Op 13 december 2023 is de Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029 (‘RTHF’) gepubliceerd. Deze regeling richt zich op de aanwijzing van DAEB flexwoningen. Het doel is de bouw van deze flexwoningen voor ontheemden en mensen die moeilijkheden ondervinden bij het vinden van passende huisvesting te stimuleren. Gelet hierop moeten de DAEB flexwoningen voor minimaal tien jaar beschikbaar worden gesteld voor het sociale huursegment. Hiermee beoogt het Rijk versneld 30.000 nieuwe flexwoningen voor deze doelgroep te realiseren.
De RTHF voorziet in een subsidie in de vorm van een garantie. Investeerders die voldoen aan bepaalde vooraarden komen hiervoor in aanmerking (artikel 5 RTHF). Voordat hierop aanspraak kan worden gemaakt moet de zogenoemde herplaatsingsladder zijn doorlopen. Dit betekent dat op de investeerder een inspanningsverplichting rust om na de eerste exploitatieperiode – onder begeleiding van de Minister – te zoeken naar een nieuwe locatie voor de DAEB flexwoningen: eerst binnen de betrokken gemeente en vervolgens daarbuiten. Als voor de DAEB flexwoningen geen locatie beschikbaar is volgt financiële ondersteuning voor de onrendabele top bij verkoop van deze flexwoningen. In dat geval wordt 60% gedekt door het Rijk en 25% door de betrokken gemeente. Dit betekent dat de investeerder (nog steeds) 15% van het risico draagt. Ook dient de investeerder een eigen bijdrage van EUR 1.000,- per flexwoning te voldoen.
De subsidies in de vorm van garanties zijn door de Minister aangemerkt als staatssteun. Omdat de Minister de herplaatsing van flexwoningen heeft aangewezen als DAEB en hij de RTHF heeft ingericht conform het DAEB-Vrijstellingsbesluit, kan het Rijk de subsidies desondanks in overeenstemming met de staatssteunregels verlenen zonder voorafgaande melding bij de Europese Commissie.
De RTHF is op 1 januari 2024 in werking getreden en vervalt op 1 januari 2029. Na het verstrijken van deze termijn blijft de RTHF van toepassing op subsidies die voor deze datum zijn verleend.