Let op: deze regelgeving is nog niet in werking getreden!
Potentieel te liberaliseren DAEB-woongelegenheden en -complexen
Potentieel te liberaliseren DAEB-woongelegenheden zijn woongelegenheden met een huurprijs onder de liberalisatiegrens (€ 752,33 in 2021) maar waarvan de waardering van de kwaliteit, gelet op het waarderingsstelsel, zou kunnen leiden tot een hogere huurprijs. Een potentieel te liberaliseren DAEB-complex is een complex waarvan minder dan 10% van de woongelegenheden blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheden zijn en ten minste 10% van de woongelegenheden DAEB-woongelegenheden zijn.
Verkoopregels potentieel te liberaliseren DAEB-woongelegenheden en -complexen
De verkoopregels voor potentieel te liberaliseren DAEB-woongelegenheden zijn in het gewijzigd BTIV neergelegd in artikel 23a. Evenals de andere categorieën vastgoed dient een VOG van de verkrijger, de getaxeerde marktwaarde en een uiteenzetting van het belang voor de volkshuisvesting aan de Aw te worden verschaft. Daarnaast dient een ontwerpovereenkomst bijgesloten te worden die de toegelaten instelling voornemens is met de beoogde verkrijger te sluiten. Voorts dient een zienswijze van de gemeente verschaft te worden. Ten slotte moet bewijs worden verschaft dat de woongelegenheden voor ten minste vier weken zijn aangeboden aan elke gegadigde.
Zienswijze gemeente
Voor de vervreemding van potentieel te liberaliseren DAEB-woongelegenheden is een nieuwe uitzondering opgenomen in het gewijzigde BTIV voor het verschaffen van een zienswijze van de gemeente. Op grond van het vernieuwde artikel 23a BTIV hoeft geen zienswijze van de gemeente meer te worden overlegd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
• Met de gemeente zijn afspraken gemaakt over de omvang van de voorraad van woongelegenheden en eventuele vervreemding van een deel van die voorraad;
• De woongelegenheden worden vervreemd onder het beding dat zij ten minste zeven jaar na de eigendomsoverdracht als gevolg van de vervreemding voor verhuur met een huurprijs van hoogstens € 1.000,-- bestemd blijven.
De reden voor het opnemen van deze uitzondering is het feit dat de opvatting van de gemeente al in een eerder stadium bij de prestatieafspraken aan bod is gekomen. De verplichting om een zienswijze van de gemeente te verzoeken was in dit geval daarom vaak dubbelop.
Meer weten?
Wilt u meer weten over de nieuwe verkoopregels voor woningcorporaties en/of de gevolgen daarvan? Neem dan contact op met Robert Rijpstra of Lotte Blum, advocaten bij de sectie Overheid en Vastgoed.
Lees ook: deel 1 en deel 2