Roadmap reorganisatie (10): afwijkingsmogelijkheden afspiegelingsbeginsel

23 april 2018, laatst geüpdatet 11 september 2024
De wet- en regelgeving bevat mogelijkheden om af te wijken van het afspiegelingsbeginsel. Deze mogelijkheden komen vandaag in het kader van de “Roadmap reorganisatie” aan de orde.
Frédérique Hoppers 
Frédérique Hoppers 
Advocaat - Partner
In dit artikel

De wet- en regelgeving bevat mogelijkheden om af te wijken van het afspiegelingsbeginsel. Deze mogelijkheden komen vandaag in het kader van de “Roadmap reorganisatie” aan de orde.

De onmisbare werknemer

Artikel 11, lid 5 van de Ontslagregeling bepaalt dat een werknemer bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel buiten beschouwing kan worden gelaten indien de werkgever aannemelijk kan maken dat die werknemer over “zodanige bijzondere kennis of bekwaamheden beschikt, dat zijn ontslag voor het functioneren van de onderneming te bezwaarlijk zou zijn”. De werkgever zal hierbij (onder meer) moeten ingaan op de aard van de bijzondere kennis of bekwaamheden, de tijd die gemoeid zal zijn met de overdracht van die kennis of bekwaamheden en hoe vervanging van de werknemer bij ziekte of vakantie wordt geregeld.

De gedetacheerde werknemer

Indien een werknemer uit hoofde van zijn functie bij een ander te werk is gesteld om onder toezicht en leiding van die ander werkzaamheden te verrichten, waardoor vervanging van die werknemer in redelijkheid niet kan worden geëffectueerd, biedt artikel 11, lid 4 van de Ontslagregeling de mogelijkheid om deze werknemer bij de toepassing van het afspiegelingsbeginsel buiten beschouwing te laten. In de praktijk maken bedrijven veelvuldig gebruik van detacheringsconstructies. Neemt het aantal opdrachten af, dan zou het afspiegelingsbeginsel mee kunnen brengen dat een werknemer die (in het kader van een lopende opdracht) bij een ander te werk is gesteld voor ontslag in aanmerking zou komen.

De werknemer met een arbeidsbeperking / opzegverboden

Op basis van artikel 11, lid 6 van de Ontslagregeling kan ook de werknemer met een arbeidsbeperking (zoals omschreven in artikel 38b, lid 1, Wet financiering sociale verzekeringen) bij de toepassing van het afspiegelingsbeginsel buiten beschouwing worden gelaten. Overigens: ook wanneer een opzegverbod geldt dat niet binnen vier weken na de beslissing op een ontslagaanvraag vervalt, mag de werkgever een andere werknemer voor ontslag voordragen (waarmee een afwijking van het afspiegelingsbeginsel aan de orde is).

De talentenregeling

De werkgever kan onder enkele strikte voorwaarden binnen een categorie uitwisselbare functies ten hoogste 10% van de werknemers bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel buiten beschouwing laten. Artikel 16 van de Ontslagregeling schrijft voor dat een werkgever deze mogelijkheid enkel heeft indien dit bij collectieve arbeidsovereenkomst of ministeriële regeling is toegestaan. Werknemers van wie aannemelijk is dat zij bovengemiddeld functioneren of die zich naar verwachting bovengemiddeld zullen ontwikkelen kunnen buiten beschouwing worden gelaten, indien (o.a.) binnen de organisatie van werkgever aan alle werknemers kenbaar is gemaakt dat van de talentenregeling gebruik wordt gemaakt.

Een beroep op een afwijkingsmogelijkheid dient overigens altijd adequaat te worden gemotiveerd en onderbouwd. Een door het UWV toegestaan beroep heeft in beginsel tot gevolg dat de eerstvolgende medewerker met het kortste dienstverband binnen de betreffende leeftijdsgroep voor ontslag in aanmerking zal komen.

Ontslagcommissie

Cao-partijen hebben de mogelijkheid om bij cao een ontslagcommissie in het leven te roepen en afwijkende selectiecriteria bij boventalligheid vast te stellen. De bij cao in te stellen ontslagcommissie moet onafhankelijk en onpartijdig zijn en er gelden procedurele voorschriften, die zijn vastgelegd in een best practice code en waarvan cao-partijen gebruik kunnen maken. De Ontslagcommissie treedt in de plaats van het UWV en oordeelt in dit geval over een verzoek tot toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst.

In het volgende artikel uit deze reeks zal mijn kantoorgenoot Eric Boerma ingaan op het beëindigingstraject.

Gerelateerd

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.

PensioenPost #13 – Vaststellingsovereenkomst en wederzijdse dwaling: het belang van aandacht voor pensioen bij beëindigen arbeidsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst (VSO) is een juridisch instrument waarmee werkgevers en werknemers hun arbeidsovereenkomst in onderling overleg kunnen...

PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en...

PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?

In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
No posts found