Referentie-eis ‘gelijkwaardig’ betekent dat aantal uren globaal moet overeenstemmen

27 april 2011, laatst geüpdatet 11 september 2024
De uitleg van een referentie-eis en de vraag of een inschrijver daaraan voldoet, is regelmatig onderwerp van geschil. Recent moest de Haarlemse voorzieningenrechter zich buigen over de vraag of voldaan was aan de eis dat het referentieproject gelijkwaardig moet zijn aan de aanbestede overeenkomst (vzr. rb. Haarlem 16 februari 2011; gepubliceerd 22 april 2011; LJN:BP9887).De zaakDe zaak betrof een aanbesteding van een provincie voor de inhuur van nautisch personeel. De referentie-eis luidde al...
Tony van Wijk 
Tony van Wijk 
Advocaat - Partner
In dit artikel
De uitleg van een referentie-eis en de vraag of een inschrijver daaraan voldoet, is regelmatig onderwerp van geschil. Recent moest de Haarlemse voorzieningenrechter zich buigen over de vraag of voldaan was aan de eis dat het referentieproject gelijkwaardig moet zijn aan de aanbestede overeenkomst (vzr. rb. Haarlem 16 februari 2011; gepubliceerd 22 april 2011; LJN:BP9887).

De zaak

De zaak betrof een aanbesteding van een provincie voor de inhuur van nautisch personeel. De referentie-eis luidde als volgt:

Een inschrijver dient 1 (één) referentie te overleggen waarmee wordt aangetoond ervaring te hebben met het uitvoeren van opdrachten van vergelijkbare inhoud en omvang. De referentie moet een opdracht betreffen die een soortgelijke contractduur heeft gehad en mag niet ouder zijn dan 5 jaar. (…) Met inhoud wordt bedoeld dat uw referentie wordt getoetst of deze past binnen deze uitvraag voor nautisch personeel en andere gerelateerde functies (bv pontbedienaar). Met inhoud en omvang wordt bedoeld dat uw referentie wordt getoetst naar gelijkwaardigheid aan deze raamovereenkomst.”

Op de aanbesteding hebben twee marktpartijen ingeschreven. De provincie heeft een inschrijving ongeldig verklaard en de opdracht voorlopig gegund aan de andere inschrijver. De niet-gegunde inschrijver startte een kort geding. Hij betwiste niet de ongeldigheid van zijn inschrijving, maar stelde dat ook de andere inschrijver ongeldig had ingeschreven althans dat de andere inschrijver niet aan voornoemde referentie-eis heeft voldaan.

Ongeldig maar wel belang bij vordering tot heraanbesteding

Allereerst overweegt de voorzieningenrechter (naar vaste jurisprudentie) dat ook indien de eisende partij ongeldig is, hij nog steeds belang heeft bij de ongeldigverklaring van de andere inschrijver. In dat geval heeft de provincie immers uitsluitend ongeldige inschrijvingen ontvangen. Een heraanbesteding is dan geboden.

Hoe moet een eis worden uitgelegd en worden getoetst door de rechter?

Vervolgens gaat de voorzieningenrechter in op de uitleg van de referentie-eis. In lijn met de bestaande jurisprudentie wordt overwogen dat een aanbestedende dienst eisen ondubbelzinnig moet formuleren in de aanbestedingsstukken. Bij de uitleg van een eis wordt acht geslagen op de bewoordingen daarvan, gelezen in het licht van de gehele tekst van alle aanbestedingsstukken. Daarbij komt het aan op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin die stukken zijn gesteld. Ten slotte geldt dat slechts in geval van aperte- procedurele dan wel inhoudelijke- onjuistheden, plaats is voor ingrijpen van de voorzieningenrechter.

‘Gelijkwaardig’ betekent dat aantal uren globaal moet overeenstemmen

Bij de beoordeling van de litigieuze referentie-eis overweegt de voorzieningenrechter dat in de aanbestedingsleidraad een tabel is opgenomen met de verwachte aantallen te werken uren, uitkomend op een totaal van 51.477 per jaar. “ Daarom moet voorshands worden geconcludeerd dat met de zin Met inhoud en omvang wordt bedoeld dat uw referentie wordt getoetst naar gelijkwaardigheid aan deze raamovereenkomst niets anders bedoeld kan zijn dan dat het aantal in het referentieproject gewerkte uren (globaal) dient overeen te stemmen met het in de tabel onder 1.6 genoemde aantal van 51.477”, aldus de rechter.

Met het referentieproject zou tussen 16.600 en 20.844 uur op jaarbasis gemoeid zijn. De voorzieningenrechter overweegt dat –ook bij marginale toetsing- daarmee het referentieproject niet gelijkwaardig is aan de aanbestede overeenkomst.

Derhalve wordt de provincie veroordeeld om tot heraanbesteding over te gaan (voor zover zij nog de opdracht in de markt wenst te zetten).

Gerelateerd

Annotatie in Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN) over wezenlijke wijziging bij verstrijken contractuele termijn

In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN 2024/77, afl. 4) is een noot van Tony van Wijk en Mathijs Jonkers verschenen over de vraag of het...

Gemeenten en zorgaanbieders opgelet: AMvB reële prijzen Jeugdwet per 1 juli in werking getreden

Op 1 juli 2024 is de AMvB reële prijzen Jeugdwet (‘AMvB’) in werking getreden. Met deze AMvB worden voor gemeenten nadere regels gesteld omtrent het...

Boete voor kartelvorming bij aanbestedingen: het belang van onmiddellijk distantiëren van ontvangen concurrentiegevoelige informatie

[authors value=' ' /] De ACM heeft in 2020 een boete opgelegd aan twee dakdekkers in Amsterdam die hun inschrijfprijs in het kader van een aanbesteding...

Verstrijken contractueel overeengekomen termijn levert geen wezenlijke wijziging op

Het verstrijken van een overeengekomen contractuele termijn levert volgens de Utrechtse voorzieningenrechter in beginsel geen materiële wijziging op van de...

ACM mag Marktverkenning naar ICT in de zorg (en de rol van Chipsoft) alsnog publiceren

Op 21 november 2023 heeft de ACM de Marktverkenning ICT in de zorg gepubliceerd die KPMG in 2020 voor haar heeft uitgevoerd. Publicatie heeft even op zich...

Nieuwe (hogere) de-minimisdrempels voor staatssteun per 1 januari 2024

[authors value=' ' /] De nieuwe de minimisverordeningen zijn op 15 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Zij voorzien in...
No posts found