De voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel heeft
bevestigd dat een aanbestedende dienst een redelijke vrijheid heeft om een aanbestedingsprocedure in te trekken. De toets of vervolgens een nieuwe aanbestedingsprocedure met een wezenlijk gewijzigde opdracht mag worden gestart vindt pas plaats op het moment dat die procedure ook daadwerkelijk is gestart althans de betreffende opdracht is geformuleerd.
Intrekking van de aanbestedingsprocedure
Bij een niet-openbare Europese aanbesteding voor een opdracht voor het beheer van gronden hebben zich elf gegadigden aangemeld. Vijf van hen zijn uitgenodigd voor de gunningsfase. Aan de hand van gunningscriteria zijn deze vijf partijen beoordeeld en uiteindelijk is de opdracht gegund aan partij A. Partij B is hiervan op de hoogte gesteld en maakt tijdig een kort gedingprocedure aanhangig tegen dit besluit. Volgens B zou A niet aan de gestelde eisen voldoen en dus een ongeldige inschrijving hebben gedaan. Alvorens het tot een zitting komt, besluit de aanbestedende dienst vanwege gewijzigde inzichten de aanbestedingsprocedure en daarmee de gunning/afwijzingsbeslissing in te trekken en mogelijk –met een wezenlijk gewijzigde opdracht- tot heraanbesteding over te gaan.
Kort geding
Partij B stelt in kort geding dat de aanbestedende dienst niet tot intrekking en heraanbesteding mag overgaan. Dat zou volgens vaste jurisprudentie uitsluitend zijn toegestaan als de opdracht wezenlijk wordt gewijzigd.
Ruimte tot intrekking en (her)aanbesteding
De voorzieningenrechter overweegt dat de aanbestedende dienst gelet op de contractsvrijheid niet kan worden verplicht tot definitieve gunning over te gaan. Er is niet gebleken dat er omstandigheden zijn die maken dat partijen er gerechtvaardigd op konden vertrouwen dat opdracht definitief gegund zou worden. Aan een voorlopige gunning kunnen in beginsel geen rechten worden ontleend. De beslissing om de aanbestedingsprocedure in te trekken,,heeft de aanbestedende dienst dus mogen nemen. De aanbestedende dienst is vervolgens ook vrij om over te gaan tot een geheel nieuwe aanbesteding mits sprake is van een wezenlijk gewijzigde opdracht. Of de nieuwe opdracht wezenlijk anders is, kan pas beoordeeld worden op het moment dat deze weer is geformuleerd. Dit is nu nog niet het geval.
Mr. Tony van Wijk, advocaat aanbestedingsrecht
Intrekking van de aanbestedingsprocedure
Bij een niet-openbare Europese aanbesteding voor een opdracht voor het beheer van gronden hebben zich elf gegadigden aangemeld. Vijf van hen zijn uitgenodigd voor de gunningsfase. Aan de hand van gunningscriteria zijn deze vijf partijen beoordeeld en uiteindelijk is de opdracht gegund aan partij A. Partij B is hiervan op de hoogte gesteld en maakt tijdig een kort gedingprocedure aanhangig tegen dit besluit. Volgens B zou A niet aan de gestelde eisen voldoen en dus een ongeldige inschrijving hebben gedaan. Alvorens het tot een zitting komt, besluit de aanbestedende dienst vanwege gewijzigde inzichten de aanbestedingsprocedure en daarmee de gunning/afwijzingsbeslissing in te trekken en mogelijk –met een wezenlijk gewijzigde opdracht- tot heraanbesteding over te gaan.
Kort geding
Partij B stelt in kort geding dat de aanbestedende dienst niet tot intrekking en heraanbesteding mag overgaan. Dat zou volgens vaste jurisprudentie uitsluitend zijn toegestaan als de opdracht wezenlijk wordt gewijzigd.
Ruimte tot intrekking en (her)aanbesteding
De voorzieningenrechter overweegt dat de aanbestedende dienst gelet op de contractsvrijheid niet kan worden verplicht tot definitieve gunning over te gaan. Er is niet gebleken dat er omstandigheden zijn die maken dat partijen er gerechtvaardigd op konden vertrouwen dat opdracht definitief gegund zou worden. Aan een voorlopige gunning kunnen in beginsel geen rechten worden ontleend. De beslissing om de aanbestedingsprocedure in te trekken,,heeft de aanbestedende dienst dus mogen nemen. De aanbestedende dienst is vervolgens ook vrij om over te gaan tot een geheel nieuwe aanbesteding mits sprake is van een wezenlijk gewijzigde opdracht. Of de nieuwe opdracht wezenlijk anders is, kan pas beoordeeld worden op het moment dat deze weer is geformuleerd. Dit is nu nog niet het geval.
Mr. Tony van Wijk, advocaat aanbestedingsrecht
Gerelateerd
Aanbesteding