Retentierecht op onder eigendomsvoorbehoud geleverde goederen: kan dat?

23 maart 2018, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Stel dat u als leverancier goederen hebt geleverd aan uw afnemer, waarvan de facturen onbetaald zijn gelaten. In uw algemene voorwaarden hebt u een eigendomsvoorbehoud bedongen, op grond waarvan die goederen uw eigendom blijven totdat de afnemer uw facturen heeft voldaan. Op enig moment gaat uw afnemer failliet. U meldt zich bij de curator, beroept zich op uw eigendomsvoorbehoud en verzoekt om afgifte van uw goederen.Maar dan laat de curator u weten dat de goederen zich niet bij gefailleerde...
Maartje ter Horst 
Maartje ter Horst 
Advocaat - Senior
In dit artikel
Stel dat u als leverancier goederen hebt geleverd aan uw afnemer, waarvan de facturen onbetaald zijn gelaten. In uw algemene voorwaarden hebt u een eigendomsvoorbehoud bedongen, op grond waarvan die goederen uw eigendom blijven totdat de afnemer uw facturen heeft voldaan. Op enig moment gaat uw afnemer failliet. U meldt zich bij de curator, beroept zich op uw eigendomsvoorbehoud en verzoekt om afgifte van uw goederen.

Maar dan laat de curator u weten dat de goederen zich niet bij gefailleerde bevinden, maar opgeslagen liggen bij een extern distributiecentrum. Dit distributiecentrum is eveneens onbetaald gelaten door gefailleerde. Bovendien, zo laat de curator u weten, beroept dit distributiecentrum zich op het retentierecht: zij is niet bereid om tot afgifte van uw goederen over te gaan zolang haar facturen niet zijn voldaan. De curator is dus niet in staat de goederen aan u uit te leveren en verwijst u door naar het distributiecentrum. Dat doet u en het distributiecentrum laat weten dat u de goederen mag ophalen indien en zodra u de openstaande facturen van uw failliete afnemer aan het distributiecentrum hebt voldaan.

Klopt dat standpunt? Mag het distributiecentrum retentierecht uitoefenen met betrekking tot goederen die u onder eigendomsvoorbehoud hebt geleverd aan een inmiddels gefailleerde partij? Welk recht gaat in dit geval voor: het retentierecht van het distributiecentrum, of toch uw eigendomsvoorbehoud?

Eigendomsvoorbehoud


Omdat u een eigendomsvoorbehoud hebt bedongen, bent u als leverancier altijd eigenaar van de nog niet betaalde goederen gebleven. Dit eigendomsrecht is absoluut, wat betekent dat u het tegenover iedereen kunt inroepen. Dus ook tegenover het distributiecentrum. Als separatist kunt u uw goederen ook daar opeisen.

Retentierecht


Het retentierecht geeft het distributiecentrum het recht om zaken van haar debiteur – in dit geval de gefailleerde afnemer – onder zich te houden totdat haar vordering is voldaan. Dit retentierecht kan het distributiecentrum ook uitoefenen in het geval van een faillissement. In deze situatie gaat het echter niet om goederen van de gefailleerde afnemer, maar om goederen die altijd eigendom van u als leverancier zijn gebleven. U heeft immers een eigendomsvoorbehoud bedongen. Kan het distributiecentrum ook haar retentierecht uitoefenen met betrekking tot goederen die niet van de gefailleerde zijn?

Welk recht gaat nu voor?


Dat hangt ervan af. De wet bepaalt in dit kader dat het distributiecentrum haar retentierecht óók kan inroepen tegen derden die een recht op de zaak hebben verkregen, nadat de vordering van het distributiecentrum was ontstaan en de zaken in de macht van het distributiecentrum zijn gekomen. Beoordeeld zal dus moeten worden welk recht eerder is ontstaan: het retentierecht of het eigendomsvoorbehoud. Wanneer de derde een leverancier onder eigendomsvoorbehoud is, zal de conclusie zijn dat het recht van de leverancier ouder is. Immers, die had al een eigendomsrecht voordat de zaken bij het distributierecht werden opgeslagen. Op basis van deze regel zou het eigendomsvoorbehoud dus vóór gaan op het retentierecht. De leverancier staat dan het sterkst.

Op deze hoofdregel bestaat echter een uitzondering. Het retentierecht gaat toch voor op het eigendomsvoorbehoud, indien het distributiecentrum een vordering heeft op gefailleerde die voortspruit uit een overeenkomst die de gefailleerde afnemer in relatie tot de leverancier bevoegd was met betrekking tot de zaak aan te gaan, of wanneer de distributiecentrum geen reden had om aan die bevoegdheid te twijfelen – bijvoorbeeld omdat de leverancier de goederen zelf afleverde bij het distributiecentrum. Onderzocht moet dus worden of er in de overeenkomst tussen leverancier en afnemer een verbod is opgenomen voor de afnemer om de goederen extern op te slaan, of handelingen waaruit blijkt dat de leverancier daartegen schijnbaar geen bezwaar had.

Welke kosten moet de leverancier betalen?


In het geval het retentierecht voor gaat, betekent dit nog niet dat de leverancier gehouden is om alle openstaande facturen van het distributiecentrum te betalen. Het distributiecentrum zal allereerst moeten aantonen dat de facturen die onbetaald zijn gelaten, zien op kosten voor opslag en handling van goederen die door deze leverancier zijn geleverd. Het distributiecentrum kan dus niet verlangen dat de leverancier alle openstaande facturen betaalt. Het kan immers maar zo zijn dat er ook goederen in het distributiecentrum liggen van andere leveranciers; voor kosten van anderen hoeft de leverancier niet op te draaien. Beoordeeld zal dus moeten worden welk deel van de facturen ziet op de goederen van de leverancier onder eigendomsvoorbehoud. Kan het distributiecentrum niet aantonen dat er überhaupt kosten zijn gemaakt met betrekking tot deze goederen, dan zal zij de goederen kosteloos moeten afgeven.

Vragen over retentierecht of eigendomsvoorbehoud? Neem contact op met Maartje ter Horst.