Schadevergoeding in het mededingingsrecht

4 april 2011, laatst geüpdatet 11 september 2024
In een recent gepubliceerde uitspraak heeft de rechtbank Rotterdam een tussenvonnis gewezen in een procedure waarin een (vermeende) gedupeerde van een kartel schadevergoeding vordert van een karteldeelnemer. De uitkomst van deze zaak is van groot belang voor de mededingingspraktijk, omdat er nog geen (Nederlandse) uitspraken voor handen zijn waarin schadevergoeding is toegewezen aan een gedupeerde van een kartelafspraak. Wel is (mede) onder impuls van de Europese Commissie naar aanleiding van...
Sjaak van der Heul
Sjaak van der Heul
Advocaat - Senior
In dit artikel
In een recent gepubliceerde uitspraak heeft de rechtbank Rotterdam een tussenvonnis gewezen in een procedure waarin een (vermeende) gedupeerde van een kartel schadevergoeding vordert van een karteldeelnemer. De uitkomst van deze zaak is van groot belang voor de mededingingspraktijk, omdat er nog geen (Nederlandse) uitspraken voor handen zijn waarin schadevergoeding is toegewezen aan een gedupeerde van een kartelafspraak. Wel is (mede) onder impuls van de Europese Commissie naar aanleiding van een aantal andere kartelzaken een schadeclaim ingediend.

De Zaak

In 2006 heeft de Europese Commissie bij beschikking geoordeeld dat Shell c.s. hebben deelgenomen aan het zogenaamde bitumenkartel. Deelnemers aan het Bitumenkartel zouden onderling afspraken hebben gemaakt voor de verkoop van bitumen op de Nederlandse markt, waardoor zij een ernstige inbreuk op het kartelverbod zouden hebben gemaakt. Shell c.s. zijn tegen deze beschikking van de Europese Commissie in beroep gegaan bij het Gerecht van Eerste Aanleg van de EU, waardoor de aansprakelijkheid van Shell c.s. voor de kartelovertreding nog niet (onherroepelijk) vaststaat. (Een rechtsvoorganger van) MNO Vervat-Wegen B.V. neemt ten tijde van het vermeende kartel bitumen af van Shell c.s. In de (civiele) procedure bij de rechtbank Rotterdam stelt MNO dat zij schade heeft geleden omdat zij hogere prijzen heeft moeten betalen als gevolg van de kartelafspraken waarvoor Shell c.s. aansprakelijk zouden zijn.

Schadevergoeding

Een schadevergoedingsvordering vanwege een schending van het mededingingsrecht zal slechts slagen indien aan de vijf voorwaarden voor onrechtmatige daad uit artikel 6:162 BW is voldaan:

  1. onrechtmatig handelen van de karteldeelnemer;

  2. toerekenbaarheid van het handelen aan de karteldeelnemer;

  3. de gedupeerde moet schade hebben opgelopen;

  4. er moet causaal verband zijn tussen de schade en de onrechtmatige handeling;

  5. de mededingingsregels moeten strekken ter voorkoming van schade.


(i) en (ii) toerekenbaar onrechtmatig handelen

Indien onherroepelijk is komen vast te staan dat het mededingingsrecht door een kartel is geschonden, kan worden aangenomen dat de karteldeelnemers toerekenbaar onrechtmatig handelen. In het onderhavige geval is echter nog niet vastgesteld dat daarvan sprake is, aangezien Shell c.s. tegen de Commissiebeschikking in beroep zijn gegaan. In de procedure voor de rechtbank Rotterdam zal dus (ook) de vraag moeten worden beantwoord of het (vermeende) bitumenkartel tot aansprakelijkheid leidt. Aangezien (onder meer) Shell c.s. een clementieverzoek hebben ingediend, is dit vooralsnog aannemelijk.

(iii) omvang schade

Als inderdaad sprake is van onrechtmatig handelen, zal het begroten van de schade een volgende horde zijn voor MNO. Bij de begroting van de (beweerde) schade is bijvoorbeeld relevant of Shell c.s. zich kunnen beroepen op het feit dat de schade van MNO beperkt is omdat MNO de hogere kosten voor bitumen heeft kunnen doorleggen aan haar afnemers.

(iv) causaal verband

Tot slot kan het voor MNO problematisch zijn om te bewijzen dat de schade (voor zover aanwezig) een gevolg is van de schending van het mededingingsrecht. Het kan bijvoorbeeld niet worden uitgesloten dat de prijzen voor bitumen zich -ongeacht de kartelafspraak- vergelijkbaar zouden hebben ontwikkeld.

(v) relativiteit

Algemeen wordt aangenomen dat de mededingingswet afnemers dient te beschermen tegen schade als gevolg van kartelinbreuken, waardoor aan het relativiteitsvereiste is voldaan.

Tot Slot

Een (gedeeltelijke) toewijzing van de vorderingen van MNO zal voor alle kartelgedupeerden een prikkel kunnen vormen om hun schade te verhalen op de karteldeelnemers. Zoals de rechtbank Rotterdam reeds opmerkt, is de zaak dusdanig gecompliceerd dat een (onherroepelijke) uitspraak in deze zaak nog wel een aantal jaren op zich zal laten wachten.

Andere verhalen

Woningbouw huizen

Didam I-arrest niet van toepassing bij grondverkoop door gemeentelijke beleggingsinstelling aan gemeente

Kan de verkoop van onroerend zaken van een (door de gemeente opgerichte) fiscale beleggingsinstelling aan de gemeente door eisers tegen worden gehouden met een...
Dashboard auto

Platforms van dominante ondernemingen en verplichte interoperabiliteit: Belangrijk arrest van het HvJ EU over Android Auto

Op 25 februari 2025 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘HvJEU’) in een belangrijk arrestprejudiciële vragen beantwoordover de zaak tussen...
Aanbesteding hervat vanwege slechte onderbouwing intrekking

Aanbesteding hervat vanwege slechte onderbouwing intrekking

De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland gebiedt de gemeente Oudewater en de gemeente Woerden om een ingetrokken aanbestedingsprocedure toch...
vrouw justitia

Vendor lock-in is objectieve rechtvaardiging voor toeschrijven naar merk

"Ingeval van afhankelijkheid tussen aanbesteder en een bepaald merk of product lijkt het te zijn toegestaan dat de aanbestedende dienst dit merk of product bij...
vrouw justitia

Beroep op derden: hoe, wat, wanneer?

Al sinds de arresten inzake Siemens en Holst Italia is het een aanbestedingsrechtelijke zekerheid dat inschrijvers een beroep kunnen doen op derden voor...
vrouw justitia

Inschrijving onvolledig – ongeldig of niet?

Onvolledige inschrijvingen bezorgen aanbesteders nog steeds hoofdbrekens. Mogen ontbrekende stukken worden aangevuld? Of moet de inschrijving toch ongeldig...
No posts found