Ingroeiquotum en streefcijfers
Al eerder verscheen een publicatie over het ingroeiquotum en wettelijke streefcijfers. Wij gaan kort in op het ingroeiquotum dat van toepassing is op Nederlandse beursvennootschappen, en de streefcijferregeling die van toepassing is voor 'grote vennootschappen'
Ingroeiquotum: RvC beursvennootschappen
De wet introduceerde ten eerste een ingroeiquotum voor Nederlandse beursvennootschappen. Zolang de rvc niet voor ten minste een derde deel uit mannen en een derde deel uit vrouwen bestaat, kunnen enkel personen die bijdragen aan deze verdeling benoemd worden. In de praktijk geldt dit diversiteitsquotum in 2022 voor 89 statutair in Nederland gevestigde NV’s die genoteerd zijn op Euronext Amsterdam.
Vanaf 1 januari 2022 moeten deze NV’s bij een (her)benoeming rekening houden met dit quotum. Een persoon wiens benoeming niet bijdraagt aan het evenwicht kan in beginsel niet benoemd worden, tenzij sprake is van een herbenoeming binnen acht jaar na het jaar van benoeming of van een uitzonderlijke omstandigheid, zie hierover ook een eerdere column van Charlotte Perquin-Deelen die is verschenen in Tijdschrift Ondernemingsrecht.
Streefcijferregeling grote vennootschappen
De wet bepaalt daarnaast dat grote vennootschappen de verplichting hebben om ‘passende en ambitieuze’ streefcijfers vast te stellen om een evenwichtigere man-vrouwverhouding in de raad van bestuur, rvc en de subtop van het Nederlandse bedrijfsleven te bereiken. Wat ‘passend en ambitieus’ is, wordt aan het oordeel van de vennootschappen overgelaten.
‘Passend’ betekent in ieder geval dat de doelstelling afhankelijk is van de omvang van de (sub)top van het bedrijf en van de bestaande genderverhoudingen in de bedrijfstop. ‘Ambitieus’ betekent dat naar een evenwichtigere samenstelling dan de bestaande situatie gestreefd moet worden. De vennootschap moet daarbij een plan opstellen om de gestelde streefcijfers te bereiken. Er bestaat geen expliciete verplichting de cijfers daarna jaarlijks te herzien, zolang de gewenste cijfers nog niet bereikt zijn.
Het streefcijfer geldt voor grote NV’s en BV’s in de zin van art. 2:397 lid 1 BW. Dat betekent verkort een rechtspersoon die twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de volgende vereisten:
a. de waarde van de activa volgens de balans met toelichting, bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 20.000.000;
b. de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 40.000.000;
c. het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 250.
In de praktijk gaat het om circa 5000 grote vennootschappen.
Voor het einde van boekjaar 2022 hebben deze ondernemingen streefcijfers op moeten stellen. Jaarlijks na tien maanden na afloop van het boekjaar geldt voor deze 5000 grote ondernemingen een rapportageverplichting aan de SER, voor het eerst na afloop van boekjaar 2022. Ervan uitgaande dat een boekjaar gelijk is aan een kalenderjaar, geldt de eerste rapportageverplichting uiterlijk op 31 oktober 2023.
Rapportageverplichting
De rapportage vindt plaats via het Diversiteitsportaal van de SER, een online rapportagetool. Rapportage over boekjaar 2021 was vrijwillig, rapportage over boekjaar 2022 is nu voor grote vennootschappen verplicht.
De rapportage bestaat uit vijf onderdelen:
- Bedrijfsprofiel
- Feitelijke stand van zaken man-vrouwverhoudingen.
- Doelen, uitgedrukt in de vorm van streefcijfers
- Plan van aanpak
- Redenen voor eventueel niet behalen van een of meer van de gestelde doelen.
Er kunnen uitzonderingen gelden voor groepsmaatschappijen.
Publicatie van de resultaten
Vanaf eind 2023 zullen de resultaten van bedrijven jaarlijks in een dataverkenner gepubliceerd worden door de SER. Door resultaten transparant te maken, kunnen bedrijven en sectoren resultaten aan elkaar spiegelen en van elkaar leren. Naast de cijfers, worden ook de plannen van aanpak en de verantwoordingsplicht voor ondernemingen die hun gestelde streefcijfers niet behalen publiek toegankelijk gemaakt.
Sinds de aanpassing van het Besluit inhoud bestuursverslag op 1 juli 2022, zijn grote vennootschappen eveneens verplicht zelf verslag uit te brengen over hun diversiteitsbeleid in hun bestuursverslag. De in het bestuursverslag te rapporteren informatie komt overeen met de informatie die gerapporteerd moet worden bij het SER Diversiteitsportaal.
Meer weten?
Heeft u vragen over wat het ingroeiquotum en het wettelijke streefcijfer voor uw organisatie betekenen? Of heeft u anderszins vragen over (gender)diversiteit binnen uw organisatie? Neemt u gerust vrijblijvend contact op met Charlotte Perquin-Deelen of een van onze andere specialisten.