Let op: deze regelgeving is nog niet in werking getreden!
Niet-DAEB woongelegenheden en -complexen
Onder niet-DAEB woongelegenheden vallen onder andere huurwoningen boven de liberalisatiegrens (€ 752,33 in 2021) en bedrijfsonroerendgoed (BOG). Wil een woningcorporatie op een bepaald complex het lichtere verkoopregime voor niet-DAEB-woongelegenheden toepassen, dan moet ten minste 90% van de woongelegenheden niet-DAEB-woongelegenheden betreffen.
Verkoopregels niet-DAEB woongelegenheden en -complexen
Voor niet-DAEB woongelegenheden gelden minder strenge regels dan voor DAEB-woongelegenheden. De verkoopregels voor niet-DAEB woongelegenheden zijn neergelegd in artikel 23b van het gewijzigd BTIV. De algemene vereisten van het verschaffen van een VOG van de verkrijger, de getaxeerde marktwaarde en een uiteenzetting van het belang van volkshuisvesting, zijn ook voor deze categorie van toepassing. Verder bestaat slechts de verplichting een ontwerpovereenkomst met de verkrijger te overleggen, alsmede een bewijs waaruit blijkt dat de woongelegenheid aan elke gegadigde ter beschikking is gesteld voor een termijn van vier weken.
Meer weten?
Wilt u meer weten over de nieuwe verkoopregels voor woningcorporaties en/of de gevolgen daarvan? Neem dan contact op met Robert Rijpstra of Lotte Blum, advocaten bij de sectie Overheid en Vastgoed.