Ruime interpretatie inzagerecht door Gerechtshof Den Haag

26 september 2019, laatst geüpdatet 11 september 2024
Over het inzagerecht wordt regelmatig geprocedeerd. Een van de discussiepunten is daarbij vaak waar het inzagerecht precies recht op geeft: een (vrij kaal) overzicht van feitelijke gegevens, of een (deels afgeschermde) kopie van alle documenten die maar iets met een betrokkene te maken hebben. Het Gerechtshof Den Haag lijkt in een recente beslissing meer naar het laatste te neigen.
Mark Jansen 
Mark Jansen 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel

Over het inzagerecht wordt regelmatig geprocedeerd. Een van de discussiepunten is daarbij vaak waar het inzagerecht precies recht op geeft: een (vrij kaal) overzicht van feitelijke gegevens, of een (deels afgeschermde) kopie van alle documenten die maar iets met een betrokkene te maken hebben. Het Gerechtshof Den Haag lijkt in een recente beslissing meer naar het laatste te neigen.

Geschil binnen een kerk

De kwestie gaat over een geschil tussen een lid van een kerk en het betreffende kerkgenootschap. De vrouw is er van overtuigd dat er binnen de kerk schadelijke informatie over haar wordt uitgewisseld. Ze wil dan ook afschrift hebben van alle documenten waarin zij voorkomt, zodat ze dit kan controleren. Ze heeft daarvoor een inzageverzoek gedaan.

Reactie kerk op inzageverzoek

De kerk heeft in reactie op het inzageverzoek volstaan met het geven van een overzicht van de gegevens die in het ledenregister worden verwerkt, alsmede het beantwoorden van enkele vragen. Er is geen afschrift van documenten verstrekt.

Tijdens procedure blijkt dat er veel meer is

Tijdens de zitting bij de rechtbank blijkt dat er (door de kerk) veel meer persoonsgegevens van de vrouw worden verwerkt. Zo is er een dossier over de vrouw aangelegd, met daarin onder meer een advies van een dominee en brieven van andere gemeenteleden.

Een voormalig lid van de kerkenraad geeft bovendien te kennen dat ook hij een dossier heeft en biedt aan een inhoudsopgave in het geding te brengen. De rechtbank staat dit toe.

Uiteindelijk beslist de rechtbank dat de kerk enkele documenten genoemd in die inhoudsopgave aan de vrouw dient te verstrekken.

De kerk en de vrouw gaan in hoger beroep

Beide partijen gaan in hoger beroep. De Kerk vindt dat de vrouw überhaupt geen recht heeft op enig document, de vrouw vindt juist dat ze recht heeft op nog meer.

Intermezzo: op de achtergrond speelt een discussie over de precieze strekking van het inzagerecht. Tot op Europees niveau wordt hier verschillende over geoordeeld. Begin dit jaar schreef ik hierover in het vakblad Privacy & Informatie, het artikel is op onze site na te lezen.

Gerechtshof: vanaf 25 mei 2018 Wbp nog slechts deels relevant voor oude zaken

Het oorspronkelijke verzoekschrift bij de rechtbank was op 7 maart 2018 ingediend, dus voor de inwerkingtreding van de AVG (25 mei 2018). De rechtbank had - op verzoek van de vrouw - dan ook de Wbp en niet de AVG toegepast. Het Gerechtshof wijst er op dat dit niet terecht is, nu de kwestie is behandeld na 25 mei 2018. De Wbp is alleen nog maar relevant voor oude kwestie voor onderwerpen die niet in de AVG zijn geregeld.

Het Hof beoordeelt de kwestie dan ook primair op grond van de AVG. Daarbij tekent het Hof ook aan dat het "slechts zeer beperkt verschil" maakt of de kwestie nu op grond van de AVG of Wbp zou worden beslist.

Gerechtshof: ook stukken gegeven aan advocaat zijn bekend bij kerk

In hoger beroep is er discussie over de rol van het voormalig lid van de kerkenraad (bestuur van de kerk). Deze man heeft immers bij de rechtbank een inhoudsopgave in het geding gebracht van documenten die hij nog in huis had. Toen hij dat deed was hij echter al geen lid meer van de kerkenraad.

Het Gerechtshof constateert dat de betreffende man niet (meer) tot het bestuur van de kerk behoorde en dat de rechtbank dus ten onrechte de kerk veroordeeld heeft de stukken - die deze man had - te verstrekken.

Tegelijkertijd constateert het Hof ook dat die man de documenten die hij had ondertussen weer had ingeleverd bij de kerk. De kerk stelt dat de betreffende USB-stick onaangeroerd bij de advocaat ligt. Dat is echter niet relevant, met die teruggave zijn de documenten weer in de macht van de kerk gekomen:

Het feit dat de Kerk de USB-stick na inontvangstneming in bewaring heeft gegeven bij haar advocaat, die de USB-stick naar eigen zeggen niet heeft aangeraakt, doet daaraan niet af. Aangenomen moet worden dat de advocaat de USB-stick ten behoeve van de Kerk onder zich houdt; het bestand is dus niet uit de macht van de Kerk verdwenen. Het desbetreffende verweer van de Kerk gaat dus niet langer op. In zoverre slaagt grief 2 in incidenteel appel.

Overigens heeft de Autoriteit Persoonsgegevens in de Theodoor Gilissen kwestie ook kennis van een advocaat toegerekend aan diens cliënt.

Gerechtshof: bestandcriterium niet relevant bij digitale verwerkingen

De kerk stelt ook dat de documenten niet in een "bestand" zijn opgenomen, waarmee de privacywetgeving niet van toepassing zou zijn. Het Gerechtshof is daar snel mee klaar: het gaat immers om documenten op een USB-stick. Er is dus sprake van geautomatiseerde verwerking. Het bestandscriterium is helemaal niet relevant.

Overigens zou het verweer vermoedelijk ook niet opgaan voor papieren documenten. Het Hof van Justitie heeft immers al bepaald dat voor het bestandscriterium weinig meer vereist is dan dat "persoonsgegevens gemakkelijk kunnen worden teruggevonden". Daar zal snel sprake van zijn.

Gerechtshof: ruime strekking begrip persoonsgegevens

De kerk heeft verder betoogd dat onder het begrip "persoonsgegevens" alleen heel feitelijke gegevens zouden moeten worden verstaan, zoals naam of geboortedatum. Meer subjectieve gegevens over een persoon zouden hier niet onder vallen.

Het Gerechtshof neemt het oordeel van het Hof van Justitie in de Nowak-kwestie over en oordeelt dat onder persoonsgegevens moet worden verstaan "iedere informatie (in het dossier [X] ) die vanwege haar inhoud, doel of gevolg is gelieerd aan [verweerster] , ongeacht of het om objectieve of subjectieve (meningen, oordelen) informatie gaat, en waarmee [verweerster] redelijkerwijs identificeerbaar is voor de Kerk of enig andere persoon".

De vrouw heeft dus recht op inzage in alle gegevens die aan dat criterium voldoen.

Het Hof stelt vast dat het niet kan toetsen welke gegevens aan dit criterium voldoen, nu het Hof de inhoud van het dossier niet kent. Dit leidt dus mogelijk nog wel tot vervolgconflicten.

Gerechtshof: niet per definitie recht op een kopie

Tegelijkertijd oordeelt het Hof dat de vrouw niet per definitie aanspraak maakt op een kopie van alle documenten waarin persoonsgegevens voorkomen. Uit de asielzoekers-kwestie bij het Hof van Justitie volgt immers dat aan een inzageverzoek kan worden voldaan door verstrekking van ofwel een overzicht, ofwel een afgeschermde kopie van documenten.

Gerechtshof: kerk moet afgeschermde kopieën verstrekken

Het Hof komt dan ook tot het volgende oordeel over wat de kerk moet doen:

4.17 Wat betreft de wijze waarop deze inzage dient te plaatsvinden, overweegt het hof nog het volgende. Het hof is van oordeel dat de Kerk in dit geval aan [verweerster] inzage in de persoonsgegevens dient te geven door het verstrekken van afschriften van de originele documenten, waarin andere informatie dan de [verweerster] betreffende persoonsgegevens onleesbaar is gemaakt (vgl. HR 29 juni 2007, ECLI:NL:2007:AZ4664). Het hof wijst in dit verband ook naar het bepaalde in art. 15 lid 3 AVG, waarin staat dat de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene “een kopie” verstrekt van de persoonsgegevens die worden verwerkt. Op grond van de AVG dient de Kerk dus een afschrift (kopie) te verstrekken van (het gedeelte van) het document waarin de persoonsgegevens van [verweerster] zijn opgenomen.

Gerechtshof: kerk mag anonimiseren

Het Gerechtshof wijst er op dat de kerk bij de verstrekking rekening moet houden met (privacy)belangen van derden. Die belangen van derden mogen niet (onnodig) worden geschaad. Het Hof maakt die eis wat concreter, door te bepalen dat verstrekte documenten mogen worden geanonimiseerd en wel zodanig dat geheel niet te herleiden is wie wat heeft gezegd. Het Hof overweegt daarover:

Wie de uitlating heeft gedaan is immers niet relevant voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking (waarvoor de Wbp en de AVG bedoeld zijn), terwijl het wel een aantasting kan opleveren van de rechten van de persoon die de uitlating heeft gedaan. Tot slot geeft het hof partijen in overweging gezamenlijk een onafhankelijke derde aan te stellen die in voorkomende gevallen de bedoelde belangenafweging maakt.

Gerechtshof: geen uitzondering voor interne stukken

De kerk had verder nog betoogd dat er geen recht op inzage zou bestaan voor "interne stukken".

Het Gerechtshof constateert dat noch de Wbp, noch de AVG hiervoor een uitzondering kennen. Tegelijkertijd wijst het Hof op de hiervoor al besproken uitzondering in verband met de rechten en privacy van derden.

Gerechtshof: helderheid geven over de ontvangers van de persoonsgegevens

Het Gerechtshof veroordeelt de kerk voorts om aan de vrouw te specificeren aan welke partijen ("ontvangers") de persoonsgegevens van de vrouw zijn verstrekt.

Slotopmerking

Naar mijn idee is dit een (zeer) goed beargumenteerde uitspraak van het Gerechtshof, waarbij ook de Nowak-/Examenresultaten-uitspraak goed gevolgd wordt. Ook de concrete tips over het anonimiseren en de suggestie hiervoor een derde in te schakelen zijn voor de praktijk denk ik goed bruikbaar.

Een aandachtspunt voor de praktijk is dat (kennis over) documenten in het bezit van de advocaat wordt toegerekend aan de verantwoordelijke. Gelet op de ratio van de privacywetgeving snap ik dit wel (zij het dat die privacywetgeving de advocaat wel als zelfstandig verwerkingsverantwoordelijke beschouwt). Het is met name een aandachtspunt in dossiers waarbij stukken voornamelijk onder de advocaat rusten. Er moet bij inzageverzoeken dan wel gedacht worden aan het navraag doen bij de advocaat, om zo te borgen dat volledig aan het inzageverzoek wordt voldaan.

Alleen het oordeel over de uitzondering voor interne stukken doet nog enigszins de wenkbrauwen fronsen. Ik moet het Hof nageven dat de wet geen letterlijke uitzondering op dit punt bevat. Niettemin werd in literatuur wel aangenomen dat dit belang ook door het oude artikel 43 sub e Wbp werd gedekt (thans artikel 23 lid 1 sub i AVG). We gaan zien hoe die discussie zich verder ontspint.

NB. Dit artikel is op 30 september aangepast (lid kerk vervangen door lid kerkenraad).