericht (bestaande uit o.a. zorgverzekeraars, de Nederlands GGZ en beroepsverenigingen) om de implementatie van het LKS verder vorm te geven. Deze stuurgroep kwam vervolgens na onderzoek met inhoudelijke bezwaren tegen onderdelen van het LKS. De harde scheiding tussen de verschillende types regiebehandelaar zou onwenselijk zijn en daarmee niet leiden tot verbetering van de kwaliteit van zorg. Ook de indeling in categorieën van complexiteit zou niet wetenschappelijk onderbouwd zijn en onvoldoende aansluiten bij de praktijk. De stuurgroep stelde daarom een alternatief implementatieplan voor dat betrekking had op zowel de korte als lange termijn. Essentiele onderdelen van het LKS zouden als gevolg van de kritiek eerst verduidelijking behoeven. Het ZIN liet echter eind 2021 weten dit alternatieve implementatieplan als zodanig af te wijzen, op de formele grond dat niet alle partijen hadden meegetekend. Wel werden er een aantal wijzigingen in de planning doorgevoerd.
Het was de aanvankelijke planning om van 2021 een overgangsjaar te maken, zodat per 1 januari 2022 alle zorgaanbieders het LKS hadden geïmplementeerd in hun eigen kwaliteitsstatuut. Het ZIN besloot op basis van de input van de stuurgroep tot uitstel over te gaan. De invulformats voor het opstellen van een eigen kwaliteitsstatuut kwamen pas in december 2021 beschikbaar. Er werd daarom besloten dat alle zorgaanbieders per 1 januari 2022 moeten handelen ‘naar de geest’ van het LKS en de definitieve implementatie pas medio 2022 zou volgen.
Tijdsplanning implementatie LKS
De planning voor de definitieve invoering en implementatie van het LKS is door de tijd heen gewijzigd. Hieronder volgt een tijdlijn met relevante data:
- sinds 16 december 2021 is het format LKS 3.0 beschikbaar op de website www.ggzkwaliteitsstatuur.nl;
- sinds 1 januari 2022 dienen partijen te handelen ‘in de geest’ van het LKS;
- vóór 1 juli 2022 moeten zorgaanbieders hun eigen kwaliteitsstatuut op basis van het format LKS versie 3.0 invullen op www.ggzkwaliteitsstatuut.nl;
- na deze registratie vindt controle, eventueel correctie door de zorgaanbieder en goedkeuring plaats. Een onafhankelijke partij controleert of het kwaliteitsstatuut voldoet aan alle criteria;
- op 1 september 2022 dient iedere zorgaanbieder over een goedgekeurd kwaliteitsstatuut op basis van het format LKS versie 3.0 te beschikken;
- declaratie van zorg met een goedgekeurd kwaliteitsstatuut op basis van formats versie 1.0 dan wel versie 2.0 (het oude Model Kwaliteitsstatuut) is mogelijk tot en met 31 december 2022;
- vanaf 1 januari 2023 vervalt de geldigheid van het Kwaliteitsstatuut versie 2.0 dan wel Kwaliteitsstatuut versie 1.0.
Wij zijn benieuwd naar uw eerste ervaringen met het nieuwe LKS. Op dinsdag 22 maart a.s. zullen Stefan Donkelaar en Blanca de Louw het LKS verder inhoudelijk bespreken tijdens een interactief webinar over het zorgprestatiemodel. U kunt zich aanmelden via deze link.
In ons volgende blog sluiten wij de blogreeks over het zorgprestatiemodel af. Daarin gaan we in op de risico’s en knelpunten.