ROZ-model Winkelruimte 2022 bevat nadelige omissie voor verhuurders

10 februari 2023, laatst geüpdatet 11 september 2024
In het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 ontbreekt een voor verhuurders belangrijke bepaling die eerder wel in de modellen van de ROZ was opgenomen.
Rutger Fabritius 
Rutger Fabritius 
Advocaat - Senior
In dit artikel

Zoals ik eerder schreef heeft de ROZ een nieuwe modelhuurovereenkomst voor 290-bedrijfsruimte gepubliceerd. Het was mij opgevallen dat het oude artikel 2.1 (in het ROZ-model voor Winkelruimte 2012) uit het nieuwe model was gehaald. Artikel 2.1 van het oude ROZ-model luidde als volgt:

Voor de vraag of genotsbeperkende feiten en omstandigheden kwalificeren als een gebrek in de zin van artikel 7:204 Burgerlijk Wetboek, is van belang wat huurder bij aanvang van de huurovereenkomst redelijkerwijs mocht verwachten ten aanzien van het gehuurde.

Met dit artikel werd in het oude ROZ-model afgeweken van artikel 7:204 BW. In artikel 7:204 BW is een zogenoemd 'geobjectiveerd' gebreksbegrip opgenomen. Dit houdt kort gezegd in dat voor de kwalificatie van een gebrek van belang is wat de huurder mag verwachten van de 'soort zaak waar het gehuurde betrekking op heeft'. Met de afwijking in het oude artikel 2.1 wordt hier een gesubjectiveerd gebreksbegrip van gemaakt. In dat geval is van belang wat huurder specifiek van deze zaak mocht verwachten.

Kort samengevat kan een huurder van bijvoorbeeld een bakkerij bij een beroep op artikel 7:204 BW stellen dat het gehuurde niet voldoet aan wat hij als huurder van een bakkerij mocht verwachten. Is het oude artikel 2.1 van toepassing dan is slechts relevant wat de huurder van de gehuurde bakkerij mocht verwachten (bijvoorbeeld op basis van wat hem tijdens een inspectie vóór het sluiten van de huurovereenkomst bekend is geworden of bekend had kunnen worden). Artikel 2.1. van het oude ROZ-model vormde voor verhuurders dan ook een belangrijke afwijking van de wettelijke bepalingen.

Ik heb contact gezocht met de ROZ en om toelichting gevraagd. De ROZ berichtte mij dat het een bewuste keuze is geweest om het oude artikel 2.1 niet terug te laten keren in het nieuwe model. Volgens de ROZ stuitte het artikel op bezwaren bij huurdersorganisaties en zou het niet bezwaarlijk zijn (aldus de ROZ) om het artikel te laten vervallen.

Nu de ROZ niet transparant is geweest over de keuze om het oude artikel 2.1 te laten vervallen (noch in zijn publicatie erover noch in de handleiding bij het nieuwe model wordt erop gewezen) zullen veel verhuurders mogelijk niet doorhebben dat het nieuwe model die afwijking niet meer bevat. Reden te meer om in de bijzondere bepalingen van het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 een afwijking op te nemen en (een variant op) het oude artikel 2.1 terug te laten keren. De ROZ heeft in haar reactie benadrukt dat het partijen (uiteraard) vrijstaat een afwijking overeen te komen.

Indien u advies wil over aanpassingen op het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 neemt u dan gerust contact met mij op.

Hof wijkt af van heersende lijn waarschuwingsplicht: wees gewaarschuwd?

Terugblikkend op een jaar vol met interessante jurisprudentie, bespreek ik in deze blog een arrest van het hof ’s-Hertogenbosch over de waarschuwingsplicht van...
Huurrecht

Huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk

Na een periode van onduidelijkheid heeft de Hoge Raad een knoop doorgehakt over de (on)eerlijkheid van een huurprijswijzigingsbeding. De Hoge Raad heeft...
Vastgoed

Belangrijke veranderingen in servicekosten: wijzigingen in de btw-behandeling per 1 januari 2025 en wetsvoorstel met huurrechtelijke aanpassingen

Bij de verhuur van woonruimte en commercieel vastgoed worden vrijwel altijd servicekosten en kosten voor nutsvoorzieningen in rekening gebracht aan de...

Geen strengere maatstaf voor inbezitneming publieke grond

In de rechtspraak wordt zo nu en dan geoordeeld dat voor publieke gronden een strengere maatstaf voor inbezitneming zou moeten gelden dan voor niet publieke...

Verkoper aansprakelijk door mededelingen over bodemverontreiniging?

Indien de koper van onroerend goed na aankoop ontdekt dat er bodemverontreiniging aanwezig is, zal hij vaak proberen zijn schade te verhalen op de verkoper....

Voornemen tot prejudiciële vragen: het spanningsveld tussen eigendom van de woning vs. belangen van het kind bij ontruiming

Dinsdag 8 oktober jl. heeft de rechtbank Noord-Holland een opmerkelijk tussenvonnis gewezen in een ontruimingskort geding. Voor wat betreft de situatie dat er...
No posts found