Inleiding
De Geschillencommissie Samenloop van het Verbond van Verzekeraars heeft in de maand juli van dit jaar twee uitspraken gewezen met betrekking tot samenloop van verzekeringen. De eerste uitspraak heeft als kenmerk no. 131 en de tweede uitspraak heeft als kenmerk no. 132. Beide uitspraken werden gewezen op 6 juli 2015. Voordat verder zal worden ingegaan op de inhoud van deze uitspraken, zal eerst stilgestaan worden bij de taak van de Geschillencommissie Samenloop.
Geschillencommissie Samenloop
De Geschillencommissie Samenloop is een van de zes subcommissies van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars van het Verbond voor Verzekeraars. Het Verbond voor Verzekeraars is een belangenvereniging voor particuliere verzekeraars in Nederland. De leden van de belangenvereniging vertegenwoordigen samen meer dan 95% van de totale verzekeringsmarkt.
Een geschil wordt door de Geschillencommissie Samenloop beslecht wanneer samenloop tussen de leden van het Verbond zich lijkt voor te doen. De Geschillencommissie beslecht dus geen geschillen tussen een verzekeraars en consumenten.
Wat is samenloop?
Maar wanneer is nu eigenlijk sprake van samenloop?
Indien hetzelfde belang op meer dan één polis tegen hetzelfde gevaar is verzekerd, is er sprake van samenloop van verzekeringen in de zin van artikel 7:961 BW. Het moet dus gaan om een situatie waarin dekking bestaat op meer dan één verzekeringspolis. De ratio achter artikel 7:961 BW is (onder meer) dat voorkomen moet worden dat de verzekerde in een gunstigere positie geraakt doordat hij door de gezamenlijke polissen meer vergoed krijgt dan het totaalbedrag van de door hem geleden schade. Samenloop vormt zodoende een uitwerking van het idemniteitsbeginsel uit artikel 7:960 BW.
Als verzekeraars het onderling niet eens zijn over de vraag of sprake is van samenloop, dan kunnen zij zich dus wenden tot de Geschillencommissie Samenloop.
Uitspraak no. 131 ‘Valt promoactiviteit onder de verzekerde hoedanigheid?’
Partij X organiseert eenmaal per jaar als promotieactiviteit een zeepkistenrace. Het slachtoffer nam deel aan deze zeepkistenrace en liep hierbij letsel op. Partij X wordt hiervoor aangesproken.
De evenementenverzekeraar heeft de aansprakelijkheid van partij X ten opzichte van het slachtoffer erkend en heeft vervolgens de schadeafwikkeling ter hand genomen. De evenementenverzekeraar is van mening dat er ook dekking bestaat onder de aansprakelijkheidsverzekering van partij X. Volgens de evenementenverzekeraar is er namelijk sprake van samenloop, omdat beide polissen dekking biedt voor de aansprakelijkheid van partij X ten opzichte van het slachtoffer. De aansprakelijkheidsverzekeraar is het hier niet mee eens en betwist dat de promotieactiviteit onder de verzekerde hoedanigheid valt van de aansprakelijkheidsverzekering.
Beoordeling
Of inderdaad sprake is van samenloop hangt af van het antwoord op de vraag of voldaan is aan de verzekerde hoedanigheid onder de aansprakelijkheidsverzekering. De verzekerde hoedanigheid is onder de polis van de aansprakelijkheidsverzekering omschreven als “ bedrijf zich bezig houdende met bemiddeling en begeleiding bij herintreding in het arbeidsproces”.
De Geschillencommissie Samenloop stelt zich op het standpunt dat de definitie van de verzekerde hoedanigheid op de polis van de aansprakelijkheidsverzekering op een ruime manier moet worden geïnterpreteerd. Het gaat om een incidentele promotieactiviteit die niet extreem gevaarlijk is en ook niet heel ver weg staat van de hoofdwerkzaamheden van partij X. Het uitoefenen van promotieactiviteiten door bedrijven vallen in de regel onder de verzekerde hoedanigheid, tenzij het gaat om extreem gevaarlijke activiteiten of activiteiten die op grote frequentie plaatsvinden. Nu er sprake is van een even harde na-u-clausule, bestaat er op beide polissen dekking en is er sprake van samenloop tussen beide polissen. De verzekeraars dienen de schade zodoende evenredig te regelen aan de hand van de toepasselijke polisvoorwaarden.
Uitspraak no. 132 ‘Schade door gebrek vrachtwagen of lading?’
In uitspraak no. 132 ging het om een aansprakelijkheidsverzekering van partij X en een motorrijtuigverzekering van partij X.
Door een ongeval in januari 2010 heeft het slachtoffer, werknemer in dienst van partij X, letsel opgelopen. Het slachtoffer was een lading veevoer aan het lossen door middel van een slang die was vastgekoppeld aan een bulkwagen. Op een gegeven moment schoot de slang los. De slang kon losschieten doordat de borging (inbus) van de koppeling die zich aan de bulkwagen bevindt, ontbrak. Nadat het slachtoffer zijn werkgever aansprakelijk heeft gesteld, heeft deze het schadevoorval gemeld bij beide verzekeraars. Vervolgens heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar de letselschadebehandeling op zich genomen.
De aansprakelijkheidsverzekeraar stelt zich op het standpunt dat het letsel van het slachtoffer te wijten is aan de onder druk staande slang die tegen het onderbeen van het slachtoffer is gekomen, waarna hij ten val is gekomen. Aangezien het ontbreken van de borging hiervan de oorzaak is, is er volgens de aansprakelijkheidsverzekeraar sprake van een gebrek aan het verzekerde motorijtuig, zodat een beroep kan worden gedaan op de motorrijtuigenuitsluiting. De motorrijtuigverzekeraar stelt zich daarentegen op het standpunt dat door het losschieten van de slang het veevoer met geweld tegen de onderrug van het slachtoffer is geslagen, waardoor hij ten val is gekomen. Omdat schade door laden en lossen niet gedekt is op de polis van de motorrijtuigenverzekeraar, is er geen dekking onder de motorrijtuigenpolis.
Beoordeling
De Geschillencommissie Samenloop is van oordeel dat het verschil in de toedracht van het ongeval minder relevant is, nu de primaire oorzaak van het ongeval gelegen is in een gebrek aan de koppeling. Omdat de koppeling deel uitmaakt van het motorrijtuig, is de oorzaak van het ongeval ook gelegen in een defect aan het motorrijtuig. Dit resulteert erin dat er sprake is van dekking op de motorrijtuigverzekering en dat de motorrijtuigenuitsluiting van de aansprakelijkheidsverzekeraar van toepassing is. Er is zodoende geen dekking onder de aansprakelijkheidsverzekering, zodat de mototrrijtuigverzekeraar de schade dient te vergoeden.
De besproken uitspraken geven beide blijk van de belangrijke taak die de Geschillencommissie Samenloop vervult binnen het Verbond van Verzekeraars. De Geschillencommissie Samenloop kan door haar bindende advies aan de verzekeraars een einde maken aan langslepende conflicten die verzekeraars verdeeld houden. Dit kan bijdragen aan een snellere en effectievere afhandeling van schadegevallen in Nederland.
Sanne Rutten & Angela Ruijter
De Geschillencommissie Samenloop van het Verbond van Verzekeraars heeft in de maand juli van dit jaar twee uitspraken gewezen met betrekking tot samenloop van verzekeringen. De eerste uitspraak heeft als kenmerk no. 131 en de tweede uitspraak heeft als kenmerk no. 132. Beide uitspraken werden gewezen op 6 juli 2015. Voordat verder zal worden ingegaan op de inhoud van deze uitspraken, zal eerst stilgestaan worden bij de taak van de Geschillencommissie Samenloop.
Geschillencommissie Samenloop
De Geschillencommissie Samenloop is een van de zes subcommissies van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars van het Verbond voor Verzekeraars. Het Verbond voor Verzekeraars is een belangenvereniging voor particuliere verzekeraars in Nederland. De leden van de belangenvereniging vertegenwoordigen samen meer dan 95% van de totale verzekeringsmarkt.
Een geschil wordt door de Geschillencommissie Samenloop beslecht wanneer samenloop tussen de leden van het Verbond zich lijkt voor te doen. De Geschillencommissie beslecht dus geen geschillen tussen een verzekeraars en consumenten.
Wat is samenloop?
Maar wanneer is nu eigenlijk sprake van samenloop?
Indien hetzelfde belang op meer dan één polis tegen hetzelfde gevaar is verzekerd, is er sprake van samenloop van verzekeringen in de zin van artikel 7:961 BW. Het moet dus gaan om een situatie waarin dekking bestaat op meer dan één verzekeringspolis. De ratio achter artikel 7:961 BW is (onder meer) dat voorkomen moet worden dat de verzekerde in een gunstigere positie geraakt doordat hij door de gezamenlijke polissen meer vergoed krijgt dan het totaalbedrag van de door hem geleden schade. Samenloop vormt zodoende een uitwerking van het idemniteitsbeginsel uit artikel 7:960 BW.
Als verzekeraars het onderling niet eens zijn over de vraag of sprake is van samenloop, dan kunnen zij zich dus wenden tot de Geschillencommissie Samenloop.
Uitspraak no. 131 ‘Valt promoactiviteit onder de verzekerde hoedanigheid?’
Partij X organiseert eenmaal per jaar als promotieactiviteit een zeepkistenrace. Het slachtoffer nam deel aan deze zeepkistenrace en liep hierbij letsel op. Partij X wordt hiervoor aangesproken.
De evenementenverzekeraar heeft de aansprakelijkheid van partij X ten opzichte van het slachtoffer erkend en heeft vervolgens de schadeafwikkeling ter hand genomen. De evenementenverzekeraar is van mening dat er ook dekking bestaat onder de aansprakelijkheidsverzekering van partij X. Volgens de evenementenverzekeraar is er namelijk sprake van samenloop, omdat beide polissen dekking biedt voor de aansprakelijkheid van partij X ten opzichte van het slachtoffer. De aansprakelijkheidsverzekeraar is het hier niet mee eens en betwist dat de promotieactiviteit onder de verzekerde hoedanigheid valt van de aansprakelijkheidsverzekering.
Beoordeling
Of inderdaad sprake is van samenloop hangt af van het antwoord op de vraag of voldaan is aan de verzekerde hoedanigheid onder de aansprakelijkheidsverzekering. De verzekerde hoedanigheid is onder de polis van de aansprakelijkheidsverzekering omschreven als “ bedrijf zich bezig houdende met bemiddeling en begeleiding bij herintreding in het arbeidsproces”.
De Geschillencommissie Samenloop stelt zich op het standpunt dat de definitie van de verzekerde hoedanigheid op de polis van de aansprakelijkheidsverzekering op een ruime manier moet worden geïnterpreteerd. Het gaat om een incidentele promotieactiviteit die niet extreem gevaarlijk is en ook niet heel ver weg staat van de hoofdwerkzaamheden van partij X. Het uitoefenen van promotieactiviteiten door bedrijven vallen in de regel onder de verzekerde hoedanigheid, tenzij het gaat om extreem gevaarlijke activiteiten of activiteiten die op grote frequentie plaatsvinden. Nu er sprake is van een even harde na-u-clausule, bestaat er op beide polissen dekking en is er sprake van samenloop tussen beide polissen. De verzekeraars dienen de schade zodoende evenredig te regelen aan de hand van de toepasselijke polisvoorwaarden.
Uitspraak no. 132 ‘Schade door gebrek vrachtwagen of lading?’
In uitspraak no. 132 ging het om een aansprakelijkheidsverzekering van partij X en een motorrijtuigverzekering van partij X.
Door een ongeval in januari 2010 heeft het slachtoffer, werknemer in dienst van partij X, letsel opgelopen. Het slachtoffer was een lading veevoer aan het lossen door middel van een slang die was vastgekoppeld aan een bulkwagen. Op een gegeven moment schoot de slang los. De slang kon losschieten doordat de borging (inbus) van de koppeling die zich aan de bulkwagen bevindt, ontbrak. Nadat het slachtoffer zijn werkgever aansprakelijk heeft gesteld, heeft deze het schadevoorval gemeld bij beide verzekeraars. Vervolgens heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar de letselschadebehandeling op zich genomen.
De aansprakelijkheidsverzekeraar stelt zich op het standpunt dat het letsel van het slachtoffer te wijten is aan de onder druk staande slang die tegen het onderbeen van het slachtoffer is gekomen, waarna hij ten val is gekomen. Aangezien het ontbreken van de borging hiervan de oorzaak is, is er volgens de aansprakelijkheidsverzekeraar sprake van een gebrek aan het verzekerde motorijtuig, zodat een beroep kan worden gedaan op de motorrijtuigenuitsluiting. De motorrijtuigverzekeraar stelt zich daarentegen op het standpunt dat door het losschieten van de slang het veevoer met geweld tegen de onderrug van het slachtoffer is geslagen, waardoor hij ten val is gekomen. Omdat schade door laden en lossen niet gedekt is op de polis van de motorrijtuigenverzekeraar, is er geen dekking onder de motorrijtuigenpolis.
Beoordeling
De Geschillencommissie Samenloop is van oordeel dat het verschil in de toedracht van het ongeval minder relevant is, nu de primaire oorzaak van het ongeval gelegen is in een gebrek aan de koppeling. Omdat de koppeling deel uitmaakt van het motorrijtuig, is de oorzaak van het ongeval ook gelegen in een defect aan het motorrijtuig. Dit resulteert erin dat er sprake is van dekking op de motorrijtuigverzekering en dat de motorrijtuigenuitsluiting van de aansprakelijkheidsverzekeraar van toepassing is. Er is zodoende geen dekking onder de aansprakelijkheidsverzekering, zodat de mototrrijtuigverzekeraar de schade dient te vergoeden.
De besproken uitspraken geven beide blijk van de belangrijke taak die de Geschillencommissie Samenloop vervult binnen het Verbond van Verzekeraars. De Geschillencommissie Samenloop kan door haar bindende advies aan de verzekeraars een einde maken aan langslepende conflicten die verzekeraars verdeeld houden. Dit kan bijdragen aan een snellere en effectievere afhandeling van schadegevallen in Nederland.
Sanne Rutten & Angela Ruijter
Gerelateerd
Verzekering